Samenleving vraagt om samenwerking

trifilm-society-collaborations

De overheid zet zich in om burgers en bedrijven te beschermen tegen overtollige administratieve lasten als gevolg van complexiteit van regelgeving. Volgens het kabinet is de doelstelling om de regeldruk voor burgers, bedrijven en professionals met 2,5 miljard euro te verlagen gehaald.  Voortschrijdende juridisering van de samenleving en toenemende regelgeving vanuit Brussel leiden echter steeds weer tot nieuwe regels. De overheid moet daarnaast rekening houden met een complexer wordende samenleving. Onze samenleving vraagt om een aanpak op maat.

De bescherming van jeugdigen bijvoorbeeld kan niet meer worden afgedaan met handhaving en straffen alleen. Jeugdbeschermers moeten een individuele aanpak hanteren waarin de jeugdige en het gezin centraal staan. Daarin moet jeugdzorg samenwerken met o.a. politie, onderwijsinstelling en huisarts. Deze vorm van maatwerk brengt complexiteit met zich mee ten aanzien van diversiteit van regelgeving en de informatiepositie van de jeugdzorg. Erik Gerritsen, Secretaris Generaal van het ministerie van VWS, zegt daarover: “Het is inconsistent dat jeugdbeschermers die namens de overheid gerechtigd zijn om diepgaand in te grijpen niet tegelijkertijd beschikken over alle bij diezelfde overheid beschikbare informatie die nodig is om hun werk goed te doen.”

De overheid moet de complexiteit het hoofd te bieden en op geïntegreerde wijze maatwerk kunnen leveren. Daarvoor is het noodzakelijk dat de overheid een geïntegreerde beleidswaardeketen hanteert. Daarvoor zijn de volgende veranderingen van belang:

Silo’s afbreken

Een geïntegreerde beleidswaardeketen begint met het afbreken van de organisatorische en culturele silo’s binnen de overheid. Deze zijn nu nog strikt gescheiden en verantwoordelijk voor beleidsvorming, -uitvoering en -handhaving. Het delen van dezelfde informatie over strategie, beleid, wetgeving, bedrijfsregels en kennis staat aan de basis een integratie. Deze integratie, die met behoud van autonomie kan worden doorgevoerd, verhoogt het aanpassingsvermogen en versnelt invoering van wetten en regelgeving.

Processen van regels scheiden

Processen zijn stabiel en generiek. Regels veranderen in hoog tempo en zijn specifiek. De verwevenheid van processen en regels in administratieve systemen maakt het beheer kostbaar en tijdrovend. Door scheiding van processen en regels kunnen administratieve systemen generieke ondersteuning bieden. De stappen voor het verlenen van een vergunning zijn bijvoorbeeld altijd dezelfde: ontvang de aanvraag, verzamel de benodigde informatie, onderzoek het dossier, neem een beslissing en voer die uit. Het verschil zit in de toepassing van bedrijfsregels voor elk afzonderlijk dossier, zoals voor een horecavergunning of een parkeervergunning. Het scheiden van processen en regels verhoogt het adaptief vermogen en versnelt de invoering van nieuwe regels.

Gegevens en regels uitwisselen

Om complexe problemen het hoofd te bieden wordt nog veelvuldig gekozen voor schaalvergroting: het samenvoegen van organisaties en het ontwikkelen van geïntegreerde systemen. Deze aanpak is risicovol gebleken en heeft veelal niet geleid tot beoogde kostenbesparingen. Door uitwisseling van gegevens en regels kunnen complexe problemen worden aangepakt zonder ingrijpende organisatorische aanpassingen. Door op een slimme wijze gegevens en regels over organisatiegrenzen heen uit te wisselen worden administratieve lasten verminderd.

Verschillen in taalgebruik overbruggen

In de samenwerking binnen de EU en daarbuiten hebben we te maken met diverse talen. Dat geldt ook voor het taalgebruik voor diverse doelgroepen, zoals, burgers, ambtenaren en politici. Die hanteren ieder een eigen taalgebruik. Een burger wil niet worden aangesproken met wetteksten, maar in begrijpelijke taal. De systemen van de toekomst moeten de taalverschillen kunnen overbruggen.

De overheid zal op termijn transformeren naar een adaptieve overheid: een overheid die snel kan inspelen op veranderingen in de samenleving. Het huidige kabinet beloofde ons nog verbeterde dienstverlening. Maar de overheid van de toekomst is niet langer een dienstverlener met de burger als klant. De overheid zal taken terug moeten leggen bij de samenleving. De moderne samenleving vraagt om samenwerking.

Mensen leren, overheid en bedrijven niet

overheid

Dertig jaar automatiseringsbeleid van de Nederlandse overheid: wat waren de ambities en wat is daarvan terecht gekomen? Rob Meijer dook in geschiedenis en putte daarbij uit zijn rijke ervaring als onder meer hoofd van de afdeling voor Informatiebeleid van de VNG en als  eerste CIO van de Rijksoverheid. Ook vroeg hij betrokkenen uit de politiek, overheid en bedrijfsleven te reflecteren op de ontwikkelingen binnen de overheid. Zij gaven tot slot antwoord op zijn vraag of de overheid heeft geleerd op het terrein van IT.

