Nogal Wiebes

belastingdienst

“De staatssecretaris is een deerniswekkende figuur” vond oud-premier Dries van Agt. Zonder blikken of blozen besloot hij zijn staatssecretaris Glastra van Loon te ontslaan. Deerniswekkend was ook het optreden van oud-staatssecretaris Weekers in de Tweede Kamer. Niet geïnformeerd door zijn ambtenaren en ook niet gesteund door zijn minister hakkelde hij zich door het debat over het functioneren van de Belastingdienst. Uiteindelijk hield hij de eer aan zichzelf. Had hij wel een eerlijke kans en wat had hij beter moeten doen?

Werken aan draagvlak
De staatssecretarissen zijn de loopjongens in het kabinet. Zij zitten niet in de ministerraad en beheren toch de lastigste portefeuilles. Vaak worden zij ingezet als politiek wisselgeld in de formatie of om een minister van een andere partij op een ministerie te compenseren. De staatssecretaris erft het beleid van zijn voorganger. Gaat het met de uitvoering van dat beleid mis, dan moet de staatssecretaris het veld ruimen en blijft de minister buiten schot. Het lijkt een ondankbare en kansloze taak. Een staatssecretaris heeft weinig macht en moet dus continu werken aan draagvlak bij zijn ambtenaren, in de politiek en in de samenleving.

Luisteren naar ambtenaren
Een bewindspersoon moet de stemming in zijn ministerie of overheidsdienst goed aanvoelen en daar rekening mee houden. De belastingdienst wordt al lange tijd geplaagd door een grote werkdruk. Er zijn te weinig mensen om aanslagen te controleren, toeslagen uit te keren, fraude aan te pakken en mensen te woord te staan. De dienst krijgt er steeds meer taken bij en moet die dan, door bezuinigingen op het apparaat, met steeds minder mensen uitvoeren. Daarbij komt dat ieder nieuw kabinet de Belastingdienst opzadelt met vrijwel onuitvoerbaar beleid. De staatssecretarissen worden door de ambtenaren altijd tijdig gewaarschuwd voor de problemen die de plannen veroorzaken. Bij de Bos-belasting kon het tij nog worden gekeerd. Bij de Wet Walvis en Toeslagen werden de maatregelen doorgedrukt en kwamen vervolgens alle rampvoorspellingen uit.

Structurele maatregelen voorstellen
Een bewindspersoon die tegen beter weten falende beleidsuitvoering moet verdedigen komt onherroepelijk in de problemen. Excuses en beterschapsbeloften helpen nog na de eerste incidenten. Daarna moeten dan toch echt structurele maatregelen worden voorgesteld. Vereenvoudiging van het belastingstelsel ligt dan voor de hand. Ons stelsel hanteert nu twee instrumenten, uitkeringen en belastingen, waarmee de politiek in principe iedere gewenste macro-economische inkomensverdeling kan afdwingen. Door het rondpompen van ons geld door de overheid verliest elke euro 50 eurocent aan effectiviteit, volgens Bas Jacobs, hoogleraar economie en overheidsfinanciën. Dat is de prijs die wij betalen voor de nagestreefde gelijkheid. Herverdelen van geld is één van de kernprocessen van de overheid. Dat kan veel efficiënter: bijvoorbeeld door de zorgtoeslagen rechtstreeks uit te keren aan de zorgverzekeraar of inkomensafhankelijke toeslagen te vervangen door een belastingverlaging.

Transparant communiceren
Een bewindspersoon moet zich goed kunnen presenteren in de media. Via de traditionele en sociale media worden de publieke optredens onder een vergrootglas gelegd en door jan en alleman van commentaar voorzien. De publieke opinie werkt ook door in de politieke oordeelsvorming. Misstappen in publieke optredens worden hard afgestraft in de politiek. Eenzelfde transparantie zou er ook moeten komen voor de bestedingen van onze belastingen. Ons belastingsysteem is namelijk niet transparant en fraudegevoelig. Door het openbaar maken van de belastingen en bestedingen kunnen we het draagvlak en controle van ons belastingsysteem verbeteren.

