Afgewezen door een robot

Accepteer je een afwijzing van een sollicitatie op basis van een voorspellend algoritme? Nee, zegt 78 procent van de ondervraagden in een enquête van iBestuur. Werving en selectie van personeel was aanvankelijk hoofdzakelijk mensenwerk, maar nieuwe technologieën nemen veel taken over. Zo propageert internetbedrijf Google al sinds 2015 het wervings- en selectiebeleid primair te baseren op harde data, analytische tests en algoritmen.

Op termijn zal deze markt voor werving en selectie worden gedomineerd door internetplatforms, zoals LinkedIn en Facebook. Het proces tussen bedrijven en werkzoekenden wordt dan volledig geautomatiseerd. De platforms hebben nu al de vacature- en talentenmarkt, die voorheen was voorbehouden aan professionele recruiters, online toegankelijk gemaakt. Bedrijven worden daardoor overspoeld met sollicitaties. Met behulp van algoritmes kunnen platformbedrijven vervolgens ook de werving en selectie overnemen. Moeten we vrezen dat de personeelswervingsdienst in navolging van hotels en taxi’s ook wordt ‘geuberiseerd’? Dit staat en valt bij de betrouwbaarheid van de algoritmes en het vertrouwen dat bedrijven en werkzoekenden daarin hebben.

Een onderzoeker van Erasmus Universiteit ontwikkelde een algoritme om CV’s te selecteren op basis van big data. Hij analyseerde bijna een half miljoen CV’s van echte kandidaten en informatie over het verloop van hun sollicitaties. De software die hij ontwikkelde scande de CV’s op basis van een aantal variabelen in relatie tot het besluit over het wel of niet uitnodigen van de kandidaat voor een eerste gesprek. Met die kennis ontwikkelde hij een algoritme dat met een nauwkeurigheid van 80 procent kan voorspellen welke CV’s door recruiters zal worden geselecteerd. Die betrouwbaarheid kan nog verder worden verhoogd, maar het is de vraag of de kwaliteit en objectiviteit van de selectie daardoor toeneemt. Persoonlijke waardeoordelen zijn namelijk vervat in het algoritme.

Het Chinese bedrijf Seedlink presenteert een aanpak waardoor de selectie van kandidaten eerlijker moet verlopen zonder te kijken naar leeftijd, geslacht of achtergrond. Zij selecteren met een algoritme personeel voor multinationals. Op basis van kunstmatige intelligentie ontwikkelen zij drie dominante open vragen op basis van de competenties die het bedrijf van de nieuwe werknemer wenst, zoals probleemoplossend vermogen of creativiteit. Die vragen worden vervolgens door de medewerkers van het bedrijf beantwoord. Op basis van de antwoorden wordt een model gemaakt dat de verschillen tussen de beste en de minder goed presenterende werknemers weergeeft. Met behulp van een voorspellend algoritme komt het toptalent dan bovendrijven.

De CV’s en persoonlijk gesprekken verliezen aan belang bij werving van talent. Bedrijven willen uit een grote vijver van kandidaten kunnen vissen. Sommige bedrijven laten een grote groep kandidaten daarom eerst online assessments uitvoeren. Dat bespaart bedrijven, die voorheen honderden CV’s moesten scannen in hun zoektocht naar talent, veel tijd. De kandidaten doen nu thuis achter de PC online toetsen. De programma’s zijn zodanig ontwikkeld dat kandidaten zich niet beter kunnen voordoen zonder door de mand te vallen. De computer meet onder meer concentratie, intelligentie en risicogedrag. Een algoritme berekent daarna of een kandidaat geschikt is voor de functie. Een autoverkoper mag zich bijvoorbeeld risicovoller gedragen dan een boekhouder.

Een robot beslist uiteindelijk wie door mag naar de volgende ronde. Op basis van een algoritme wordt iedere aarzeling, woordkeuze of gezichtsuitdrukking meegewogen. De robot voorspelt of de kandidaat oprecht is en de waarheid spreekt. Op basis daarvan kunnen sollicitanten worden afgewezen als ze niet passen in het gewenste profiel. Ondanks uitgebreide rapportages met beoordeling per competentie hebben bedrijven het nodige uit te leggen als kandidaten afvallen op basis van een computertest. Algoritmes kunnen beter dan mensen voorspellen wie geschikt is voor een baan. Afwijzen blijft mensenwerk.

