De kunst van het groot denken

De kunst van het groot denken

Het verkiezingsprogramma van D66 klinkt als luchtfietserij: tien nieuwe steden bouwen en een geheel nieuwe Belastingdienst optuigen. Het zijn plannen die meestal worden weggezet als te duur, te groot en onhaalbaar. Maar misschien raken juist deze ogenschijnlijk megalomane ideeën aan een dieper punt: structurele problemen vragen soms om structurele doorbraken.

De woningnood vraagt om visie

Al decennia horen we dezelfde voorstellen: meer verdichten in stedelijk gebied, lege kantoren ombouwen, optoppen van gebouwen en doorstroming verbeteren. Het zijn allemaal waardevolle maatregelen, maar het levert te weinig op. De bevolking groeit veel sneller dan de woningbouw kan bijhouden. De rek is eruit.

Het idee van D66 om tien nieuwe steden te bouwen klinkt spectaculair, maar Nederland heeft vaker bewezen dat het onmogelijke toch kan. De Deltawerken, de drooglegging van de Zuiderzee, de aanleg van Flevoland: allemaal projecten die destijds buiten de verbeelding leken, maar generaties lang vooruitgang brachten. Het alternatief, steeds meer woningen in steeds krapper wordende steden, roept minstens zoveel vragen op. Misschien is groot denken hier geen luxe, maar noodzaak.

De Belastingdienst opnieuw uitvinden

Hetzelfde geldt voor de Belastingdienst. Het huidige fiscale systeemlandschap is een lappendeken van verouderde software, waarin elke nieuwe regel tot chaos leidt. Burgers begrijpen hun aanslagen niet meer, ondernemers verdwalen in formulieren en de dienst zelf zakt steeds dieper weg in complexiteit.

D66 stelt voor om naast bestaande systemen een compleet nieuwe Belastingdienst te bouwen, met eenvoud en transparantie als uitgangspunt. Dat klinkt radicaal, maar het is precies hoe grote organisaties hun verouderde IT-systemen aanpakken: je bouwt nieuw naast oud, test zorgvuldig, en schakelt pas over als het werkt. In combinatie met een vereenvoudiging van het belastingstelsel kan dit eindelijk een structurele doorbraak zijn.

Lef en realisme

Critici zullen zeggen dat dit onbetaalbaar en onuitvoerbaar is. Maar de echte vraag is: kunnen we het ons veroorloven níet te veranderen? De woningnood verergert, het vertrouwen in de Belastingdienst brokkelt af en jongeren zien hun toekomst wegglippen.

Natuurlijk moeten grootse plannen streng getoetst worden op (financiële) haalbaarheid. Maar we moeten niet vergeten dat Nederland is gebouwd door generaties die durfden te denken in termen van doorbraken. Zonder lef geen vooruitgang.

Durven dromen

D66 toont in haar programma een traditie die we bijna zijn kwijtgeraakt: durven dromen van structurele oplossingen. Dat vraagt om nuchterheid én durf, om groot denken én slim doen. Of de plannen werkelijkheid worden, hangt af van politieke wil en maatschappelijk draagvlak. Maar één ding is zeker: blijven hangen in kleine stapjes brengt ons niet verder.

Overheid zoekt menselijke maat, maar vindt vooral regels

Na de VVD en SP schuift nu ook D66 een concreet thema naar voren: hoe breng je de menselijke maat terug in een overheid die draait op geautomatiseerde processen, strakke regels en complexe wetgeving? Nummer zes op de kandidatenlijst is een bestuurder van het UWV, die uit de praktijk weet hoe lastig dat is. Haar boodschap is simpel maar krachtig: minder beloven, meer doen.

En ze heeft een punt. Jarenlang is het overheidsbeleid gebouwd op gelijke behandeling en strikte rechtmatigheid. Dat begon na de Tweede Wereldoorlog bij de opbouw van de verzorgingsstaat en werd vanaf de jaren tachtig door automatisering nog verder aangescherpt. Efficiëntie en standaardisatie waren het doel. Maatwerk en menselijk oordeel verdwenen naar de achtergrond.

Van gelijkheid naar onbedoelde hardheid

Het idee achter gelijke behandeling is nobel: iedereen dezelfde regels, dezelfde rechten en plichten. Maar in de praktijk leidt dat meer dan eens tot onrecht. Burgers kunnen verstrikt raken in onbegrijpelijke wetgeving, slachtoffer worden van fouten in de uitvoering of vastlopen in verschillende overheidsinstanties die langs elkaar heen werken.

Automatisering versterkte dat effect: menselijke afwegingen maakten plaats voor gestandaardiseerde processen. Wie buiten de “happy flow” valt heeft pech.

Maatwerkplaats: uitzonderingen met verstand

Bij het UWV leidde dit besef tot de oprichting van de Maatwerkplaats: een plek waar medewerkers schrijnende gevallen kunnen aanmelden voor heroverweging. Daar kijken juristen, economen en maatschappelijk deskundigen samen naar de situatie en zoeken naar oplossingen die wél recht doen aan de bedoeling van de wet én aan de positie van de burger.

Neem het voorbeeld van Henk van Loon. Na het verlies van zijn baan belandde hij eerst in de WW en kort daarna in de Ziektewet. Tijdens zijn revalidatie kreeg hij een nieuwe baan aangeboden, waarbij zijn werkgever recht zou hebben op loonkostenvoordeel. Door een administratieve fout verviel dat recht. Formeel gezien was de wet duidelijk: geen recht op voordeel. Maar de Maatwerkplaats keek verder: Henk was 58, moeilijk opnieuw aan het werk te krijgen, en zou bij verlies van zijn nieuwe baan terugvallen in de WW. De uitkomst: het loonkostenvoordeel werd alsnog toegekend.

Sinds de oprichting twee jaar geleden zijn zo’n 400 complexe cases behandeld. Elk verhaal laat zien hoe strakke regels en standaardprocessen burgers in de knel kunnen brengen en hoe maatwerk verschil kan maken.

Maatwerk is geen excuus voor slecht beleid

De Maatwerkplaats laat zien dat er binnen de bestaande wet soms wél ruimte is om tot redelijke oplossingen te komen. Maar ze illustreert ook een harde waarheid: maatwerk kan nooit de structurele problemen oplossen die ontstaan door slechte of te complexe regelgeving.

Bij grote uitvoeringsorganisaties zoals de Belastingdienst, SVB en UWV draait alles om rechtmatigheid en efficiëntie. Zolang die logica leidend blijft, blijft de menselijke maat afhankelijk van uitzonderingen en is incidenteel maatwerk niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat.

Durf te vereenvoudigen

Echte verbetering vraagt politieke moed om wetgeving simpeler te maken, ook als dat betekent dat sommige groepen er op achteruitgaan. Dat debat wordt al decennia vermeden, omdat het politieke risico te groot lijkt. Maar zolang die keuze niet wordt gemaakt, blijft de belofte van “de menselijke maat” vooral een mooie zin in een beleidsstuk.

De les van de Maatwerkplaats is duidelijk: geef professionals meer beslisruimte, vereenvoudig de regels en durf te accepteren dat maatwerk structureel onderdeel wordt van de uitvoering. Alleen dan verandert de menselijke maat van een verkiezingsleus in dagelijkse praktijk.