De dag dat Den Haag zijn e-mail kwijtraakte

De recente sancties van de regering Trump hebben Europa een harde les geleerd over digitale afhankelijkheid. Toen de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof in Den Haag plotseling geen toegang meer had tot zijn e-mail en zijn bankrekeningen werden bevroren, werd de kwetsbaarheid van onze digitale infrastructuur pijnlijk duidelijk. Dit incident was een wake-up call die ver buiten juridische kringen weerklank vond.

Nederlandse experts van de Dutch Cloud Community reageerden geschokt, maar niet verbaasd. Al jaren waarschuwen zij voor de risico’s van overmatige afhankelijkheid van Amerikaanse Big Tech bedrijven. Veel organisaties gebruiken software die via Amerikaanse bedrijven als cloudoplossing wordt aangeboden en slaan hun gevoelige data op in diezelfde cloud. Wanneer geopolitieke spanningen oplopen, kunnen deze organisaties plotseling de toegang tot hun eigen systemen verliezen.

Nederland zet de koers uit

De Nederlandse overheid heeft snel gereageerd op deze nieuwe realiteit. Het Shared Service Center-ICT heeft haar ‘cloud first’-uitgangspunt omgezet naar ‘sovereign first’ voor het ontwerp van de nieuwe Rijkswerkplek, waar straks 58.000 ambtenaren in 9 ministeries gebruik van zullen maken. Deze koerswijziging symboliseert een fundamentele verschuiving in het denken over digitale infrastructuur.

Later dit jaar komt het kabinet met de nieuwe Nationale Digitaliseringsstrategie, waarin soevereiniteit en continuïteit centrale thema’s zijn. Het streven naar digitale onafhankelijkheid is van een technische kwestie uitgegroeid tot een zaak van nationale veiligheid.

Inspirerende voorbeelden ontstaan

Verschillende Nederlandse en Europese initiatieven tonen aan dat digitale soevereiniteit geen utopie is. Amsterdam heeft unaniem ingestemd met het plan ‘Amsterdam Digitaal Onafhankelijk’ om de afhankelijkheid van Microsoft, Salesforce en SAP te verminderen. De gemeente wil controle over haar eigen data en technologie behouden.

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken ontwikkelt ‘Mijn Bureau‘, een open source suite voor samenwerking die e-mailen, chatten, videobellen en kantoortools mogelijk maakt zonder afhankelijkheid van buitenlandse partijen. Dit project volgt het voorbeeld van Frankrijk en Duitsland, die soortgelijke initiatieven hebben gelanceerd.

Op Europees niveau ontstaan ambitieuze projecten zoals 8ra en Gaia-X, die een gefedereerde, veilige data-infrastructuur willen creëren waar Europese organisaties gegevens kunnen uitwisselen met behoud van digitale soevereiniteit.

De urgentie van nu

Het ontbreken van digitale soevereiniteit maakt organisaties kwetsbaar voor ongewenste toegang, surveillance en economische lock-in. Wanneer burgers en bedrijven het vertrouwen verliezen in de bescherming van hun gevoelige data, stagneert de digitale vooruitgang van heel Nederland.

De huidige geopolitieke situatie vraagt daarom om een fundamentele koerswijziging: Open Source first en het streven naar cloud-agnostische infrastructuur. Alleen zo kunnen Nederlandse organisaties hun digitale weerbaarheid waarborgen en blijven functioneren, ongeacht de internationale spanningen van morgen.

Black Mirror laat zien hoe Big Tech ons afhankelijker maakt

Stel je voor: een wereld waarin technologie zó diep in ons leven zit, dat we nauwelijks nog controle hebben. Klinkt als sciencefiction? Helaas niet. De populaire serie Black Mirror houdt ons al jaren een spiegel voor. En die spiegel wordt elk seizoen donkerder en realistischer.