De volledige uitkomsten van de enquête zijn hier terug te vinden.

Robot neemt het stuur over

Stel, je rijdt over een bergpas en plotseling steken twee kinderen de weg over nét wanneer je de bocht om komt. In een flits moet je besluiten de kinderen aan te rijden (met mogelijk twee slachtoffers die het gevaar veroorzaakten) of jezelf in het ravijn te storten (met inzittenden als slachtoffer). Spaar je het leven van de kinderen of offer je jouw leven?

Dergelijke keuzes moeten wij in een split second nemen op basis van onze eigen waarneming en inschatting in de context van een specifieke situatie. Een zelfrijdende auto kan op basis van algoritmen betere keuzes maken. In milliseconden kunnen zo verschillende scenario’s worden doorgenomen, waarbij de situatie van meerdere auto’s kan worden meegenomen. Alleen moeten wij software dan wel zo programmeren dat de gewenste keuze wordt gemaakt bij ethische dilemma’s. Wat zijn die gewenste keuzes? Wij vroegen het in een enquête van iBestuur. Tweederde van de respondenten geeft aan zichzelf op te offeren als de keuze gemaakt moet worden tussen overstekende mensen op het zebrapad of het betonblok.

Onderzoekers van de Universiteit van Osnabrück deden een virtual reality-studie naar de keuzes die mensen maken bij dit soort verkeersdilemma’s. Deelnemers kregen een Oculus Rift-bril op en maakten in een virtuele realiteit keuzes bij verkeersscenario’s. De uitkomst van het onderzoek wees uit dat een mens meer waard is dan een dier. De hond heeft de hoogste waardering onder de dieren. Bij mensen worden mannen sneller geofferd dan vrouwen en ouderen eerder dan jongeren. Daarnaast heeft ook de reactiesnelheid invloed op de keuze. Is die tijd korter dan een seconde dan zijn bestuurder niet meer geneigd van baan te veranderen. Een meerderheid van de participanten kiest voor een altruïstische benadering gericht op het beperken van het aantal slachtoffers, ook als dit ten koste gaat van inzittenden in de eigen auto.

Vorig jaar kwamen 613 mensen om het leven in het verkeer (waaronder 201 automobilisten, 206 fietsers, 58 voetgangers, 51 motorrijders, 46 brom- en snorfietsers en 25 bestuurders van gemotoriseerde invalidevoertuigen). Door de komst van de zelfrijdende auto zal het autoverkeer bijna even veilig worden als het reizen met de trein. Op termijn komen er auto’s die onderling met elkaar in verbinding staan en als konvooien dicht op elkaar kunnen rijden. Vooralsnog moeten we het doen met adaptieve cruise control die de snelheid bepaalt op basis van de afstand tot de voorganger. In een volgend level kunnen auto’s zelfstandig de rijbaan volgen en automatisch afremmen voor voetgangers. De nieuwe Audi A8 behoort tot level 3 en kan onder bepaalde omstandigheden volledig automatisch rijden.

Vanaf level 4 rijdt de auto volledig zelfstandig. Eerst nog in een afgeschermd gebied en vaste routes, bijvoorbeeld voor robottaxi’s waar volop mee wordt geëxperimenteerd. Vanaf level 5 is de auto volledig de baas en beslist in noodsituaties over leven of dood. Bij simulaties gaven deelnemers aan voorstander te zijn van het opofferen van passagiers als er daardoor minder slachtoffers vallen. Tenminste, behalve als zij zelf de bestuurder zijn. Is dat wel het geval, dan wint egoïsme het wellicht toch van altruïsme. Met een robot aan het stuur hebben we daar in ieder geval geen last van.

De volledige uitkomsten van de enquête zijn hier terug te vinden.

Leading by example

Minister President Rutte laat zijn kartonnen bekertje met koffie vallen bij het passeren van de toegangspoortjes van de Tweede Kamer en dweilt de gemorste koffie daarna keurig op. Het filmpje van dit voorval gaat viral op Facebook en YouTube. Buitenlandse nieuwszenders besteden er aandacht aan. De Washington Post  noemt Rutte een ‘symbol of etiquette’.

