Kinderrechten en Privacy in het Digitale Tijdperk

Kinderrechten en Privacy in het Digitale Tijdperk

De Partij voor de Dieren (PvdD) legt in haar verkiezingsprogramma de nadruk op twee vaak onderbelichte thema’s: kinderrechten online en privacy als fundamenteel recht. Daarmee raakt de partij actuele zorgen in de samenleving en onderscheidt zij zich van andere partijen die digitalisering vooral economisch of veiligheidsmatig benaderen. Deze keuzes zijn niet alleen principieel sterk, maar ook strategisch verstandig.

Kinderrechten en Privacy als Kernwaarden

Een hele generatie groeit op in een digitale omgeving die grotendeels wordt vormgegeven door Big Tech. Platformen als TikTok en Instagram beïnvloeden kinderen diepgaand in hun zelfbeeld en wereldbeeld. Door dit te benoemen, erkent de PvdD een urgent probleem dat ouders en scholen dagelijks ervaren. Even sterk is de keuze om privacy niet te reduceren tot een afweging, maar te positioneren als basisvoorwaarde van een vrije samenleving. Daarmee biedt de partij een krachtig tegenwicht tegen een digitale economie die steeds meer draait om surveillance en dataverzameling.

Van Ideaal naar Praktijk

De uitdaging ligt in de vertaling van deze idealen naar uitvoerbaar beleid. Voorstellen als een smartphoneverbod onder de 14 jaar of de eis dat alle “Nederlandse data” in Nederland moeten blijven botsen met de technische realiteit. Effectieve bescherming vraagt om maatregelen die haalbaar zijn, zonder dat ze de eigen waarden ondermijnen.

Slimmere Bescherming

Bescherming van kinderen kan concreet vorm krijgen via maatregelen die dicht bij hun leefwereld liggen. Smartphonevrije scholen zijn uitvoerbaar en effectief, en ouders kunnen beter ondersteund worden in hun digitale opvoeding. Ook is er ruimte voor stimulering van privacyvriendelijke sociale media en kindgerichte platforms.

Voor privacybescherming ligt de sleutel bij samenwerking op Europees niveau. De AVG heeft bewezen dat Europa Big Tech kan beïnvloeden. Door wetgeving verder te versterken en te verbreden, kan de PvdD haar idealen realiseren. Tegelijk kan Nederland investeren in privacytechnologie en publieke digitale alternatieven, zodat veilige keuzes beschikbaar blijven voor burgers en instellingen.

Bescherming tegen schadelijke algoritmes

Een veelbelovende route is het reguleren van schadelijke algoritmes. In plaats van kinderen te verplichten tot online identificatie, kan de verantwoordelijkheid bij de producent worden gelegd. Net zoals speelgoed moet voldoen aan veiligheidsnormen, kunnen digitale producten worden getoetst op kindveiligheid. Bedrijven moeten transparant maken hoe hun aanbevelingssystemen werken en schadelijke praktijken zoals eindeloos scrollen of oneerlijke ontwerppraktijken voor kinderen vermijden.

Apps hoeven daarbij niet verboden te worden zolang zij hun systemen aanpassen. Door standaard veilige modi voor alle gebruikers in te bouwen en ouders de mogelijkheid te geven aanvullende instellingen te beheren, kan bescherming worden gerealiseerd.

Naar een Realistische Digitale Agenda

De PvdD heeft haar prioriteiten helder: kinderrechten en privacy zijn cruciaal voor een rechtvaardige digitale samenleving. Het is nu zaak deze waarden te vertalen naar uitvoerbaar beleid. Door slimme en realistische maatregelen kan de partij haar principes combineren met effectiviteit en een nuttige bijdrage leveren aan het digitale debat.

Wikipedia en AI: De Les van de bovenbazen

In het stripverhaal ‘De bovenbazen’ van Marten Toonder is winst het hoogste doel. De natuur is daarin de vijand, want die werkt gratis. “Roei de natuur uit, want natuur is onze grootste vijand. Die vernieuwt zichzelf, voel je wel? En dat soort dingen meer…” Uiteindelijk wordt ingezien dat het vernietigen van de natuur ook het einde betekent van de winstmachine zelf. Deze les is actueler dan ooit nu AI-modellen gratis en massaal informatie gebruiken die door mensen is opgebouwd, zonder daar iets voor terug te geven.

AI vernietigt de bron

Wikipedia is een van de laatst overgebleven fijne plekken op internet, waar vrije kennisdeling zonder commercieel belang centraal staat. De encyclopedie wordt door vrijwilligers bijgehouden en verbetert zichzelf continu.

Maar net zoals de bovenbazen de natuur willen uitroeien, dreigt AI hetzelfde te doen met Wikipedia. Chatbots halen hun kennis grotendeels uit bronnen als Wikipedia, zonder dat Wikipedia daar iets voor terugkrijgt. Hierdoor dreigt de natuurlijke samenwerking tussen mensen wereldwijd te verdwijnen.

“Natuur? Bah, meneer! De natuur is de vijand van het kapitaal. De natuur werkt gratis! En gratis is een vloek! Een gruwel!”

Als AI Wikipedia overbodig maakt, droogt de bron op. Wikipedia heeft donateurs en actieve gebruikers nodig om te blijven bestaan. Als AI de rol van encyclopedie overneemt zonder iets terug te geven, zal het platform verzwakken en op den duur verdwijnen. Dit is hetzelfde principe als in ‘De bovenbazen’: als je de natuur uitroeit, verdwijnt ook de basis van je eigen bestaansrecht.