Neem de nieuwe aflevering ‘Common People’. Een ogenschijnlijk simpel verhaal over een gewoon stel dat verstrikt raakt in een abonnementensysteem van een techbedrijf. Klinkt herkenbaar? Dat is precies de bedoeling. Wat begint als gemak, eindigt in een leven waarin ze steeds minder te zeggen hebben over hun eigen keuzes.

Van gemak naar afhankelijkheid

We kennen het allemaal: gratis apps, slimme assistenten, handige cloudopslag. Alles binnen handbereik en vaak zonder dat we ervoor hoeven te betalen. Maar die ‘gratis’ diensten zijn zelden echt gratis. We betalen voor het gebruik of met iets anders: onze data, onze aandacht, onze autonomie.

Bedrijven als Meta, Amazon en Google bouwen diensten die ons afhankelijk maken. Ze maken gebruik van slimme technieken: steeds duurdere abonnementen, beperkte gratis versies, en steeds veranderende voorwaarden waar je geen invloed op hebt. Ondertussen verzamelen ze alles wat je doet, om je nóg gerichter te kunnen beïnvloeden.

Black Mirror is geen fantasie meer

De aflevering ‘Common People’ laat zien wat er gebeurt als we dat normaal gaan vinden. Mensen verliezen grip op hun leven, terwijl techreuzen de dienst uitmaken. En hoewel het fictie is, komt het akelig dicht bij de realiteit.

Kijk maar naar de échte wereld: techmiljardairs als Mark Zuckerberg, Jeff Bezos en Sundar Pichai zitten op de eerste rij bij politieke gebeurtenissen. Hun bedrijven hebben meer macht dan sommige landen. En de regels? Die zijn er nauwelijks.

Tijd voor verandering

Het is tijd om onze afhankelijkheid van Big Tech te doorbreken. Dat begint bij stevige wet- en regelgeving. Digitale diensten moeten transparant zijn over hoe ze werken, welke data ze verzamelen en wat ze daarmee doen. Ook moeten ze verplicht worden om beter samen te werken met andere systemen, zodat je als gebruiker niet vastzit aan één leverancier.

Daarnaast kunnen overheden actief investeren in publieke en onafhankelijke alternatieven voor essentiële digitale infrastructuur. Denk aan veilige e-maildiensten, clouddiensten of sociale netwerken die niet draaien op winst, maar op publieke waarden. Zo wordt onze digitale samenleving minder afhankelijk van commerciële partijen met een eigen agenda.

Ook het eigenaarschap van data moet terug naar burgers en organisaties. We hebben strikte regels nodig over hoe data wordt verzameld, opgeslagen en gebruikt. Die regels moeten afdwingbaar zijn. Het kan niet zo zijn dat bedrijven zomaar alles van ons mogen opslaan en analyseren zonder duidelijke toestemming.

Educatie speelt hierin ook een grote rol. Mensen moeten beter worden voorbereid op de risico’s van het digitale leven. Niet alleen om zichzelf te beschermen tegen verslaving en manipulatie, maar ook om bewuste keuzes te maken over hun digitale omgeving.

Tot slot is het cruciaal dat algoritmes en AI-systemen onder publieke controle staan. Deze technologieën sturen steeds vaker ons gedrag en onze besluitvorming. Daarom moeten ze transparant zijn en bijdragen aan democratische waarden, in plaats van ze te ondermijnen.

De spiegel is helder, wat doen we ermee?

We kunnen inzetten op strengere regels voor Big Tech, publieke investeringen in digitale alternatieven en digitale educatie op scholen en in de samenleving, zodat we de controle over onze technologie én onze toekomst terugnemen.

Breek hekken af, bouw digitale tafels

De uitspraak “When you have more than you need, build a longer table, not a higher fence” roept op tot openheid en inclusie. In plaats van mensen buiten te sluiten, zouden we moeten streven naar verbinding en samenwerking. Dit ideaal is niet alleen relevant in sociale en politieke discussies, maar ook in de digitale wereld. Toch lijkt de oorspronkelijke belofte van het internet – een open ruimte voor iedereen – steeds vaker te wijken voor economische machtsconcentratie en gesloten ecosystemen.