Rutte ruimde zijn eigen rommel op. Het is een kwestie van fatsoen die ons van jongs af aan is bijgebracht. Waarom oogstte deze poetsactie dan alom bewondering en verbazing? Wellicht omdat velen tegenovergestelde eigenschappen verwachten van leiders en hen associëren met agressieve zeemeeuwen. Ze komen krijsend aangevlogen, schijten de hele boel onder en vliegen daarna weer verder met een vette vis in de snavel. Het zijn de leiders die weinig oog hebben voor de mensen en vooral uit zijn op eigenbelang, hun eigen bonus of herverkiezing.

De leiderschapsstijl van Rutte staat daarmee in schril contrast. Hij is altijd opgewekt, attent en vriendelijk tegen iedereen en hij geeft het goede voorbeeld. Die vorm van leiderschap ‘leading by example’ maakt de leider geliefd en is bovendien bijzonder effectief. Dat is goed zichtbaar bij baby’s die hun ouders nadoen en met hun na-apen worden beloond met een glimlach van de ouder. Wij realiseren ons dan dat belonen het effectiefste middel is om gedrag te veranderen. Het is veel effectiever dan louter straffen. Dat geldt overigens ook aansturing van werknemers of handhaving van regels door de overheid.

Leiders overtuigen door zelf het goede voorbeeld te geven: ‘practice what you preach’. Zij winnen vertrouwen door goed voorbeeldgedrag. Omgekeerd verliezen zij hun geloofwaardigheid als ze het eigenbelang laten prevaleren boven het algemeen belang en strijdig met hun eigen boodschap handelen. Dat geldt bijvoorbeeld voor ouders bij de opvoeding, bestuurders en overheid bij handhaving. Ouders die zelf roken kunnen hun kinderen niet overtuigend wijzen op de gezondheidsrisico’s. Bestuurders die medewerkers om loonoffer moeten vragen hebben een probleem als zij zichzelf wel verrijken. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de overheid die van organisaties verlangt te voldoen aan de nieuwe privacywet, maar daar zelf nog niet klaar voor is.

‘Leading by example’ is de eeuwenoude weg om echt impact te maken. Jezus deed dat door naar deze aarde te komen en uiteindelijk te sterven. Hij heeft zijn grootheid opgegeven door de gestalte van een slaaf te aanvaarden en aan mensen gelijk te worden. Mensen die voorleven wat ze verkondigen zijn de beste inspiratiebron voor anderen. Franciscus van Assisi, moeder Teresa, Gandhi en Nelson Mandela gaven het goede voorbeeld. Een mooie uitspraak van Nelson Mandela in dit verband is: “Als wij ons licht laten stralen geven we onbewust andere mensen toestemming hetzelfde te doen. Als we bevrijd zijn van onze angst, bevrijdt onze aanwezigheid vanzelf anderen.”

Behoorlijk goede privacy

In 2016 kreeg de politie via Canada een bestand met 3,6 miljoen berichten in handen. Die berichten waren via 40.000 smartphones met pgp-versleuteling verstuurd. De politie wist de encryptie ongedaan te maken en kreeg zo inzicht in de communicatie binnen een crimineel netwerk. De rechtbank stond de ontsleutelde berichten vervolgens toe als bewijs in een rechtszaak tegen een crimineel. Verwacht mag worden dat het Openbaar Ministerie in de toekomst vaker berichten uit pgp-telefoons zal gaan gebruiken als bewijs tegen criminelen. De jacht op encryptiesleutels is geopend.

Tot twee jaar terug waren online berichtendiensten zoals Whatsapp een belangrijke bron voor politie en inlichtingendiensten. Via chatapplicaties konden zij veel te weten komen over activiteiten van criminelen en terroristen. Na de onthullingen van Snowden hebben technologiebedrijven hun diensten beveiligd met end-to-end encryptie. Dit heeft de veiligheidsdiensten de mogelijkheid ontnomen om het berichtenverkeer af te luisteren.

AIVD-baas Bertholee pleitte vergeefs voor een achterdeurtje voor de veiligheidsdiensten om de versleuteling te kunnen omzeilen. De FBI ving bot bij Apple bij verkrijgen van toegang tot de iPhone 5C van de San Benardino-schutter. Een externe partij moest er aan te pas komen om het apparaat te hacken. De Russische geheime dienst FSB eiste vrijgave van de encryptiesleutels van Telegram. Telegram weigerde dit te doen met als argument dat daardoor de privacy van gebruikers zou worden geschonden. De Russische autoriteiten blokkeerden vervolgens het gebruik van de chatapp in het hele land. Tussen de 10 en 15 miljoen gebruikers in Rusland kunnen de dienst nu niet goed meer gebruiken.