Goede staatssecretaris
Het spreekt voor zich dat je de eigen ambtenaren niet publiekelijk afvalt. De Tweede Kamer informeer je altijd goed. Dat doe je niet door het sturen van flutbriefjes. En burgers geef je nooit de schuld voor fouten die zijn gemaakt door de Belastingdienst. Een goede staatssecretaris maakt die fouten niet. Dat is nogal Wiebes.

De theorie van het dode paard

dood-paard

De eeuwenoude stammenwijsheid van de Dakota Indianen, overgeleverd van generatie op generatie, zegt dat als je ontdekt dat je op een dood paard rijdt, dat het dan de beste strategie is om af te stappen. In de huidige samenleving wordt die wijsheid meestal in de wind geslagen, want afstappen betekent gezichtsverlies. En dus kiezen we meestal voor een andere strategie, zoals het kopen van een sterkere zweep of het vervangen van de berijder. En als dat dan nog niet werkt, dan wijzen we het liefst een commissie aan die het paard gaat bestuderen.

Starten makkelijker dan stoppen
Zo onderzocht de tijdelijke parlementaire commissie onder leiding van Ton Elias enkele ict-projecten van de overheid. De meeste onderzochte projecten waren al lang ter ziele, de overige projecten op sterven na dood. En niemand die het lef heeft om die projecten te stoppen of desnoods tijdelijk stil te leggen. Want de overheid wil geen gezichtsverlies lijden en leveranciers willen geen inkomsten mislopen. Iedereen kan zien dat het fout gaat, maar toch gaan we onverdroten door om op zijn minst een succesje te kunnen melden. En als zelfs dat er dan niet in zit, dan valt het stoppen zwaar. Zo trok de Belastingdienst pas na negen jaar en 200 miljoen de stekker uit het ETPM-project, dat al bij aanvang zwaar was bekritiseerd.

Nooit eerder vertoond
“Ik heb nog één vraag.” verzuchtte de commissievoorzitter: “Misschien vindt u het lachwekkend, maar het is serieus bedoeld. Omdat ik het echt niet snap: waarom moet het vijf jaar duren om een site werkend te krijgen waarin werklozen een baan kunnen vinden die werkgevers aanbieden?” ”Werk.nl is geen vacaturesite, maar een vacatureportaal.” was het antwoord: “UWV ondersteunt het hele proces van rechten en plichten voor de burger. Dat betekent ook dat er allerlei databases achter zitten.” “Maar waarom moet dat dan vijf jaar duren?” probeerde Elias nog een keer. “Wij doen dingen die nog nergens zijn vertoond.” gaf de bestuurder tijdens de hoorzitting toe.

Dat soort vragen
De ontwikkeling van Werk.nl roept bij mij een paar vragen op. Waarom ontwikkelt de overheid een vacatureportaal? Is het een wettelijke taak van de overheid om vacatures te matchen? Zijn uitzendbureaus en vacaturesites daarvoor niet veel beter toegerust? Waarom verplicht UWV werkzoekenden op omslachtige wijze het cv in te vullen op een besloten site, terwijl deze via LinkedIn al beschikbaar en toegankelijk is voor onder meer recruiters? Waarom hanteert het UWV nog steeds twee aparte websites: UWV.nl en Werk.nl? Kunnen de taken die samenhangen met de sollicitatieplicht niet beter in de website van UWV worden ondergebracht? Dat soort vragen, daar houdt het UWV zich niet bezig: “In 2015 staat het basisniveau en ook daarna gaan we gewoon verder.” besloot de UWV bestuurder tijdens de hoorzitting.

Commissaris Dakota
De Tijdelijke commissie ICT publiceert in het najaar haar bevindingen en aanbevelingen. Meestal is dan het vervolg dat er een functionaris wordt aangesteld die orde op zaken moet stellen en gaat coördineren. Na het rapport van de Algemene Rekenkamer kwamen er een cio op Rijksniveau en departementale cio’s om lijn te brengen in de versnipperde ict van het Rijk. Daarna volgden nog een Digital Champion, een Nationaal Commissaris Digitale Overheid en een beoogd Boegbeeld ICT. Misschien kunnen we volgend jaar een Commissaris Dakota toevoegen aan het lijstje coördinatoren: een functionaris die de theorie van het dode paard in praktijk moet brengen.