Een bloeddorstig en dom gezelschap

johannesheader-1485x557

De oude mier vertelde, dat men in groote drukte leefde wegens den veldtocht, die eerstdaags ophanden was. Men zou een andere mierenkolonie, niet ver verwijderd, met een groote macht gaan overvallen, het nest vernielen en de larven rooven of dooden, daarvoor zouden alle krachten noodig zijn en men moest dus eerst het dringendste werk afdoen. Waarom is die veldtocht? zeide Johannes, dat lijkt mij niet mooi. Neen! neen! zei de luizenhoeder, het is een zeer schoone en lofwaardige tocht. Ge moet denken, het zijn de Strijd-mieren, die wij gaan aanvallen, wij gaan hun geslacht uitroeien en dat is een zeer goed werk. Zijt gij dan geen Strijd-mieren? Zeker niet! Wat denkt ge wel? Wij zijn Vrede-mieren. Wat beteekent dat dan? Weet ge dat niet? Dat zal ik u uitleggen. Eens waren alle mieren voortdurend aan ’t vechten, geen dag ging er om zonder groote slachtingen. Toen kwam er een wijze, goede mier, die bedacht dat het veel moeite zou besparen, als de mieren onderling afspraken niet meer te vechten. Toen hij dat zeide, vond men het erg vreemd en om die reden begon men maar met hem in kleine stukjes te bijten. Later kwamen nog andere mieren die hetzelfde meenden. Ook die werden in kleine stukjes gebeten. Maar eindelijk kwamen er zooveel, dat het stukbijten te veel werk was voor de anderen. Toen noemden zij zich Vrede-mieren en hielden allen vol dat de eerste Vrede-mier gelijk had; wie dat tegensprak beten zij op hun beurt in stukjes. Op die manier zijn tegenwoordig bijna alle mieren Vrede-mieren geworden, en de stukjes van de eerste Vrede-mier worden met zorg en eerbied bewaard. Wij hebben den kop. Den echten. Wij hebben al twaalf andere kolonies verwoest en uitgemoord, die beweerden den echten kop te hebben.

Dit is een passage uit De Kleine Johannes van Frederik van Eeden (1860-1932). Johannes is een fantasierijke jongen die op een avond in slaap valt in een bootje op een meer. Hij wordt wakker van een libel die in een elfje verandert. Dit Windekind tovert Johannes klein en neemt hem mee in een wonderlijke wereld. Zij bezoeken een krekelschool, een konijnenhol en de Vrede-mieren. Deze mieren eigenen zichzelf het recht toe om de strijdmieren uit te moorden. Zij zijn het uitverkoren volk en gaan het kwaad te lijf. De Vrede-mieren hebben de echte kop. Deze staat symbool voor het enige en ware geloof. In naam van hun God vermoorden zij andersdenkenden.

Religieuze groeperingen zijn bijna altijd van mening dat hun godsdienst de enige ware is en dat zij aan de goede kant staan. De geschiedenis kent een aaneenschakeling van bloedige godsdienstoorlogen. Andersdenkenden werden vervolgd en vermoord. Onverdraagzaamheid en gebrek aan tolerantie zijn oorzaken van talloze conflicten. De uitroeiing van de Joden in de Tweede Wereldoorlog is daarvan het meest bekende voorbeeld. In de zestiende en zeventiende eeuw werden protestanten vervolgd. Hugenoten vluchtten naar gebieden waar zij hun geloof vrijelijk konden belijden. En nog steeds zijn er religieuze conflicten in de wereld, zoals het conflict tussen Israël en de Palestijnen en conflicten tussen moslims en christenen in centraal Afrika.

In de tachtigjarige oorlog heeft Nederland zich bevrijd van religieuze vervolgingen. Rond de zeventiende eeuw werd de scheiding tussen kerk en staat geïntroduceerd. De verlichting keerde zich tegen het kerkelijk gezag en bepleitte vrijheid van gedachten en religieuze tolerantie. Het gevolg was dat Nederland mensen van verschillende geloofsrichtingen aantrok. De Franse Hugenoten, waaronder de stamvader van mijn familie, vonden in Nederland een veilig toevluchtsoord. Protestanten, Joden, homo’s, Moslims voor iedereen was ruimte in Nederland. Iedereen kon ongestoord werken aan de eigen identiteit. Die individuele vrijheid is ook verankerd in onze politiek liberale staatsinrichting die uitgaat van economische en culturele vrijheid en een tolerante samenleving. We leven in een seculiere samenleving waarin mensen met allerlei overtuigingen naast elkaar leven onder een neutrale overheid.

Tolerantie en verdraagzaamheid staan in onze samenleving en in de politiek de laatste tijd steeds meer onder druk. Religies zijn opnieuw de aanleiding voor uitingen van intolerantie. Die komt vaak voort uit sterke en extreme religieuze overtuigingen. Het wakkert het wantrouwen en de vijandigheid aan in onze seculiere samenleving, waarbij het gedrag van kleine groepen extremisten wordt geprojecteerd op een gehele religie. Laten we er voor waken ons te gaan gedragen als de Vrede-mieren die goed werk verrichten door strijdmieren te lijf gaan. De geschiedenis leert ook dat het dan uiteindelijk niet goed afloopt.