Door de versleuteling van berichten van chatapps is het voor de veiligheidsdiensten moeilijker geworden inzicht te krijgen in de communicatie van terroristen. Na inwerkingtreding van de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) kan de AIVD nu wel met kabelgebonden interceptie inzicht krijgen in de metadata over de communicatie. Ze kunnen zien wie met wie praat, zonder de inhoud van die communicatie zien. Het levert bijvoorbeeld informatie over gebruikte nummers of IP-adressen, de start- en eindtijd van de communicatie en gebruikte communicatiemiddelen.

Voor informatie over de inhoud van de berichten moeten de veiligheidsdiensten door de beveiliging heen zien te breken. De Wiv biedt hiertoe uitgebreide hackbevoegdheid om binnen te dringen op apparatuur en netwerken. Daarbij moeten de diensten veelal gebruik maken van onbekende kwetsbaarheden in de beveiliging. Die kwetsbaarheden hoeven de diensten niet te melden aan de leveranciers en ontwikkelaars van software en apparaten. Het geheim houden van die informatie vergroot de kans op uitlekken daarvan en gebruik door buitenlandse inlichtingendiensten en cybercriminelen. Bedrijfsgegevens en privégegevens kunnen daardoor in verkeerde handen vallen. Dit is schadelijk voor economische veiligheid en privacy van burgers. Schade die mogelijk terrorismedreiging kan overstijgen. PGP-versleuteling staat voor Pretty Good Privacy. Die beveiliging biedt inmiddels geen volledige garantie.

Orwells 1984 nabij

Systemen die onze gezichten herkennen, dat was tot voor kort ondenkbaar. Sinds de komst van deep learning algoritmen kunnen computers gezichten soms al beter herkennen dan mensen dat kunnen. Gezichtsherkenningstechnologie biedt allerlei praktische nieuwe toepassingen. We kunnen ons in de toekomst identificeren met ons gezicht en daardoor afscheid nemen van vele irritante wachtwoorden en pincodes. Het roept ook vragen op ten aanzien van onze privacy, omdat wij voortaan overal gevolgd kunnen worden.

De artificiële intelligentie voor gezichtsherkenning is afgelopen jaren steeds verder geperfectioneerd op basis van patroonherkenning van miljarden foto’s die op het web aanwezig zijn. Facebook is de absolute uitblinker in het herkennen van gezichten. Het bedrijf beschikt over een database met 1,4 miljard gescande gezichten, gekoppeld aan hun werkelijke identiteit. Facebook zegt de identiteit van personen op basis van foto’s in 97 procent van de gevallen correct te kunnen voorspellen. Op basis van hun zogenaamde Deepface technologie claimt Facebook zelfs mensen te kunnen herkennen zonder dat hun gezicht op de foto staat.

Artificiële intelligentie is tot veel meer in staat dan het vaststellen van de juiste identiteit. Op basis een foto kan zelfs redelijk nauwkeurig de seksuele geaardheid worden ingeschat. Het aflezen van emoties op basis van gelaatsuitdrukking op een foto behoort al langer tot de mogelijkheden. Op basis van camerabeelden kunnen gedragingen van voorbijgangers tot in het kleinste  detail worden geanalyseerd. Tegen die achtergrond is het opmerkelijk dat Facebook foto’s beschouwt als publiekelijk beschikbare informatie die niet onder de privacy settings valt. Een onderzoek van Radar wees uit dat 61,1% van de ondervraagden gezichtsherkenning van sociale media niet op prijs stelt. Die meerderheid zou de daad bij het woord kunnen voegen door het aanpassen van hun privacy settings of het verwijderen van hun account.

De politie zet met succes gezichtsherkenning in voor het opsporen van verdachten. Informatie van beveiligingscamera’s, mobiele telefoons, pinautomaten en sociale media wordt gekoppeld aan een strafrechtdatabase met gezichten van personen die ooit een strafbaar feit hebben gepleegd. Vorig jaar heeft de politie bijna honderd verdachten geïdentificeerd met nieuwe gezichtsherkenningssoftware. Op termijn wil de politie met real-time gezichtsherkenning gaan werken. Daardoor kan een voortvluchtige terrorist makkelijker worden opgespoord. Real-time gezichtsherkenning opent ook de weg naar de mogelijkheid om mensen die bijvoorbeeld nog een boete hebben uitstaan automatisch te herkennen in de openbare ruimte.