Hoe Wikipedia en AI naast elkaar kunnen bestaan

De les van ‘De bovenbazen’ is duidelijk: het vernietigen van de bron is uiteindelijk ook het vernietigen van jezelf. AI-bedrijven en Wikipedia zouden elkaar kunnen versterken in plaats van verdringen. Een mogelijkheid is dat AI-systemen Wikipedia ondersteunen, bijvoorbeeld door foutdetectie en suggesties voor verbeteringen, terwijl ze tegelijkertijd een vorm van compensatie bieden voor het gebruik van Wikipedia’s content. Dat kan door financiële bijdragen van AI-bedrijven, maar ook door integratie van Wikipedia-bronnen in AI-systemen, zodat gebruikers gestimuleerd worden om de originele encyclopedie te blijven raadplegen.

De toekomst vraagt om een samenwerking waarin AI Wikipedia versterkt in plaats van vervangt. Alleen dan blijft vrije kennis voor iedereen beschikbaar en voorkomen we dat de digitale wereld hetzelfde lot ondergaat als de natuur in ‘De bovenbazen’.

Bron: Marten Toonder, De bovenbazen (2012), uitgegeven door De Bezige Bij.

Black Mirror laat zien hoe Big Tech ons afhankelijker maakt

Stel je voor: een wereld waarin technologie zó diep in ons leven zit, dat we nauwelijks nog controle hebben. Klinkt als sciencefiction? Helaas niet. De populaire serie Black Mirror houdt ons al jaren een spiegel voor. En die spiegel wordt elk seizoen donkerder en realistischer.

Neem de nieuwe aflevering ‘Common People’. Een ogenschijnlijk simpel verhaal over een gewoon stel dat verstrikt raakt in een abonnementensysteem van een techbedrijf. Klinkt herkenbaar? Dat is precies de bedoeling. Wat begint als gemak, eindigt in een leven waarin ze steeds minder te zeggen hebben over hun eigen keuzes.

Van gemak naar afhankelijkheid

We kennen het allemaal: gratis apps, slimme assistenten, handige cloudopslag. Alles binnen handbereik en vaak zonder dat we ervoor hoeven te betalen. Maar die ‘gratis’ diensten zijn zelden echt gratis. We betalen voor het gebruik of met iets anders: onze data, onze aandacht, onze autonomie.

Bedrijven als Meta, Amazon en Google bouwen diensten die ons afhankelijk maken. Ze maken gebruik van slimme technieken: steeds duurdere abonnementen, beperkte gratis versies, en steeds veranderende voorwaarden waar je geen invloed op hebt. Ondertussen verzamelen ze alles wat je doet, om je nóg gerichter te kunnen beïnvloeden.

Black Mirror is geen fantasie meer

De aflevering ‘Common People’ laat zien wat er gebeurt als we dat normaal gaan vinden. Mensen verliezen grip op hun leven, terwijl techreuzen de dienst uitmaken. En hoewel het fictie is, komt het akelig dicht bij de realiteit.

Kijk maar naar de échte wereld: techmiljardairs als Mark Zuckerberg, Jeff Bezos en Sundar Pichai zitten op de eerste rij bij politieke gebeurtenissen. Hun bedrijven hebben meer macht dan sommige landen. En de regels? Die zijn er nauwelijks.

Tijd voor verandering

Het is tijd om onze afhankelijkheid van Big Tech te doorbreken. Dat begint bij stevige wet- en regelgeving. Digitale diensten moeten transparant zijn over hoe ze werken, welke data ze verzamelen en wat ze daarmee doen. Ook moeten ze verplicht worden om beter samen te werken met andere systemen, zodat je als gebruiker niet vastzit aan één leverancier.

Daarnaast kunnen overheden actief investeren in publieke en onafhankelijke alternatieven voor essentiële digitale infrastructuur. Denk aan veilige e-maildiensten, clouddiensten of sociale netwerken die niet draaien op winst, maar op publieke waarden. Zo wordt onze digitale samenleving minder afhankelijk van commerciële partijen met een eigen agenda.

Ook het eigenaarschap van data moet terug naar burgers en organisaties. We hebben strikte regels nodig over hoe data wordt verzameld, opgeslagen en gebruikt. Die regels moeten afdwingbaar zijn. Het kan niet zo zijn dat bedrijven zomaar alles van ons mogen opslaan en analyseren zonder duidelijke toestemming.

Educatie speelt hierin ook een grote rol. Mensen moeten beter worden voorbereid op de risico’s van het digitale leven. Niet alleen om zichzelf te beschermen tegen verslaving en manipulatie, maar ook om bewuste keuzes te maken over hun digitale omgeving.

Tot slot is het cruciaal dat algoritmes en AI-systemen onder publieke controle staan. Deze technologieën sturen steeds vaker ons gedrag en onze besluitvorming. Daarom moeten ze transparant zijn en bijdragen aan democratische waarden, in plaats van ze te ondermijnen.

De spiegel is helder, wat doen we ermee?

We kunnen inzetten op strengere regels voor Big Tech, publieke investeringen in digitale alternatieven en digitale educatie op scholen en in de samenleving, zodat we de controle over onze technologie én onze toekomst terugnemen.