Johannes zuchtte en vond de mieren een bloeddorstig en dom gezelschap.

Facebook Politie

twitter-wijkagent-politie

Sociale media kunnen een belangrijke rol spelen bij handhaving, opsporing, crisisbeheersing en activering van burgers. De politie heeft alle middelen binnen handbereik, maar gebruikt deze nog onvoldoende. Sociale media worden nog steeds niet gezien als één van de kanalen voor de bewaking van de openbare orde. De politie houdt nog teveel vast aan haar ouderwetse werkprocessen op basis van meldkamers. Zo kon het daarom gebeuren dat de ordehandhavers een paar jaar geleden volledig werden verrast door de geweldsexplosie naar aanleiding van een openbare aankondiging van een sweet sixteen party op de sociale netwerksite Facebook.

Mobilisatie is niet nieuw
De korpschef van de regiopolitie Groningen gaf het destijds ruiterlijk toe: “We hebben hier te maken met een relatief nieuw fenomeen. De mobiliserende macht van Facebook en Twitter. Het is voor de politie nog zoeken hoe je daarmee moet omgaan.” Maar hoe nieuw is dit fenomeen nu eigenlijk? De politie was gewaarschuwd. In het buitenland hadden Facebook feesten al geleid tot grote ongeregeldheden. Één van de bekendste voorbeelden van succesvolle mobilisatie vond al in 2007 plaats In Nederland. Scholieren protesteerden toen tegen de 1040-urennorm. Voor onderwijs was in hun ogen onvoldoende geld. Zij vreesden daardoor opgezadeld te worden met extra aanwezigheidsuren, de zogenaamde ‘ophokuren’. Omdat overleg in de Tweede Kamer geen oplossing bracht, werden scholieren in het hele land gemobiliseerd voor een landelijke staking op het Museumplein. Binnen 36 uur werden 75.000 scholieren benaderd, waarvan 25.000 aan de staking deelnamen. De middelen bestonden toen uit SMS-bombardementen, Hyves en andere kanalen. Na een massademonstratie van scholieren op het Museumplein zwichtte de politiek en werd de norm naar beneden bijgesteld.

Politie experimenteert met sociale media
In de regio Haaglanden beperkt de politie zich tot een experimenteel gebruik van sociale media. Dat heb ik vorig jaar mogen ervaren. In het weekend hielden hangjongeren ons tot vier vuur ’s nachts uit onze slaap. Wij konden nog net op tijd de jongeren uit onze tuin verdrijven en voorkomen dat onze fietsen werden meegenomen. De ochtend daarna maakte ik daarvan een melding via een tweet naar @PolWassenaar. Daarop kreeg ik het antwoord: “wij kunnen alleen reageren op meldingen als we een melding krijgen. Bel daarom gelijk 0900-8844 zodat we tp kunnen gaan.” Ik belde daarop het nummer van de meldkamer van de politie Haaglanden. De telefoniste schold mij de huid vol. Ik had midden in de nacht direct moeten bellen. Ik probeerde haar nog uit te leggen dat het hangjongerenprobleem structureel is en dat het mij effectiever lijkt preventief op te treden. Maar de dame van de meldcentrale had het gesprek al afgebroken zonder naar mijn naam of adres te hebben gevraagd.

Instroom van de Facebook generatie
De politie moet er weer voor de burgers zijn en niet andersom. De politie moet haar werkprocessen moderniseren en aanpassen aan de nieuwe media en een mondige samenleving. Die samenleving kan dan worden gemobiliseerd bij de handhaving, waarbij tevens een grotere mate van zelfredzaamheid wordt bevorderd. Dankzij sociale media beschikt de politie over een goudmijn aan data op basis waarvan gericht en preventief kan worden opgetreden. Voorspellende technieken bij de politie geeft nu een betrouwbaarheid van 35 procent dat een voorspeld delict daadwerkelijk uitkomt.

Onze politie staat aan de vooravond van een cultuurverandering. Een versnelde instroom van de Facebook generatie binnen de politie lijkt onvermijdelijk om aansluiting te houden met de ontwikkelingen in de samenleving.

Stop de spreadsheetmanager

spreadsheet-manager

De nieuwe wereld botst met de oude wereld. De oude wereld houdt krampachtig vast aan vertrouwde hiërarchische verhoudingen en wordt gekenmerkt door een rationele en op controle gerichte cultuur. Aan de top staat de spreadsheetmanager. Die creëert een eigen werkelijkheid en stuurt op meetbare gegevens of cijfertjes. In tijden van voorspoed gaat dit nog goed. Maar bij tegenslag ontbreekt het vermogen snel in te grijpen en te veranderen.