In China is dat al lang geen toekomstmuziek meer. Ruben Terlou laat in de serie ‘door het hart van China’ zien hoe in miljoenenstad Shenzhen gezichtsherkenning wordt toegepast voor signalering van voetgangers die door rood lopen. Als ze door rood lopen dan worden ze geflitst. Worden ze vijf keer geflitst dan wordt hun identiteit opgezocht in de bevolkingsdatabase en komen ze op een zwarte lijst. Als ze een huis of een auto willen kopen krijgen ze geen lening meer. Dat is onderdeel van het plan van president Xi Jinping dat voorziet in een sociaal kredietsysteem voor iedere burger in China. In de plannen van de partij gaat het er niet alleen om of je door rood loopt. Ook het online gedrag telt mee: wat je op internet of in e-mails zegt en wat je leest of kijkt. Je betaalgedrag, waar je bent, wanneer en met wie. Alles wordt geregistreerd en opgeslagen door de staat. Met een slechte score kom je op een zwarte lijst en dan kun je het helemaal vergeten in China. Ruben Terlou ontlokt een Chinees politicus de uitspraak dat Orwells 1984 nabij is.

Continue gezondheidsmonitor

Er kleven ethische dilemma’s aan nieuwe innovatieve technologische ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Inmiddels kunnen we 7 x 24 uur vitale functies van de mens meten. Mooi in theorie, maar kunnen patiënten en verpleegkundigen in de praktijk vertrouwen op sensoren die continu de toestand van een mens kunnen meten en rapporteren?

Verplaats je in het volgende toekomstscenario van patiënt Jan. Hij is een ICT’er  van middelbare leeftijd, gewend aan het werken onder grote prestatiedruk. Hij is topfit en kerngezond, maar heeft structureel een verhoogde bloeddruk. Omdat dit een risicofactor is voor hart- en vaatziekten heeft de huisarts Jan uit voorzorg continue gezondheidsmonitoring voorgeschreven. Dit belemmert hem niet om fanatiek te sporten. Als Jan op zijn racefiets door de duinen raast voelt hij zich vrij en gelukkig. Zo ook op die zonnige ochtend in mei, maar het fietsen gaat nu minder soepel dan gewoonlijk. Bovenop de duin valt hij bijna stil. Hij schakelt een tandje terug en grijpt naar zijn achterzak voor een hap van een krachtreep. Het is een kwestie van door de vermoeidheid heen trappen, denkt hij nog, totdat zijn smartphone het alarmsignaal geeft. Hij stapt af, valt en verliest zijn bewustzijn. Kort daarop ontvangt Ruud een reanimatie oproep op zijn mobiel. Hij is als vrijwilliger aangesloten bij hartveilig wonen en oefent jaarlijks de reanimatieprocedure. Ruud stapt van zijn fiets en ziet in het sms-bericht dat hij niet ver van het incident vandaan is. Hij bevestigt zijn vertrek naar het slachtoffer. Google maps navigeert hem daar binnen één minuut naar toe. Ruud ziet Jan liggen, legt hem in een veilige positie, controleert de ademhaling en start reanimatie. Even later arriveert een andere opgeroepen vrijwilliger met een AED. Zij volgen samen de instructies van de alarmcentrale via hun mobiel en bedienen de AED. Binnen vijf minuten arriveert een ambulance. Verplegers nemen de zorg voor Jan over. Voordat hij bij het ziekenhuis arriveert is hij weer bij kennis. Door snelle en automatische melding van de gezondheidstoestand en mobilisatie van hulpverleners is Jan’s leven gered.

Tot zover de happy flow. Dit toekomstscenario is nu al grotendeels technisch te realiseren. De inzet van vrijwilligers die via hun mobiel oproepbaar zijn voor reanimatie werkt al in veel plaatsen in het land. Het is alleen nog een kwestie van opschaling, training van vrijwilligers en plaatsen van meer AED’s. Slimme horloges en smartphones meten al continu lichaamsfuncties. De wearables zijn ook in de gezondheidszorg in opkomst en kunnen binnenkort veel bewaking, die nu standaard in een ziekenhuis gebeurt, overnemen.  Slimme pleisters kunnen al enkele dagen continu vitale waarden meten. Een onderhuidse sensor kan tot 90 dagen achtereen glucosewaarden meten. Het wachten is nu op een sensor die continu en langdurig alle vitale lichaamsfuncties kan monitoren.