Van openheid naar controle

Het internet begon als een plek waar kennis vrij gedeeld kon worden en waar iedereen toegang had tot informatie en netwerken. Sociale media boden een platform voor activisme en maatschappelijke veranderingen, zoals te zien was tijdens de Arabische Lente, Black Lives Matter en #MeToo. Ook economische kansen groeiden: kleine bedrijven, freelancers en contentmakers konden wereldwijd publiek bereiken via platforms als YouTube, Instagram en TikTok.

Toch is deze openheid steeds meer onder druk komen te staan. Een handvol grote technologiebedrijven – Apple, Amazon, Google, Meta, X en TikTok – beheersen het digitale landschap. Zij verdienen miljarden door gebruikersdata te verzamelen en verhandelen, vaak zonder transparantie. Sociale media en online diensten lijken gratis, maar in werkelijkheid betalen gebruikers met hun data, aandacht en gedragingen. Algoritmes manipuleren gedrag, versterken polarisatie en verspreiden desinformatie, met negatieve gevolgen voor de samenleving en mentale gezondheid.

De digitale wereld als zero-sum game

Het ideaal van een open en verbonden internet is in veel opzichten vervangen door een zero-sum game: een paar grote bedrijven concentreren de macht, terwijl miljarden gebruikers product én consument tegelijk zijn geworden. Big Tech bepaalt de regels, en de rest van de wereld moet zich eraan aanpassen. Dit leidt tot afhankelijkheid en een verlies van digitale autonomie.

Maar het kan ook anders. In plaats van hogere hekken te bouwen, kunnen we juist langere tafels maken door het digitale speelveld eerlijker en toegankelijker te maken. Dit vraagt om bewuste keuzes op het gebied van regelgeving, technologie en gebruikersgedrag.

Regulering en digitale soevereiniteit

Om de balans te herstellen, moeten overheden Big Tech reguleren. Europa kan hierin een voortrekkersrol spelen door digitale soevereiniteit te versterken en afhankelijkheid van enkele grote Amerikaanse bedrijven te verminderen. Belangrijke maatregelen zijn:

  • Interoperabiliteit verplicht stellen bij sociale media, zodat gebruikers vrij kunnen overstappen zonder hun netwerk kwijt te raken.
  • Striktere privacywetten en transparantie-eisen, zodat gebruikers meer controle krijgen over hun data.
  • Beperking van gepersonaliseerde advertenties die gebaseerd zijn op extreme dataverzameling.
  • Ondersteuning van open-source AI en gedecentraliseerde platforms, zodat innovatie niet alleen in handen van Big Tech blijft.

Zelf bijdragen aan langere tafels

Gebruikers kunnen nu al kiezen voor alternatieven die meer openheid en controle bieden. Denk aan open-source AI-modellen in plaats van gesloten systemen zoals GPT-4 van OpenAI. Of aan gedecentraliseerde sociale netwerken zoals Mastodon en Bluesky, die transparanter en democratischer zijn dan commerciële platforms. Ook open cloud-initiatieven en federatieve netwerken bieden meer controle over data en opslag dan de gesloten ecosystemen van AWS, Google Cloud en Microsoft Azure.

De vraag blijft: gebruiken we technologie om meer mensen te betrekken en te verbinden (langere tafels), of om exclusiviteit en controle te vergroten (hogere hekken)? Veel Big Tech-bedrijven roepen op tot samenwerking en inclusie, maar hun beleid vertelt een ander verhaal. Daarom blijft de discussie over openheid en controle cruciaal in de digitale wereld. We staan op een kruispunt: kiezen we voor gesloten systemen met steeds hogere muren, of bouwen we samen aan een internet waarin iedereen een plek aan tafel heeft?