Breek hekken af, bouw digitale tafels

De uitspraak “When you have more than you need, build a longer table, not a higher fence” roept op tot openheid en inclusie. In plaats van mensen buiten te sluiten, zouden we moeten streven naar verbinding en samenwerking. Dit ideaal is niet alleen relevant in sociale en politieke discussies, maar ook in de digitale wereld. Toch lijkt de oorspronkelijke belofte van het internet – een open ruimte voor iedereen – steeds vaker te wijken voor economische machtsconcentratie en gesloten ecosystemen.

Van openheid naar controle

Het internet begon als een plek waar kennis vrij gedeeld kon worden en waar iedereen toegang had tot informatie en netwerken. Sociale media boden een platform voor activisme en maatschappelijke veranderingen, zoals te zien was tijdens de Arabische Lente, Black Lives Matter en #MeToo. Ook economische kansen groeiden: kleine bedrijven, freelancers en contentmakers konden wereldwijd publiek bereiken via platforms als YouTube, Instagram en TikTok.

Toch is deze openheid steeds meer onder druk komen te staan. Een handvol grote technologiebedrijven – Apple, Amazon, Google, Meta, X en TikTok – beheersen het digitale landschap. Zij verdienen miljarden door gebruikersdata te verzamelen en verhandelen, vaak zonder transparantie. Sociale media en online diensten lijken gratis, maar in werkelijkheid betalen gebruikers met hun data, aandacht en gedragingen. Algoritmes manipuleren gedrag, versterken polarisatie en verspreiden desinformatie, met negatieve gevolgen voor de samenleving en mentale gezondheid.

De digitale wereld als zero-sum game

Het ideaal van een open en verbonden internet is in veel opzichten vervangen door een zero-sum game: een paar grote bedrijven concentreren de macht, terwijl miljarden gebruikers product én consument tegelijk zijn geworden. Big Tech bepaalt de regels, en de rest van de wereld moet zich eraan aanpassen. Dit leidt tot afhankelijkheid en een verlies van digitale autonomie.

Maar het kan ook anders. In plaats van hogere hekken te bouwen, kunnen we juist langere tafels maken door het digitale speelveld eerlijker en toegankelijker te maken. Dit vraagt om bewuste keuzes op het gebied van regelgeving, technologie en gebruikersgedrag.

Regulering en digitale soevereiniteit

Om de balans te herstellen, moeten overheden Big Tech reguleren. Europa kan hierin een voortrekkersrol spelen door digitale soevereiniteit te versterken en afhankelijkheid van enkele grote Amerikaanse bedrijven te verminderen. Belangrijke maatregelen zijn:

  • Interoperabiliteit verplicht stellen bij sociale media, zodat gebruikers vrij kunnen overstappen zonder hun netwerk kwijt te raken.
  • Striktere privacywetten en transparantie-eisen, zodat gebruikers meer controle krijgen over hun data.
  • Beperking van gepersonaliseerde advertenties die gebaseerd zijn op extreme dataverzameling.
  • Ondersteuning van open-source AI en gedecentraliseerde platforms, zodat innovatie niet alleen in handen van Big Tech blijft.

Zelf bijdragen aan langere tafels

Gebruikers kunnen nu al kiezen voor alternatieven die meer openheid en controle bieden. Denk aan open-source AI-modellen in plaats van gesloten systemen zoals GPT-4 van OpenAI. Of aan gedecentraliseerde sociale netwerken zoals Mastodon en Bluesky, die transparanter en democratischer zijn dan commerciële platforms. Ook open cloud-initiatieven en federatieve netwerken bieden meer controle over data en opslag dan de gesloten ecosystemen van AWS, Google Cloud en Microsoft Azure.

De vraag blijft: gebruiken we technologie om meer mensen te betrekken en te verbinden (langere tafels), of om exclusiviteit en controle te vergroten (hogere hekken)? Veel Big Tech-bedrijven roepen op tot samenwerking en inclusie, maar hun beleid vertelt een ander verhaal. Daarom blijft de discussie over openheid en controle cruciaal in de digitale wereld. We staan op een kruispunt: kiezen we voor gesloten systemen met steeds hogere muren, of bouwen we samen aan een internet waarin iedereen een plek aan tafel heeft?

Maatwerkplaats

“De overheid moet allereerst het werk goed doen. Steeds vaker horen we dat de overheid dan meer maatwerk moet bieden. Maar maatwerk is geen oplossing voor slecht beleid.” Schrijft de Nationale Ombudsman in haar jaarverslag ‘De burger kan niet wachten’. De ombudsman roept op beleid en uitvoering te ontwerpen vanuit het perspectief van de burger.

Gelijke behandeling is door de jaren heen consequent het uitgangspunt geweest bij ontwikkeling van beleid uit het oogpunt van rechtmatigheid. Dat was ook het geval bij de opbouw van de verzorgingsstaat na de Tweede Wereldoorlog. Er moesten massaal nieuwe voorzieningen worden opgetuigd, waarbij geen rekening kon worden gehouden met verschillen tussen mensen. Vanaf de tachtiger jaren werd gelijke behandeling door de intrede van automatisering ook nog doorgetrokken in de uitvoering van het overheidsbeleid. Uitvoeringsprocessen werden verregaand gestandaardiseerd. Overheidspersoneel werd vervangen door ICT. Door nadruk op gelijkheid en efficiency verdween een deel van de menselijke maat. Burgers konden daardoor soms buiten hun schuld in de problemen komen en worden vermalen in de overheidsbureaucratie.