Techbedrijven, zoals Philips en KPN, zetten vol in op het medische domein. Het is voor hen een belangrijke groeimarkt. Platformbedrijven zoals Google, Amazon en Apple beschikken straks over veel medische informatie. Data zijn onderdeel van hun verdienmodel. Het gevaar dreigt dat de gezondheidszorg wordt overspoeld door technologische ontwikkelingen.

Er blijven nog veel vragen onbeantwoord over de meetbare mens. Hoe betrouwbaar zijn de data? Wie heeft de controle? Waarvoor wordt de data gebruikt? Komen de gegevens enkel de patiënt ten goede of kunnen ze ook worden gebruikt voor profiling (bijv. door verzekeraars)? Moeten we privacy inruilen voor proactieve zorg op basis van 7 x 24 uurs monitoring? Als wij door inzet van technologie levens willen redden, dan moeten we antwoord hebben op deze vragen en obstakels wegnemen.

Wat geeft betekenis aan jouw leven?

In de westerse wereld geldt geluk als de belangrijkste waarde in het leven. In de top-10 van de gelukkigste landen ter wereld van het World Happiness Report 2017 staan alleen welvarende westerse landen. Dezelfde westerse landen scoren echter ook hoog met suïcidecijfers. In ons land stijgt met name het aantal zelfdodingen onder ouderen. Elk jaar overwegen ruim 400.000 mensen in Nederland zelfmoord te plegen, waarvan een kwart ook daadwerkelijk een poging onderneemt. Nederlanders behoren tot de gelukkigste volken van de wereld, maar tegelijkertijd twijfelen veel mensen of hun leven wel zin heeft.

Onze westerse cultuur lijkt geobsedeerd door geluk. Toch voelen veel mensen in onze westerse wereld zich vervreemd, doelloos en soms zelfs wanhopig. “Het najagen van geluk maakt mensen ongelukkiger.” zegt Amerikaanse psychologe Emily Esfahani Smith: “Geluk kun je niet afdwingen, maar op de betekenis van je bestaan heb je wel invloed. Geluk is iets dat komt en gaat. Het kan hoogstens een bijproduct zijn van een zinvol leven.” Niet geluk, maar betekenis maakt het leven de moeite waard. Op basis van recent psychologisch onderzoek en inzichten uit de filosofie en de literatuur laat Esfahani in haar boekDe kracht van betekenis‘ zien hoe we een zinvol leven kunnen vormgeven.

Een zinvol leven draait volgens Esfahani om vier pijlers:

Ergens bij horen (Belonging): Ieder mens wil zich verbonden voelen met een ander. Door relaties en verbintenissen voelen mensen zich erkend, begrepen en waardevol. Dit kunnen relaties zijn in het gezin of familiekring, maar bijvoorbeeld ook in de werkkring, sportvereniging of boekenclub.

Bijdragen aan de wereld (Purpose): Een doel motiveert iets aan de wereld bij te dragen, hoe bescheiden die bijdrage ook is. Hierbij gaat het niet om een alledaags doel (bijvoorbeeld dagelijkse discipline) maar om een ‘duurzaam en hoger doel’ voor de samenleving. Het gaat om het leveren van positieve bijdrage aan de wereld of iets delen waar een ander baat bij heeft. Dat kan het streven naar een circulaire economie zijn, maar het kan ook minder ambitieus zoals het leggen van sociale contacten om ouderen uit hun isolement te halen.

Verhaal van je leven maken (Storytellers): Het gaat om het bundelen van ervaringen tot een betekenisvolle verhaallijn van het leven vanuit de diepgewortelde behoefte de wereld zin te geven. Dit is ingegeven vanuit een oerdrift om orde te scheppen in de chaos en informatie te voorzien van een betekenis.

Boven het alledaagse uitstijgen (Transcendence): Mensen kunnen door mystieke en spirituele ervaringen deel uitmaken van een groter en betekenisvol geheel. Dit zijn bijvoorbeeld religieuze ervaringen, maar kan ook optreden bij het opgaan in bijvoorbeeld muziek, natuur of sterrenhemel. De ervaringen versterken het gevoel van verbondenheid met anderen en de omringende wereld.