Allemaal lijstjes
De managementaanpak van planning & control is overgewaaid uit Amerika. Geen bedrijf ontkomt er aan. Aandeelhouders eisen voorspelbaarheid. Van hoog tot laag in de organisatie moeten cijfers worden aangeleverd. Er moet overzicht worden gecreëerd en er moet verantwoording worden afgelegd. Hoe groter de controledrift aan de top hoe meer lijstjes er worden opgevraagd. En als het slechter gaat, dan neemt de honger naar lijstjes nog verder toe. Op een gegeven moment is iedereen in de organisatie bezig met lijstjes en is er geen aandacht meer voor de klant. Niemand vindt het leuk, maar het moet. Niemand begrijpt wat er met de lijstjes gebeurt. Alsof je een bedrijf kunt sturen op basis van gegevens uit het verleden? Op de wind van gisteren kun je ook niet zeilen.

Publicatiedrift
De mentaliteit van de spreadsheetmanager is inmiddels diepgeworteld in onze samenleving. De wetenschap is er ook mee besmet. Wetenschappers worden afgerekend op het aantal artikelen dat ze publiceren. Zij doen er alles aan om het aantal publicaties op te voeren. Zij liften bijvoorbeeld mee met publicaties van anderen als coauteur. Of zij herhalen een onderzoek met een kleine variatie. Het aantal plagiaatgevallen neemt ook toe. Stapel ging in zijn publicatiedrift zelfs zo ver dat hij de onderzoeksresultaten uit zijn duim zoog. Het leverde spectaculaire bevindingen dat vleeseters vaker hufters zijn en dat rommel racistisch maakt. Maar de wetenschap als geheel is er door beschadigd.

Overheid als koekjesfabriek
‘Meten is weten’ is ook binnen de overheid populair. De politie wordt op basis van de bonnenquota aangespoord bekeuringen uit te schrijven. Artsen worden afgerekend op het aantal verrichtingen. De toetscultuur op scholen en het rendementsdenken op universiteiten zijn tot grote hoogte gestegen. De veiligheid, de zorg en het onderwijs zijn er niet beter van geworden. Perverse prikkels hebben zelfs geleid tot ongewenste effecten, zoals gesjoemel met diploma’s. De trend die zichtbaar is bij ziekenhuizen, universiteiten en het onderwijs zet zich nu ook voort in de rechtspraak. Enkele honderden rechters spraken zich in en manifest uit tegen de ‘uitholling’ van de rechtspraak. Zij betogen dat de rechtspraak steeds meer gaat lijken op een koekjesfabriek: “Wij moeten onze targets halen, daar gaan perverse prikkels van uit. Het wordt verleidelijk om getuigen niet op te roepen of te vonnissen als dat niet nodig is, omdat je anders je doelen niet haalt.”

Ruimte voor creativiteit en vernieuwing
Als we niet verder komen dan ‘meten is weten’ dan zullen we ook nooit meer weten dan we meten. Spreadsheetmanagement dwingt tot volgzaamheid en steeds opnieuw hetzelfde kunstje doen. Het nemen van risico’s wordt hard afgestraft. Creativiteit en vernieuwing worden belemmerd. Een manager moet juist ruimte bieden: ruimte om onbelemmerd het werk te doen, te leren en samen te werken. Een lerende organisatie is een voorwaarde voor het benutten van het potentieel van mensen en innovatie. In de nieuwe wereld passen zelforganisatie, samenwerking in netwerken en een hoog aanpassingsvermogen.

Digitale technologie: connected of disconnected?

nachtwacht

Digitale technologie beïnvloedt in toenemende mate ons gedrag. We verlangen altijd en overal online te kunnen zijn. Daardoor is ons sociaal gedrag veranderd. We kijken inmiddels vaker naar ons mobiel dan naar elkaar. Dankzij digitale technologie kunnen we ook de fysieke wereld compleet anders inrichten en organiseren. De verhouding tussen consumenten en aanbieders verandert in rap tempo. Welke veranderingen heb ik zelf meegemaakt in het afgelopen jaar en wat kunnen we verwachten in 2015?

Facebook en Foursquare
Vorig jaar stopte ik met het gebruik van Foursquare en Facebook. De platforms gaven zelf het laatste zetje om er mee te stoppen door het opdringen van een nieuwe app of voorwaarden. Ik begon mij steeds meer te storen aan de ongewenste reclameboodschappen, Candy Crush verzoeken, infantiele filmpjes en te intieme openbaringen. En natuurlijk wil je ook niet als product worden behandeld. Nu moet ik nog wel even de negentig dagen afwachten waarbinnen Facebook mijn updates definitief heeft verwijderd.

iPhone6 Plus
Mijn twee jaar oude iPhone5 verruilde ik voor een iPhone6 Plus. Het toestel past nog net in mijn zak en de batterij houdt het nu wel een dag vol. Ik was al snel gewend aan het grotere scherm, waardoor ik nu ook mijn iPad nauwelijks meer gebruik. Met iOS8 hebben we nu ook de beschikking over HealthKit. Het dashboard bevat nog niet veel informatie over gezondheidsstatus, omdat de samenwerking met fitness- en gezondheidsapps nog op gang moet komen.