Uitkeringsinstanties erkennen dat handelen vanuit de wet kan leiden tot schrijnende gevallen. Mensen raken verstrikt in onbegrijpelijke regels, die moeilijk zijn na te komen. Maar burgers kunnen ook slachtoffer worden van fouten in de uitvoering of langs elkaar heen werkende overheidsafdelingen. Bij UWV groeide daarom de behoefte aan maatwerk om een oplossing te kunnen bieden aan burgers die tussen wal en schip dreigen te raken. Medewerkers van UWV kunnen schrijnende gevallen aanmelden voor heroverweging van individuele cases in de maatwerkplaats, waarin verschillende disciplines worden betrokken. De maatwerkplaats zoekt naar een (structurele) oplossing voor de burger voor inkomenszekerheid en participatie in de maatschappij. Zij doet dit door de case vanuit verschillende perspectieven te bekijken. Naast het randvoorwaardelijke juridisch perspectief wordt ook gekeken naar het maatschappelijk- en het economisch perspectief.

Sinds de oprichting van de Maatwerkplaats twee jaar geleden zijn door UWV ruim 400 individuele cases afgehandeld, waaronder de case van Henk van Loon. Henk verliest zijn baan als accountmanager in de schoenenbranche en komt in de WW. Een maand later belandt hij in de Ziektewet nadat hij is getroffen door een hartinfarct. Tijdens zijn revalidatieperiode wordt Henk benaderd voor een nieuwe baan als coach van hypotheekadviseurs. Zijn werkgever zou daarbij in aanmerking komen voor loonkostenvoordeel omdat Henk behoort tot de doelgroep: komend uit de WW en ouder dan 56 jaar. Henk accepteert de baan, maar slaat daarbij een cruciale stap over waardoor de werkgever het recht op loonkostenvoordeel verliest. Komend vanuit de WW had Henk zich eerst beter moeten melden. Een dag later had hij, komend vanuit de WW, zijn nieuwe baan kunnen melden. De maatwerkplaats besluit hem deze vormfout te vergeven en voor Henk maatwerk toe te passen. Daarbij wordt afgewogen dat Henk op zijn 58ste moeilijk aan de slag zou kunnen komen en dat hij bij verlies van zijn nieuwe baan weer in de WW zou belanden. Daarom besluit UWV het loonkostenvoordeel alsnog toe te kennen.

De cases van UWV’s maatwerkplaats illustreren hoe complexe regelgeving leidt tot onvermogen bij burgers en fouten in de uitvoering. Socialezekerheidswetgeving kan uitkeringsgerechtigden onevenredig hard raken in hun inkomenssituatie. Dit zijn exact de knelpunten die UWV vorig jaar benoemde in haar knelpuntenbrief. Wetgeving ondersteunt de happy flow zonder veel problemen, maar UWV-medewerkers hebben aanvullend behoefte aan meer beslisruimte om complexe zaken op te lossen. Maatwerk is geen oplossing voor slecht beleid, maar nieuw beleid zou meer ruimte moeten bieden voor maatwerk om kwetsbare burgers te helpen.

Kamer van Datahandel

De Kamer van Koophandel is een eeuwenoude organisatie die haar bestaansrecht ontleent aan het Handelsregister. Bedrijven en zzp’ers zijn verplicht zich tegen betaling in te schrijven bij de KvK en moeten vervolgens ook betalen om te kunnen inzien hoe zij zijn ingeschreven. Met de doorverkoop bedrijfsgegevens, waaronder telefoonnummers en adressen, zou de KvK naar schatting 33 miljoen euro per jaar verdienen. De openbaarheid van contactinformatie is al jarenlang een bron van ergernis bij ondernemers omdat zij daardoor ongevraagd worden belaagd door telemarketeers.

Meer dan tien jaar geleden werden hierover al Kamervragen gesteld door Kees Verhoeven van D66. Bent u bekend met de irritatie van vele ondernemers over het feit dat de KvK contactinformatie van ondernemers beschikbaar stelt? Antwoord: Ja. Acht u het wenselijk dat een publieke organisatie die ondernemingen verplichte heffingen oplegt, geld verdient met het ongevraagd verkopen van contactgegevens? Antwoord: De opbrengsten uit verstrekking van adresgegevens vormen een substantieel deel van de bekostiging van het handelsregister en dragen er aldus aan bij de heffing voor het handelsregister zo laag mogelijk te houden. 

ZZP’ers ervaren de nadelige gevolgen van de openbaarheid van contactgegevens, die meestal gelijk zijn aan hun privéadres. Zij worden nog steeds regelmatig ongewenst en op de meest ongelegen tijdstippen gebeld door telemarketeers. Het ‘bel-me-niet-register’ biedt daarvoor geen bescherming. Vanaf 1 juli 2021 mogen bedrijven zzp’ers zelfs niet meer bellen, tenzij daarvoor vooraf toestemming is verleend of in het geval er sprake is van een bestaande klantrelatie. In de praktijk trekken telemarketeers zich daar weinig van aan. Zij beweren glashard dat je een klant bent en steken dan meteen van wal met hun verkoopverhaal.