Ik las ‘De kracht van betekenis‘ tijdens een trans-Atlantische vlucht in één ruk uit. Esfahani heeft haar visie op een toegankelijke en overtuigende wijze onderbouwd. Het zijn de persoonlijke verhalen van mensen uit verschillende lagen van de samenleving die haar theorie tot leven brengen. Ze sprak onder andere met een astronaut, een dierenverzorgster en een ex-crimineel om de betekenis van het leven te illustreren.

Bij het lezen van het boek word je automatisch op het spoor gezet na te denken over wat jouw leven betekenisvol maakt. Welke pijlers je leven het meest verrijken, is voor iedereen anders. Met deze test kun je er achter komen welke pijlers voor jou dominant zijn. Voor mij staan ‘purpose‘ en ‘transcendence‘ centraal. Wat geeft jouw leven betekenis?

Nudge de overheid

Overheden bezitten de macht om het gedrag van burgers te beïnvloeden. Je kunt hierbij denken aan het heffen van belastingen, het verstrekken van subsidies of het opleggen van boetes. De overheid heeft ook het monopolie op instrumenten zoals wetgeving en strafrechttoepassing voor gedragsbeïnvloeding. Daarnaast kan de overheid ook via publieksgerichte voorlichting proberen het gedrag van burgers te veranderen.

Sturen met geld, regels en communicatie zijn de klassieke sturingsinstrumenten van de overheid. Die vormen van gedragssturing blijken steeds minder effectief. In een samenleving met veel verleidingen is het voor burgers moeilijk om de goede keuzes te maken. Overheden zoeken daarom steeds meer hun heil in psychologische gedragsinterventies om burgers te helpen de wenselijke keuzes te maken. De Engelse term ‘nudge’ wordt gebruikt om het subtiele duwtje in de goede richting zonder inperking van de keuzevrijheid aan te duiden. Het meest  bekende voorbeeld van een nudge is de geplakte vlieg in het urinoir om mannen te stimuleren in de pot te plassen en niet er naast. Nudging speelt in op het onbewuste, irrationele en automatische gedrag van mensen.

Nudging als sturingsinstrument van de overheid is overgewaaid uit de Verenigde Staten en Engeland. Het nam een vlucht na het verschijnen van het boek “Nudge: Improving Decisions about Health, Wealth and Happiness” van Richard Thaler (Nobelprijs winnaar 2017) en Cass Sunstein. De auteurs laten zien hoe wij mensen in onze directe omgeving, in de samenleving of op het werk een zetje in de goede richting kunnen geven. Dagelijks nemen wij talloze beslissingen, maar helaas blijken veel van onze keuzes achteraf verkeerd uit te pakken. Thaler en Sunstein stellen dat dat komt doordat wij ons – menselijk als we zijn – laten leiden door vooroordelen. Wij kunnen hen met zachte hand met een nudge naar betere keuzes leiden, zonder hen te beperken in hun keuzevrijheid. Voorbeelden in de samenleving zijn: scholen en bedrijfscafetaria met alleen gezonde voeding, betere pensioenplanning en meer rookvrije zones.

Onder premier Cameron stelde de Britse regering in 2010 een ‘Behavioural Insights Team’ in. Dit team past wetenschappelijke kennis op het gebied van gedragswetenschappen in de praktijk toe. In navolging op de Britten stelde Obama eveneens een ‘nudge unit’ in om de efficiëntie en effectiviteit van overheidsprogramma’s te verbeteren. Onze overheid heeft sinds 2014 ook een nudge team. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu zet kennis van psychologische gedragsinterventies in bij de ontwikkeling van campagnes zoals ‘de Bob’ en ‘van A naar Beter’. Gedragskennis wordt daarnaast ook ingezet bij beleidsontwikkeling om de effectiviteit van het beleid te vergroten.

Onbewust worden wij continu genudged door organisaties die ons proberen aan te zetten tot gewenst gedrag. Wij verzetten ons er niet tegen en zoeken het soms bewust op. Zo gaat mijn horloge trillen als ik een tijdje stilzit met een aansporing ‘beweeg!’ En als ik mijn stappendoel heb gehaald verschijnt er een vuurwerkanimatie op het scherm en ‘doel gehaald!’ Dat brengt mij op het idee om overheidsambtenaren een subtiel duwtje te geven voor meer transparantie. Burgers willen graag weten wat de overheid doet met hun belastinggeld. Ook willen we bijvoorbeeld graag meer inzicht in overheidscontracten, aanbestedingen en overheidsingrepen in onderzoeksrapporten alvorens deze verschijnen. De nudge kan worden geleend van de Efteling. Daar staat sinds jaar en dag een Holle Bolle Gijs die voortdurend “papier hier” roept en “dank u” zegt als je iets in zijn mond gooit.