Uber
In de Verenigde Staten nam ik voor het eerst een Uber taxi. De app werkte perfect en de betaling werd automatisch afgehandeld. De rekening bedroeg de helft van een gewone taxi, maar dat voordeel werd volledig teniet gedaan door de hoge roamingkosten. De service liet enigszins te wensen over, want de Uber-chauffeur kon de weg niet vinden en ging ook nog op de vuist met een gewone taxichauffeur.

Fitbit
Afgelopen jaar maakte ik kennis met Fitbit, een apparaatje dat je stappen, traptreden en loopafstand registreert. Sindsdien neem ik de trap in plaats van de lift en laat de hond wat vaker en langer uit. Het streven is elke dag minimaal 6.000 stappen en 5 kilometer te lopen. Op het werk hebben we daar ook een competitie met landenteams aan verbonden. En als team-NL willen we natuurlijk niet onderdoen voor de teams van UK en US.

2015: jaar van wearables en deelplatforms
De wereld van de wearables, gezondheids- en fitness-apps zal komende jaren een grote vlucht nemen. Het ultieme horloge dat alle functies in zich kan verenigen lijkt vooralsnog te hoog gegrepen. Het ligt wel voor de hand dat ook in 2015 nieuwe deelplatforms worden gelanceerd. Te denken valt aan een app voor het delen van klussen voor de verbouwing of voor beschikbare tafels in restaurants. En waarom kunnen we onze auto of fiets die voor 80% ongebruikt voor de deur of in de garage staat niet delen? Verzekeringsmaatschappijen zouden daar slim op in kunnen spelen door het aanbieden van een polis die is gebaseerd op gebruik en niet langer op bezit.

Traditionele bedrijven worden softwarebedrijven
Digitale technologie zal traditionele producten en diensten gaan veranderen. Je kunt dit bestrijden, zoals de roep van de taxibranche om Uber te verbieden. Je kunt het ook omarmen. Waarom komt de taxibranche zelf niet met een app waarmee vraag en aanbod bij elkaar wordt gebracht? Zo kan de branche klantgerichtheid combineren met service en sociale bescherming voor hun chauffeurs. Het productenbedrijf Philips omarmt digitale technologie om klanten beter te bedienen schrijft het fd 29 november 2014. Jeroen Tas vertelde zijn collega’s bij zijn aantreden als cio: “Jullie gaan een softwarebedrijf worden, maar jullie zijn je daar nog niet van bewust. Het belang van software wordt steeds groter.” Grote innovaties in de gezondheidszorg zijn bijna allemaal gebaseerd op digitale technologie.

Beter onderwijs maak je samen

dsc_0015

Mijn schooltijd heb ik doorgebracht op de Europese School. Deze school kenmerkt zich door een natuurlijke samenwerking tussen verschillende nationaliteiten binnen de EU. Ik realiseerde ik mij toen nog niet dat die samenwerking uniek is en een prima basis legt voor grensoverschrijdend leven en werken in de toekomst.

Onderwijs van bovenaf hervormen

In vergelijking met het Nederlandse systeem kwam mijn eindexamen overeen met de Hogere Burger School van architect Thorbecke. Daarna volgde de Mammoetwet, de Tweede Fase en het Studiehuis. Een aaneenschakeling van onderwijsvernieuwingen met als doel de toegankelijkheid en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. De hervormingen in het onderwijs waren stokpaardjes van bewindslieden op onderwijs. Zij werden van bovenaf opgelegd en wekten veel weerstand in het onderwijsveld dat nog niet bekomen van de vorige vernieuwing alweer werd geconfronteerd met een volgende hervorming. De commissie Dijsselbloem moest er aan te pas komen om te constateren wat iedereen al wist, namelijk dat scholieren ondanks alle hervormingen in het onderwijs slechter zijn geworden in taal en wiskunde.

Onderwijs van onderaf vernieuwen

In de praktijk vernieuwt het onderwijs zichzelf aan de basis. Kwaliteitsverbetering kan niet vanuit Den Haag worden geregeld. De overheid moet de beklemmende en bureaucratische regels opheffen en vrijheid geven aan de scholen en leraren om het onderwijs naar eigen inzicht in te richten. Vernieuwing op scholen moet worden afgestemd op de belevingswereld van de leerlingen. De huidige generatie leerlingen is opgegroeid met moderne technologie en media en heeft een korte spanningsboog. Leerlingen willen graag samenwerken en samen resultaat bereiken. School en leerkrachten moeten deze samenwerking actief stimuleren en faciliteren. Die samenwerking moet verder gaan dan de samenwerking binnen een school. Bestaande concurrentie tussen scholen om de strijd voor leerlingen mag geen belemmering vormen voor samenwerking in het onderwijs zelf. Scholen kunnen nog veel meer samenwerken in de regio bij gezamenlijk projecten. Delen van leermiddelen en ervaringen tussen de scholen moet worden gestimuleerd. Uitwisselen van leerkrachten tussen scholen kan ook een bijdrage leveren aan kennisdelen en het aantrekkelijker te maken van het onderwijsvak.