Zo werd ik, enkele maanden nadat ik bij het KvK mijn eenmanszaak had laten registreren, misleid door Collectief Adviespunt. Een telemarketeer van het bedrijf belt mij met mededeling dat zij mij eerder hebben bemiddeld bij het afsluiten van energiecontract en dat zij mij nu een beter contract kunnen aanbieden. Daarna wordt geprobeerd mijn persoonlijke informatie te ontfutselen en wordt een ‘verbeterde’ aanbieding gedaan met het verzoek die aanbieding tijdens het gesprek te bevestigen. De telemarketeer toonde aan toegang te hebben tot mijn inschrijving in het KvK Handelsregister. Ik ben absoluut geen klant van Collectief Adviespunt en heb vooraf ook geen toestemming gegeven voor telefonische verkoop. Wel kan ik gebruik maken van mijn recht op verzet en melding doen bij de Autoriteit Consument & Markt.

De Autoriteit Persoonsgegevens adviseerde in juni van dit jaar om de woonadressen van zzp’ers in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel standaard af te schermen. De adressen moeten dan alleen nog beschikbaar blijven voor bepaalde beroepsgroepen en instanties. AP-voorzitter Aleid Wolfsen wijst daarbij ook op de gevaren van stalking, bedreiging en identiteitsfraude als gevolg van vrije beschikbaarheid van woongegevens van zzp’ers. Het Handelsregister is bedoeld om mensen en bedrijven te kunnen opzoeken en zo zeker te zijn dat iemand bevoegd is namens een bedrijf te spreken of handelen. Omdat zzp’ers zelf het bedrijf zijn, is dat voor hen overbodig. Bovendien beschikken samenwerkende bedrijven via facturen al over de adressen van de zzp’ers.

Onlangs kwam aan het licht dat de KvK zo’n 1.800 beschermde privéadressen had gelekt, waaronder die van Kamerleden, bestuursleden en fractiemedewerkers. De privéadressen waren opgevraagd door een voormalig advocaat die nog toegang had tot deze gegevens. Naar aanleiding van dit datalek vroeg de Kamer aan de Staatssecretaris het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens om woongegevens van zzp’ers niet meer zichtbaar te presenteren zo snel mogelijk uit te voeren. De Staatssecretaris kon dit nog niet toezeggen en wacht de uitkomst af van een brede consultatie over de datavisie van het Handelsregister: ‘Het doel van de visie is om een balans te vinden tussen de uiteenlopende belangen die spelen rondom het Handelsregister. De visie zal een nieuw beleidskader vormen voor de verwerking en verstrekking van gegevens uit het Handelsregister. Hierbij worden alle mogelijke oplossingsrichtingen in overweging genomen.’

Vooralsnog zijn we dus nog niet verlost van de nadelige gevolgen van de openbaarheid van de contactinformatie bij het KvK, maar vooruitlopend op de uitkomst van de brede consultatie wil ik hierbij wel alvast mijn advies geven. De verplichte registratie van het Handelsregister moet gratis zijn, evenals het beschikbaar stellen van de informatie. Je zou op zijn minst slechts één keer moeten betalen voor dezelfde informatie. Contactinformatie van een zzp’er wordt standaard afgeschermd, tenzij die zelf toestemming geeft deze openbaar te tonen. Scherm het anoniem opvragen van contactinformatie af en geef de zzp’er als eigenaar van de gegevens (online) inzage wie wanneer zijn/haar gegevens opvraagt of raadpleegt.

Brug tussen beleid en balie

Klem tussen balie en beleid

Eindrapport van het parlementaire onderzoek naar de oorzaken van problemen bij uitvoeringsorganisaties ‘Klem tussen balie en beleid’ (zie Eindrapport Tweede Kamer). Wanneer gaat de uitvoering van overheidsbeleid goed en wanneer gaat het zodanig mis dat burgers klem komen te zitten? Wat moet er gebeuren om uitvoerbaar beleid tot stand te brengen met oog voor de menselijke maat?

Onze overheid heeft geen sterke reputatie als het gaat om het invoeren van nieuw beleid. Een ministerie bedenkt de plannen. De politiek drukt de plannen door. En de uitvoeringsorganisatie wordt vervolgens geconfronteerd met een onmogelijke opdracht en onrealistische deadlines. Doordat de politiek en de uitvoering weinig interesse voor elkaar hebben, wordt voorgenomen beleid nauwelijks getoetst op uitvoerbaarheid. Burgers zitten daardoor – volgens de Tijdelijke Commissie Uitvoeringsorganisaties – geregeld ‘klem tussen balie en beleid’ en worden vermalen in de machinerie van de overheidsbureaucratie.

Het doet denken aan de film Modern Times uit 1936, een satire op de voortschrijdende industrialisatie in het begin van de twintigste eeuw. We zien arbeiders, bewaakt door camera’s en beeldschermen, monstrueuze machines bedienen. Een van hen is Charlie Chaplin, een zwerver. Hij werkt aan een lopende band en draait voortdurend bouten en moeren aan. Tussen alle slaafse wezens die de fabriek bevolken weet hij als enige zijn menselijkheid te bewaren. De industrialisatie werkte dehumanisering in de hand. Arbeiders werkten onder miserabele omstandigheden aan de lopende band en verloren binding met het eindproduct. 

Onderwerping aan systemen
De vervreemding van arbeiders na de industriële revolutie toont gelijkenis met onze huidige onderwerping aan de systemen. De moderne mens is verworden tot systeemslaaf, van wie het gedrag in toenemende mate kan worden gemanipuleerd. Door middel van data tracking en profiling wordt gebruik gemaakt van persoonlijke informatie die als basis wordt gebruikt voor controle van mensen.