Moderne tijden

De film Modern Times uit 1936 is een satire op de voortschrijdende industrialisatie in het begin van de twintigste eeuw. We zien arbeiders, bewaakt door camera’s en beeldschermen, monstrueuze machines bedienen. Een van hen is Charlie Chaplin, een zwerver. Hij werkt aan een lopende band en draait voortdurend bouten en moeren aan. Tussen alle slaafse wezens die de fabriek bevolken weet hij als enige zijn menselijkheid te bewaren.

De industrialisatie werkte dehumanisering in de hand. Arbeiders werkten onder miserabele omstandigheden aan de lopende band en verloren binding met het eindproduct.  De vervreemding van arbeiders na de industriële revolutie toont gelijkenis met onze huidige onderwerping aan de systemen. De moderne mens is verworden tot systeemslaaf, van wie het gedrag in toenemende mate kan worden gemanipuleerd. Door middel van data tracking en profiling wordt toegang verkregen tot persoonlijke informatie die als basis wordt gebruikt voor controle en beïnvloeding van mensen.

De Duitse filosoof Jürgen Habermas maakte een onderscheid tussen de ‘systeemwereld’ en ‘leefwereld’. De systeemwereld is alles wat mensen ontwikkeld hebben aan instellingen en structuren voor regulering op gebieden van o.a. economie, politiek, onderwijs, wetenschap, overheid, gezondheidszorg, verzorgingsstaat en rechtspraak. De leefwereld is het privé domein, waarin de mensen met elkaar omgaan buiten de systemen. In het verleden bestond een samenleving bijna helemaal uit ‘leefwereld’, maar in de moderne tijd is een steeds groter deel ‘systeemwereld’ geworden. De systeemwereld heeft vooruitgang gebracht en daar betalen we een prijs voor in de vorm van hebbelijkheden en onhebbelijkheden van vele systemen. (van der Lans 2010: 46)

De systeemwereld dijt uit en lijkt steeds verder af te drijven van de leefomgeving van mensen. De systeemwereld houdt te weinig rekening met individuele behoeften van mensen. Mensen herkennen zich niet in de abstracte systeemwereld. Mantelzorger Annette Stekelenburg vertolkt dit gevoel treffend op haar website: “Het meeste last heb ik van systemen, regels en protocollen. Niet de dagelijkse zorg maakt me moe, boos of verdrietig, maar de systemen, regels en protocollen en niet te vergeten de professionals die ons onze kracht afnemen door de regie uit handen te nemen. Mijn gezin is niet in een regeling te vangen, dat snapt iedereen. Wij zijn de uitzondering op de regel. Wij passen niet in het systeem.”

Mensen begrijpen de systeemwereld niet. De systeemwereld begrijpt zichzelf vaak ook niet. Het is een ongelijksoortige verzameling van systemen en subsystemen. Die zijn vaak een doel op zich en werken niet altijd even goed samen. Mensen worden daarvan de dupe. Zo werd uit de verhoren van de parlementaire enquête naar de Fyra duidelijk dat alle betrokken actoren – zoals de politiek, het ministerie, Nederlandse en Belgische Spoorwegen, Italiaanse treinenbouwer en inspectie – keurig hebben gehandeld binnen hun eigen werkterrein. Daarbij bediende ieder op zich het eigen belang. Dit belemmerde het dienen van het overkoepelende belang, namelijk het verbeteren van de vervoersmobiliteit. De titel van het eindrapport vat het probleem kort samen met ‘Reiziger in de kou’.

In onze moderne tijden verschuift het zwaartepunt in de richting van de systeemwereld. De systeemwereld en leefomgeving moeten meer in balans komen. Mensen en belangengroeperingen verzetten zich in toenemende mate tegen onbegrijpelijke regels, systemen en procedures waarbij het uiteindelijke doel soms helemaal uit het oog is verloren. Klagen helpt al lang niet meer. Een hedendaagse Charlie Chaplin is veel effectiever.