Onderwijs in de 21e eeuw stelt samenwerking centraal

Goed onderwijs is in het belang van de gehele samenleving. Laten we het onderwijs verbeteren door een open en grensoverschrijdende samenwerking en kennisdeling aan de basis tussen scholen, leerlingen, leerkrachten, ouders en instellingen. Ons gezamenlijke doel is een gezonde kenniseconomie voor straks en toekomstige generaties.

Doneer de Zon

zon620x250-620x244

Nederland is gekelderd op de klimaatranglijst. Van alle EU-landen staat Nederland  nu op de een-na-laatste plaats in de Climate Change Performance ranglijst. Ons klimaatbeleid scoort niet hoog, maar gezamenlijk kunnen we wel bijdragen aan gebruik van duurzame energie. Door zonne-energie op te vangen met zonnepanelen draag je bij aan een schonere leefomgeving. Bovendien ben je dan minder afhankelijk van energieleveranciers. Aanschaf van zonnepanelen is ook een uiterst rendabele investering. Het rendement is vergelijkbaar met 6 procent op een spaarrekening.

Duurzame energie
Het zonlicht in Nederland is prima geschikt om elektriciteit op te wekken met zonepanelen. Zelfs op een bewolkte dag leveren zonnecellen nog elektriciteit. Gemiddeld wordt 15 procent van het zonlicht omgezet in bruikbaar stroom. Dat rendement zal door toekomstige doorontwikkeling verder stijgen. Het zonlicht wekt elektrische spanning op tussen twee laagjes silicium op het paneel. Deze spanning wordt vervolgens door een omvormer omgezet naar bruikbare wisselspanning. Via een omvormer kan overtollige energie worden gekoppeld aan het elektriciteitsnet of opgeslagen in een accu. Stroom uit zonlicht is duurzaam omdat bij de productie geen broeikasgassen en schadelijke stoffen vrijkomen.

Advies op maat
Ondanks het relatief beperkte aantal zonuren in Nederland kan de energierekening aanzienlijk worden verlaagd door gebruik van zonnepanelen. Een gemiddeld huishouden verdient de investering binnen zeven jaar terug. Via de website van Milieu Centraal kun je nagaan of je dak geschikt is voor zonnepanelen. Je kunt ook de investering en de jaarlijkse besparing op de elektriciteitsnota berekenen en zien hoeveel CO2-uitstoot je bespaart wanneer je een deel van de elektriciteit met zonne-energie opwekt.

Verduurzamen via crowdfunding
Voor scholen en verenigingen loont het ook om over te stappen op schone zonnestroom. Maar zij hikken vaak aan tegen de investering van enkele duizenden euro’s om dit mogelijk te maken. Ouders en verenigingsleden kunnen daarvoor de handen ineen slaan. Doneer de Zon is hèt crowdfunding platform om, samen met de achterban, over te stappen op zonnestroom. Daardoor kunnen organisaties met een maatschappelijke taak en een bescheiden budget sneller verduurzamen. Op scholen en verenigingen gaat van duurzaam voorbeeldgedrag een educatieve waarde uit. Bovendien kan het geld dat wordt bespaard op de energierekening weer worden besteed aan beter onderwijs en sport. Inmiddels is via crowdfunding veertig duizend euro opgehaald. De verduurzaming die daarmee kan worden gerealiseerd is vergelijkbaar met een miljoen gereduceerde autokilometers of 250 duizend kilogram minder CO2 uitstoot. Via ‘Doneer de Zon’ kunnen wij samen meer zonnepanelen op de daken laten schitteren: samen zijn we sneller duurzaam!

Met geld koop je geen geluk

Money-Happy

Politici en economen praten voortdurend over een economische crisis die ons land en Europa teistert. Zij krijgen daarvoor uitgebreide zendtijd in de media. Uit het woord crisis zou je kunnen afleiden dat wij op de rand van de afgrond leven. Maar niets is minder waar. Wij zijn rijker, gezonder en beter opgeleid dan vijftig jaar geleden. Voortdurend groeide ons inkomen en koopkracht. Die groei is gestagneerd. De zeepbel van ongebreideld speculeren met geleend ofwel geld met geld maken is uiteengespat. We moeten weer terug naar gezonde verhoudingen. En daardoor groeit de economie niet meer, maar krimpt. De juiste benaming voor de staat van onze economie is een recessie. Een crisis praten we elkaar zelf aan.