De Duitse filosoof Jürgen Habermas maakte een onderscheid tussen de ‘systeemwereld’ en ‘leefwereld’. De systeemwereld is alles wat mensen ontwikkeld hebben aan instellingen en structuren voor regulering op gebieden van onder andere economie, politiek, onderwijs, wetenschap, overheid, gezondheidszorg, verzorgingsstaat en rechtspraak. De leefwereld is het privédomein, waarin de mensen met elkaar omgaan buiten de systemen.

Structuur in processen
In het verleden bestond een samenleving bijna helemaal uit ‘leefwereld’, maar in de moderne tijd is een steeds groter deel ‘systeemwereld’ geworden. De systeemwereld dijt uit en lijkt steeds verder af te drijven van de leefomgeving van mensen. De systeemwereld houdt te weinig rekening met individuele behoeften van mensen. Mensen herkennen zich niet in de abstracte systeemwereld en begrijpen die wereld niet. De systeemwereld begrijpt zichzelf vaak ook niet. Het is een ongelijksoortige verzameling van systemen en subsystemen. Die zijn vaak een doel op zich en werken niet altijd even goed samen. In onze moderne tijden verschuift het zwaartepunt in de richting van de systeemwereld. Mensen en belangengroeperingen verzetten zich in toenemende mate tegen onbegrijpelijke regels, systemen en procedures waarbij het uiteindelijke doel soms helemaal uit het oog is verloren.

De systeemwereld en de leefwereld moeten meer in balans komen. De overheid zou structuur moeten aanbrengen in haar administratieve processen tussen beide werelden. Het gaat nu mis bij de overdracht van beleid naar uitvoering en van uitvoering naar het publiek. Deze problemen kunnen worden voorkomen door de disciplines in een vroegtijdig stadium bij elkaar te brengen voor het uitvoeren van een integrale impactanalyse van voorgenomen wetgeving. Dit bevordert ook de kwaliteit van besluitvorming. Kamerleden beoordelen dan ook de uitvoeringsplannen en -consequenties en burgers krijgen beter inzicht in persoonlijke consequenties.

Lekken dichten

Laat jij je op Corona testen als je het risico loopt dat jouw persoonlijke en medische gegevens kunnen worden verhandeld? Die vraag stelde ik in mijn Twitter netwerk. Ja, zegt 48 procent. Die groep is bereid het risico te nemen. Daar staat een afwijzende meerderheid van 52 procent tegenover die eerst zekerheid wil hebben. Het datalek bij de GGD heeft overduidelijk het vertrouwen geschaad. Dat vraagt om structurele maatregelen om het vertrouwen te herwinnen.

Al bij de start van de eerste golf was duidelijk dat de GGD’en onvoldoende zijn toegerust om het coronavirus te bestrijden. Dat komt door ons gedecentraliseerde zorgstelsel. De 25 regionale GGD’en zorgen in opdracht van de gemeenten voor het voorkomen dat infectieziekten zich verspreiden door middel van vaccinaties en bron- en contactopsporingen. Echter, het ging hierbij tot voor kort om ziektes die zich in beperkte schaal verspreiden, zoals kinkhoest, hepatitis, legionella en tuberculose, en die veelal regionaal bestreden kunnen worden. De coronapandemie is van een geheel andere orde.

Het zorgveld is verkokerd, het systeemlandschap verouderd en versnipperd. Dit belemmert de slagvaardigheid die essentieel is in crisistijd. Om snel te kunnen reageren moeten organisaties wendbaarder worden.

De GGD’en hebben in recordtijd moeten opschalen om het grote aantal besmette personen tijdig te contacteren en het bron- en contactonderzoek uit te voeren. Er wordt gebruikt gemaakt van interne GGD medewerkers en van een flexibele externe schil van duizenden mensen. De huidige systemen zijn alleen niet berekend op deze schaal en de volumes die daarbij horen. Belangrijke knelpunten zijn  daarbij het handmatig aanmaken van BCO’s, het ontbreken van functionaliteit van werkverdeling en het monitoren daarvan. Werk wordt handmatig verdeeld door middel van flip-overs voor interne medewerkers en via online tools, zoals Trello, voor externe medewerkers. Om overzicht te houden op het onderhanden werk worden ook flip-overs gebruikt. Dit is foutgevoelig en kost veel tijd en leidt tot vertraging in het beschikbaar stellen van werk. Het is ook een uitdaging om alle medewerkers, waaronder tijdelijke krachten en veel nieuwe mensen, het werk op dezelfde uniforme wijze te laten uitvoeren.

Een gezamenlijke aanpak van de automatisering en informatiebeveiliging was lange tijd geen prioriteit van de GGD’en. Veelal werd doorgeborduurd op de bestaande decentrale systemen. Zo werd een twintig jaar oud systeem HPZone tijdens de eerste en tweede golf ingezet voor het uitvoeren van het bron- en contactonderzoek. In plaats van een handjevol gespecialiseerde artsen gingen duizenden mensen met het systeem werken, terwijl bekend was dat het systeem niet geschikt is voor grootschalig en intensief gebruik. HPZone bevat bovendien veel vrijheden in gebruik en ruime toegankelijkheid tot gegevens, waaronder een print- en exportfunctie. Kwaadwillende medewerkers hebben daar misbruik van gemaakt, zonder dat dit door de organisatie werd opgemerkt. Bij de ontwikkeling van de CoronaMelder app stond privacy voorop. Onder geen beding mochten persoonlijke gegevens worden gedeeld. De voordeur is dichtgemetseld, maar via een open achterdeur lekten persoonlijke gegevens naar criminelen.

Het zorgveld is verkokerd, het systeemlandschap verouderd en versnipperd. Dit belemmert de slagvaardigheid die essentieel is in crisistijd. Om snel te kunnen reageren moeten organisaties wendbaarder worden. Dit vraagt om een andere manier van organiseren en onderlinge samenwerking gebruikmakend van intelligente automatisering. Digitalisering draagt bij aan een wendbare organisatie waarin de mens gedurende de gehele klantreis centraal staat. Vrijwel alle handmatige stappen kunnen worden geëlimineerd en de efficiëntie verhoogd door de vertraging in het beschikbaar stellen van werk weg te nemen en de werkvoorraad en de voortgang daarop inzichtelijk te maken. Mensen krijgen inzicht in de afhandeling van hun zaken en regie over eigen persoonlijke gegevens, met waarborgen voor veiligheid en privacy. Dit kan alleen als er werk wordt gemaakt van een gemeenschappelijke digitale infrastructuur, zoals bijvoorbeeld hieronder gepresenteerd.

Het voorstel lag er tijdens de eerste coronagolf. De oplossing had in de tweede golf operationeel kunnen zijn. Laten we stoppen met alleen dichten van lekken en doorpakken.

Gehackt

Het is oorlog maar niemand die het ziet. Dat is de titel van het boek van onderzoeksjournalist Huib Modderkolk over de schaduwkanten van het internet en voortschrijdende digitalisering. Het boek geeft een inkijk in operaties van veiligheidsdiensten, die veelal via digitale kwetsbaarheden infiltreren in netwerken van overheden en bedrijven. De verhalen zijn spannend en toegankelijk beschreven. Vertellingen over hackers en cybercriminelen geven internetcriminaliteit een gezicht.

Ik werd geraakt door het verhaal van hacker Edwin Robbe uit Rotterdam. Als zeventienjarige lukt het Edwin om diep door te dringen in het netwerk van KPN. Hij pronkt daarmee in hackerskringen en loopt uiteindelijk tegen de lamp. De politie komt hem op het spoor en betrapt Edwin op heterdaad achter zijn computer. De ouders zijn tot dan toe nog onwetend van de werkelijke computeractiviteiten van hun zoon en worden volledig verrast door zijn arrestatie in hun huis. ‘Waar de computer voor zijn ouders puur een gebruiksartikel is, is het voor Edwin de toegangspoort naar avontuur, begrip en vooral erkenning’, schrijft Modderkolk. Voor ouders van computerverslaafde jeugd is het verhaal van de jonge hacker een waarschuwing.

Edwin Robbe had geen kwade bedoelingen en betaalde toch een hoge prijs voor zijn avontuur in de digitale wereld. Echte cybercriminelen opereren vanuit het buitenland en zijn ongrijpbaar. Afgelopen jaar wisten ze toe te slaan bij een toenemend aantal bedrijven en overheidsinstellingen. Door het massale thuiswerken verschoof de aandacht van cybercriminelen naar thuiswerkomgevingen. Via phishingmails of door gebruik te maken van kwetsbaarheden in de IT-systemen proberen ze de inloggegevens van medewerkers te stelen om zichzelf toegang tot het bedrijfsnetwerk te verschaffen. Daarna zetten ze gijzelsoftware in die bestanden en systemen versleutelt en beloven deze vrij te geven als het slachtoffer een bedrag overmaakt.

Organisaties moeten hun medewerkers digitaal weerbaar maken. Door het testen van klikgedrag en training worden medewerkers geleerd de gevaren via mail en sociale media te herkennen. Regelmatig ontvang ik gesimuleerde phishingmail in mijn mailbox. Die moet ik vervolgens rapporteren als phishingmail, waarna ik een berichtje ontvang met een bedankje voor mijn alertheid. Meestal zie je alleen aan het emailadres al dat het bericht niet deugt, maar toch ging ik laatst in de fout. Ik wilde me aanmelden voor een Zoom-vergadering. Normaal ontvang ik direct daarna een bevestiging per mail dat ik ben toegelaten. Dit keer lukt het aanmelden niet, maar ik ontving wel een mail met de ‘correcte’ link. Ik klikte daarop en bleek gezakt voor de phishingtest. Binnen een week moest ik een training inhalen over spearphishing. Dit is een aanval gericht op een persoon, waarbij gebruik wordt gemaakt van gerichte en persoonlijke informatie. Spearphishing is veel effectiever is dan een grootschalige phishingaanval. Naar schatting openen slachtoffers 30 procent van de spearphishingmails, vergeleken met minder dan 3 procent van de gebruikelijke phishingmails.

Cybercriminelen gaan steeds gerichter te werk. Zij onderzoeken hun doelwit en sturen dan bijvoorbeeld namens een collega een mail met een kwaadaardige link of bestand. In toenemende mate worden we niet direct door cybercriminelen geraakt, maar via onze leveranciers. Afgelopen zomer ging de Garmin-dienst Connect meerdere dagen offline, als gevolg van serveronderhoud volgens de sporthorlogemaker. Later werd bekend dat het bedrijf was getroffen door een digitale gijzeling en 10 miljoen dollar had betaald om de gijzeling te beëindigen. Het is niet duidelijk of cybercriminelen daarbij ook gebruikersgegevens hebben gestolen. Via website haveibeenpwned kun je eenvoudig controleren of jouw gegevens zijn gelekt. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om datalekken bij Adobe (153 miljoen accountgegevens) in oktober 2013, LinkedIn (164 miljoen e-mailadressen en wachtwoorden) in mei 2016 en MyFitnessPal (144 miljoen e-mailadressen en wachtwoorden) in februari 2018. Het is dus essentieel om voor iedere onlinedienst een uniek en sterk wachtwoord te gebruiken.