Stabiliteit en zekerheid
Politici en economen willen ons doen geloven dat menselijk geluk gelijke tred houdt met onze koopkracht. Maar niets is minder waar. Mensen waarvan het inkomen met 10% stijgt, terwijl anderen in de omgeving er met 20% op vooruitgaan zijn ongelukkig. Groot is ook het verdriet van een inwoner van het winnende postcodegebied van de Postcodeloterij, die net even geen lot heeft gekocht. Maar mensen worden niet ongelukkig van een verhoging van slechts 1% in omgeving waarin iedereen er maar 1% op vooruit gaat. Mensen zoeken vertrouwen en willen vrijheid om invulling te geven aan het eigen leven. Wij willen stabiliteit en zekerheid, zowel privé als op ons werk. Een scheiding of overlijden in de familie maken ons ongelukkiger. Dat geldt ook voor werknemers die worden geconfronteerd met reorganisaties, demotie of ontslag. Wij willen zinvolle invulling geven aan ons leven en daarvoor gewaardeerd worden.

Herstel economie
Politici en economen houden ons voor dat bezuinigingen en lastenverzwaring noodzakelijk zijn voor herstel van onze economie. Overheidssubsidies en collectieve voorzieningen zijn onbetaalbaar geworden. Door explosief gestegen gebruik en onverwacht groot succes van de voorzieningen zijn de kosten de pan uit gerezen. Daarom wordt nu gesneden op innovatiesubsidies en kinderopvang. Maar helaas wordt daarbij nog te veel voorbij gegaan aan het oorspronkelijke doel, zoals het stimuleren van de economie en het bevorderen van de arbeidsparticipatie. En wat zijn de economische en maatschappelijke gevolgen? De bezuiniging op de kinderopvang leidt er toe dat werken nauwelijks nog loont. Bijna de helft van alle ouders overweegt daarom korter te gaan werken en één op de zes overweegt zelfs te stoppen met werken. De maatregelen pakken, door daling van de arbeidsparticipatie, averechts uit voor onze economie. In andere landen wordt kinderopvang veel meer gezien als een investering die zichzelf terugverdient door toename van de arbeidsproductiviteit.

Geluk boven geld
Politici en economen zouden geluk boven geld moeten stellen. Mensen worden onzeker van een wispelturige overheid. Wij worden ongelukkig als maatregelen, zoals de levensloopregeling en kinderopvang, eerst met veel tamtam worden gelanceerd en daarna weer worden beperkt of afgeschaft. Wij zien liever een slecht functionerende overheid die voorspelbaar is dan een goede overheid die onvoorspelbaar is. Andere factoren die ons geluksgevoel beïnvloeden zijn: gezondheid, vrede, veiligheid en sociale zekerheid. Uit een studierapport van de Economist Intelligence Unit blijkt dat kinderen die nu in ons land worden geboren een grote kans hebben op een gezond en gelukkig leven. Deze voorspelling is gebaseerd op verwachtingen van de gezondheidszorg, levensstandaard, criminaliteit en politieke stabiliteit over een periode van dertig jaar. De overheid kan het geluk van mensen vergroten en doet dat allang, maar nog veel te impliciet volgens het SCP in haar rapport ‘sturen op geluk’: het individu maakt eigen geluk, de overheid schept de randvoorwaarden.

Je bent wat je tweet

Like

Bijna zeventig procent van alle consumenten in Nederland maakt inmiddels gebruik van een smartphone. Door de mobiele telefoon zijn wij altijd online en verslaafd aan sociale media. En die nieuwe media maken ons steeds improductiever, dommer en asocialer. Dit betogen de auteurs van de ‘Zwarte kant van sociale media’. Zij waarschuwen alle homines digitalis mobilis voor de gevaren van sociale media: “Wie verslaafd is geraakt aan digitale snacks moet op dieet.”

Onheilsprofeten

De Zwarte kant van sociale media lijkt op een goed getimede publiciteitsstunt. De nrc portretteerde jongeren die hun verslaving hebben overwonnen. Zij hadden afscheid genomen van hun Facebook account. “Het is niet Facebook maar Fakebook. Als ik 24 uur per dag het mooiste kind had, een heleboel geld en de allerleukste man, dan zou Facebook geweldig zijn.” meldt een ex-gebruiker met haar duim naar beneden. Dat maakte mij nieuwsgierig of de profeten van de onheilstijding zelf ook al zijn afgekickt. ‘Tijd voor een biertje’ (met foto van flesje pils en bakje olijven) en ‘Ga nu aan de gegratineerde oesters…’ (met foto van oesters in een ovenschaal) zijn tweets van één van de auteurs. De profeten kunnen de verleiding van digitale snacks dus zelf niet weerstaan en zondigen tegen hun eigen boodschap.

Gadget Freak

Het doemdenken over nieuwe media is van alle tijden. In ons ouderlijk huis was geen plaats voor een televisie. Mijn vader vond een TV in huis geestdodend en een aanslag op ons familieleven. In de woonkamer werd alleen klassieke muziek gedraaid, boeken en kranten gelezen en scrabble gespeeld. En zo ben ik opgegroeid zonder Pipo de Clown, Ja Zuster Nee Zuster, Thunderbirds en Swiebertje. Maar die achterstand heb ik snel ingelopen. Uit nijd om wat mij tijdens mijn jeugd is onthouden, kocht ik als één van de eersten een PC, een smartphone en een tablet. Ik wil er meteen bij zijn als er nieuwe gadgets of media worden gelanceerd. Maar daarin word ik de laatste jaren overtroffen door mijn zoon die productaankondigingen op de voet volgt via livestreams.

Interactie en Co-creatie

Mijn honger naar nieuwe technologie is niet alleen ingegeven uit materialisme. Ik ben gefascineerd door de paradigmaverschuiving die sociale media veroorzaken. Het initiatief verschuift naar consumenten en burgers. In tegenstelling tot de traditionele media komt de interactie tot stand zonder redactionele regie. Met vakgenoten deel en bediscussieer ik weblogs over overheid en technologie. Met teamgenoten over de hele wereld wisselen wij onze sporttrainingen en trainingstips uit. Voor advies stel ik een vraag of beantwoord #dtv via mijn twitteraccount. Of ik draag mijn kennis bij aan Wikipedia. Het draait allemaal om het combineren van kennis en het uitwisselen ervan. Delen is het nieuwe vermenigvuldigen.

Schuivende mediaverhoudingen

De nieuwe media hebben de traditionele media niet verdrongen. Maar we zijn wel minder TV gaan kijken en kijken nu ook naar streaming diensten zoals Netflix en uitgesteld via uitzending gemist. Of we delen zelfgemaakte content met tekst, beeld en geluid. Maar ook binnen de sociale media verschuiven de verhoudingen. Sommige berichten deel je publiek. Maar we zullen steeds meer in een besloten kring gaan delen. Meldingen over biertjes en oesters kun je natuurlijk beter via een gesloten Whatsapp vriendengroep delen. Maar iedereen moet zelf de eigen grenzen bepalen. Het sociale netwerk werkt daarbij corrigerend. Sociale media bieden unieke mogelijkheden voor persoonlijke onderscheiding of personal branding: je bent wat je tweet.

 

 

Een parlement met 16.915.744 zetels

Oranje supporters

Ons land telt bijna 17 miljoen bondscoaches. Zij beoefenen in actieve of passieve vorm de voetbalsport en adviseren de echte coach tijdens de wedstrijden van Oranje. Ons parlement moet het doen met 150 leden in de Tweede en 75 leden in de Eerste Kamer.

Deze parlementsleden moeten met een minimale ondersteuning het functioneren van de regering controleren. Zij hebben daarvoor het mandaat gekregen van de kiezers. Die kiezers hebben gekozen op basis van een verkiezingsprogramma, waarvan zij weten dat dat nooit zal worden uitgevoerd. Vier jaar lang moeten zij passief toezien hoe hun volksvertegenwoordigers het er van af brengen. Het wordt dus hoog tijd de samenleving meer te betrekken in het democratische proces. De wijsheid van velen kan beter worden aangewend voor het versterken van onze parlementaire democratie.

Prille geschiedenis van onze democratie

Vlak voor haar vertrek als kamervoorzitter gaf Gerdi Verbeet haar visie op de toekomst van onze democratie. Zij plaatste onze democratie in historisch perspectief en nam ons mee naar het jaar 1858. Een nieuw kabinet trad toen aan onder leiding van Jan Jacob Rochusesen. En wie had hem gekozen? Een electoraat bestaande uit alle mannelijke Nederlanders ouder dan 23 die meer dan 100 gulden belasting betaalden. Dat was niet meer dan 10% van de volwassen mannen en dus een heel laag percentage van de totale bevolking. Er zou nog 64 jaar overheen gaan voordat in 1922 het volledige algemene kiesrecht werd ingevoerd voor mannen en vrouwen. Gerdi Verbeet benadrukt dat onze democratie dus nog niet zo lang bestaat. We moeten haar onderhouden en goed voor haar zorgen.

Wisdom of the Crowds

Het onderhoud van onze democratie impliceert ook het betrekken van de samenleving in de uitdagingen waar wij nu voor staan. Onze gezondheidszorg, ons leefmilieu, onze veiligheid en sociale zekerheid willen wij beschermen. Maar de crisis heeft geleerd dat de oude structuren niet meer werken. Voor het aanpakken van de maatschappelijke vraagstukken zullen burgers, overheid, bedrijfsleven en wetenschap samen moeten werken en verantwoordelijkheid moeten nemen. De beschikbare kennis, creativiteit en denkkracht binnen de samenleving wordt nu nog onvoldoende benut. Maar door de komst van nieuwe technologieën, zoals de sociale media, het mobiel, de cloud en sensoren, zijn er meer mogelijkheden voor burgers om zichzelf te organiseren, samen te werken en te beslissen. Burgers kunnen daardoor zelf invloed uitoefenen om onze samenleving slimmer, socialer, veiliger en duurzamer te maken.