‘In 2018 werden volgens beveiligingsbedrijf Symantec 3,3 miljoen Nederlanders slachtoffer van cybercriminaliteit. De zwakke plekken waar criminelen toeslaan, ontstaan vaak door gemakzucht.’ concludeert Modderkolk in zijn boek.

Wil je klant of product zijn?

Ben jij bereid 1 euro per maand te betalen voor een reclamevrije en privacyvriendelijke sociale media app? Die vraag stelde ik in mijn Twitter netwerk. Ja, zegt 69 procent van de respondenten, terwijl 5 procent zegt het te overwegen. Slechts 26 procent geeft aan niet te willen betalen voor hun privacy.

De zorgen over privacy bij sociale media gebruikers worden onder meer gevoed door het Cambridge Analytica-schandaal, de Netflix films ‘The Great Hack’ en ‘The Social Dillema’ en de ‘Bye, Bye Facebook’ actie van Arjen Lubach. Vorig jaar hadden Facebook en Twitter een kleine dip in het gebruik, maar die is dit jaar weer helemaal goedgemaakt. Het gebruik van sociale media in ons land is nog altijd onveranderlijk hoog. Uit onderzoek van Marketingfacts blijkt dat maar liefst 96 procent van de Nederlanders er gebruik van maakt. De populairste app is Whatsapp met meer dan 12 miljoen gebruikers, gevolgd door Facebook met ruim 10 miljoen gebruikers. Snelle stijgers zijn dit jaar YouTube met 9 miljoen gebruikers (+ 5% procent) en Instagram met 5,6 miljoen gebruikers (+ 14% procent).

Ondanks verschillende privacyschandalen groeit het Facebookbedrijf flink door. De beurskoers is sinds maart van dit jaar verdubbeld. Volgens Facebook heeft het wereldwijd 2,99 miljard actieve gebruikers. Dat zijn mensen die minimaal één keer per maand inloggen op een dienst van het bedrijf. Dit betreft naast het Facebook platform ook Messenger, Instagram en WhatsApp. Het aantal gebruikers steeg met 300 miljoen in één jaar. Het sociale netwerk Facebook blijft met 2,6 miljard actieve gebruikers het meest populair.

Volgens de cijfers over het eerste kwartaal verdient het Facebookbedrijf gemiddeld per gebruiker per maand 1,94 euro. Dat is een stijging van ruim 8 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De inkomsten bestaan vrijwel volledig uit gerichte advertenties op basis van gebruikersgegevens. De data die gebruikers weggegeven vormen de basis voor de verdiensten van Facebook. Dit betreft behalve het profiel en de berichten op het platform zelf, ook de likes, contacten, foto’s, chats, video’s, clicks en surfgedrag. Het gebruik van Facebook lijkt dan misschien gratis, gebruikers betalen met kostbare persoonlijke data. ‘Als je niet betaalt voor het product, dan ben jij het product’ aldus de bekentenis van een oud-topman uit de techindustrie.

In zijn boek ‘Tien argumenten om je sociale media-accounts nu meteen te verwijderen’ stelt Silicon Valley-pionier Jaron Lanier dat een leven zonder sociale media ons gelukkiger maakt. Platforms zoals Twitter en Facebook maken hun gebruikers dommer, egoïstischer en minder empathisch. Ze geven ons het idee meer ‘verbonden’ te zijn, terwijl we in werkelijkheid van andere mensen vervreemd raken. We denken zelf te kunnen kiezen, maar worden voortdurend bestookt met gerichte advertenties en zijn weerloos tegenover algoritmen van de techbedrijven, die verdienen aan manipulatie van hun gebruikers. In plaats van ‘verbonden zijn’ kunnen we daarom beter spreken over ‘verslaving’ en ‘gedragsmodificatie’. Een alternatief is er niet, houdt Lanier ons voor. Er helemaal uitstappen is de enige optie voor verandering.

De meeste mensen zijn zich bewust van het morele falen van de techbedrijven, zoals Facebook. Dat is alleen niet voldoende om het Facebook platform vaarwel te zeggen. Dat komt door de monopolie van de techbedrijven. De platforms spelen een cruciale rol in de communicatie tussen mensen in de publieke- en zakenwereld. Er is geen enkele mogelijkheid over te stappen naar een ander platform. Het gebrek aan een alternatief houdt ons gevangen. Vijf jaar geleden verwijderde ik mijn Facebook account. In het begin moet je even doorzetten, want je komt er al snel achter dat veel mensen en organisaties in jouw netwerk exclusief Facebook gebruiken voor hun communicatie. Binnen een paar maanden was ik volledig  afgekickt. Afgelopen jaren schakelde ik steeds meer over op betaalde en privacyvriendelijke alternatieven, zie hieronder.

AppAlternatiefPrijs per maand
WhatsappSignalGratis
FacebookGeen 
YouTubeVimeoVanaf €6
Instagram500pxVanaf €2
LinkedInGeen 
TwitterGeen 
Google.comDuckDuckGoGratis
Google ChromeMozilla Firefox, incl. Facebook ContainerGratis