Burgerinitiatief centraal 

Bedrijven en overheden zullen moeten inleveren op hun huidige controle en macht. Zij zullen een gewijzigde positie ten opzichte van de samenleving gaan innemen. Dat begint op lokaal niveau. Burgers worden uitgenodigd tot zelforganisatie. Een mooie aanzet daartoe doet het Planbureau voor Leefomgeving in haar rapport ‘Vormgeven aan de Spontane Stad’. Daarin bepleit het PBL voor organische gebiedsontwikkeling waarin ruimte is voor initiatieven voor burgers en bedrijven. Het Rijk moet dan soepeler omspringen met de regelgeving en gemeenten moeten hun regierol loslaten. De overheid zal dan in mindere mate haar eigen burgers gaan controleren en meer zelforganisatie stimuleren. Politieke partijen zullen minder eigen standpunten uitventen en de mogelijkheden van sociale media beter gaan benutten. Zij zullen inzien dat alleen zenden van eigen standpunten op sociale media asociaal is. De media zullen zij dus veel meer gaan gebruiken om te luisteren naar en opvolging te geven aan signalen in de samenleving. Daardoor krijgen burgers meer invloed op hun leefomgeving en te nemen beslissingen. We evolueren dan geleidelijk van een representatieve democratie naar een meer directe democratie.

Gezonde prikkel is achterhaald

skatebaan

De overheid wil gewenst gedrag stimuleren. Als je dat gewenste gedrag vertoont dan word je beloond. Meestal gebeurt dat in de vorm van geld. Je krijgt meer of betaalt minder. We noemen dat een gezonde prikkel. Deze wordt altijd top down wordt toegediend. Maar op een gegeven moment werkt het niet meer en lokt de prikkel ongewenst gedrag uit. Dan spreken we van een perverse prikkel.

Gezonde prikkel wordt perverse prikkel
Sommige prikkels hebben totaal geen effect. Niemand gaat minder drinken of autorijden door de omvang van de accijnzen op alcohol en benzine. En als het ons te gortig wordt dan bedenken we maatregelen die de pijn wegnemen. De leaseregelingen bijvoorbeeld stimuleren juist het rijden van zoveel mogelijk kilometers. Maar vaak hebben de prikkels een ongewenste uitwerking. De hypotheekrente aftrek was ooit bedoeld om het eigen woningbezit te stimuleren. Het heeft de bevolking met torenhoge schulden opgezadeld. De aftrek zit inmiddels volledig verdisconteerd in de huizenprijzen die veel hoger zijn dan in onze buurlanden die de aftrek niet hebben. Het stimuleringsbeleid van de overheid heeft een averechts effect gehad. Mensen met grote villa’s profiteren van de aftrek. Starters komen niet aan de bak. Eigenlijk zou niet de schuld, maar de aflossing aftrekbaar moeten zijn. Andere prikkels met ongewenste effecten zijn de publicatiedruk in de wetenschap en bonussen in het bedrijfsleven. Publicatieprikkels resulteren in irrelevante publicaties en soms zelfs vervalsing van onderzoeksgegevens. De bonussen in het bedrijfsleven lokken risicovol gedrag uit.

Technocratisch denken
De prikkels helpen ons niet langer verder vooruit, maar lijken een doel op zich te zijn geworden. Onze westerse wereld wordt met het stijgen van de welvaart steeds meer gedomineerd door het technocratisch denken. Alleen de feiten tellen en meten is weten. Morele overwegingen worden daardoor op de achtergrond gedrongen. Die waardevrije technocratische benadering is volledig doorgeslagen. Een mooi voorbeeld daarvan is de aanpak van Annemarie Jorritsma in de richting van de jongeren in haar gemeente. Zij beloofde te zullen meebetalen aan een skatebaan als het vandalisme rond de jaarwisseling binnen de perken zou blijven. Dat bleek het geval en de ruim 70.000 euro schade in Almere tijdens oudejaarsnacht beloonde zij vervolgens met een skatebaan.

Overheid moet leren loslaten
In de moderne netwerksamenleving werkt het stimuleringsbeleid van de overheid niet meer. Top down sturing om gedrag te beïnvloeden wordt steeds minder geaccepteerd en werkt meestal averechts. De effecten van het sturen met geld zijn ook bijna geheel verdwenen. De overheid moet leren loslaten. Zij zal zich moeten beperken tot het scheppen van (wettelijke) kaders. De samenleving zal in toenemende mate zichzelf gaan organiseren. Mensen hoeven niet meer van buitenaf te worden geprikkeld. Zij halen voldoening uit wat zij zelf tot stand brengen in hun omgeving.