Meijer’s persoonlijke terugblik op dertig jaar overheidsautomatisering is te lezen in zijn lezenswaardige boek ‘Terug in de toekomst’. Wij gaan terug naar het jaar 1988. Toen verscheen BIOS-1, de eerste grote nota over het automatiseringsbeleid van de overheid. De nota moest verbeteringen initiëren voor de grote problemen met complexe IT-projecten van de overheid uit die tijd. Destijds werden daarbij de volgende  knelpunten onderkend: ontbreken van voldoende kennis, onduidelijkheden over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden, onvoldoende beheersing van complexe informatiesystemen, onduidelijkheid over de wijze van doorberekening van kosten, ontbreken van een adequaat beveiligingsbeleid en ontbreken van informatiebepalingen in wet- en regelgeving. Vandaag de dag kampt de overheid nog met exact dezelfde problemen.

Een aantal mensen die afgelopen decennia hun stempel heeft gedrukt op het automatiseringsbeleid van de overheid blikt in het boek terug op de ontwikkelingen. Zo memoreert Jacob Kohnstamm zijn toespraak in 2014 voor het 100e partijcongres van D66 over hoe een partijcongres er over 50 jaar uit zou kunnen zien: “Ik had toen weinig tijd om dat goed voor te bereiden en greep terug op een oude toespraak die ik ooit als partijvoorzitter in 1983 had gehouden. Ik las die gewoon voor, inclusief de uitspraak dat er snel een integratie zou komen van computers, tv en telefonie. Congressen zouden nauwelijks meer nodig zijn. Besluitvorming zou – zo meldde ik toen – allemaal van huis uit te regelen zijn. Dit was voor die tijd nog ongehoord.”

Als vertegenwoordiger van het bedrijfsleven geef ik ook mijn visie in Meijer’s boek op basis van mijn ervaring van afgelopen dertig jaar met grote IT-projecten binnen de overheid. Ik herinner nog mijn eerste grote overheidsproject: ‘Verbetering Financieel Beheer’ bij de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Onderwijs in Groningen. Van overheidsfinanciën had ik geen kennis, maar die haalde ik op tijdens het project. Binnen twee jaar was ik een deskundige op het terrein van financieel beheer. Op basis van die kennis werd ik ingezet op projecten bij de ministeries van VROM, Verkeer en Waterstaat en Justitie. Hoewel de ministeries gezamenlijk één financieel systeem hadden kunnen ontwikkelen, ging ieder voor zich. Bij ieder ministerie werd een specifieke kas- verplichtingenadministratie als maatwerk ontwikkeld. Met een beroep op de eigen autonomie werden vervolgens ook voor de ondersteuning van generieke processen voor iedere gemeente, politiekorps, provincie en waterschap eigen (maatwerk)systemen gebouwd.

Ondanks alles heeft de digitalisering een grote vlucht genomen binnen de Nederlandse overheid. De meeste projecten werden succesvol afgesloten en ook de onderlinge samenwerking kwam op gang. Maar dat haalde zelden het nieuws. Alle aandacht van de media ging uit naar de veel te ambitieuze projecten die uit de bocht vlogen en veel te laat werden bijgestuurd. Een parlementaire commissie onder leiding van Ton Elias onderzocht tien projecten die tien jaar daarvoor fout waren gelopen. De commissie trok daaruit de conclusie dat de overheid jaarlijks één tot vijf miljard euro verspilt met IT-projecten. Dat is zeer onwaarschijnlijk, want de overheid geeft nog geen miljard euro per jaar uit aan IT-projecten. Van de tien miljard die de overheid jaarlijks naar schatting aan IT uitgeeft gaat minstens driekwart op aan het in stand houden van de systemen. Het zijn de transactiesystemen, die veelal als maatwerk in de jaren tachtig en negentig zijn ontwikkeld, die een steeds groter risico vormen. De legacy is een erfenis voortkomend uit het maakbaarheidsideaal van de vorige eeuw. De beheerkosten van de legacy-systemen rijzen inmiddels de pan uit. Vijf jaar geleden pleitte ik in het fd voor een ‘deltaplan voor IT van de overheid‘. Overheid en bedrijfsleven zouden daarvoor de handen ineen moeten slaan. Hopelijk moet er niet eerst weer een ramp gebeuren voordat er gecoördineerde actie wordt ondernomen.

Wat leert de overheid op het terrein van IT? Meijer citeert voormalig topambtenaar Koos van der Steenhoven: “Nog steeds worden dezelfde fouten gemaakt. Zo is het PGB-drama weer een voorbeeld dat je een organisatie als de SVB, die gewend is aan bulkverwerking zoals de AOW en kinderbijslag, nu opeens inzet voor maatwerkregelingen, wat de PGB nu eenmaal is.” Per saldo hebben de politiek, de overheid en het bedrijfsleven weinig geleerd van dertig jaar automatiseringsbeleid van de Nederlandse overheid. Het zijn de mensen die individueel en collectief leren. Hoe groter het verloop (zoals in de Tweede Kamer) des te geringer het lerend vermogen.

Niet verleiden maar verplichten

eekhoornbrug

Vlakbij het Koninklijk paleis Huis ten Bosch werd vier jaar geleden een gloednieuwe brug voor eekhoorns in gebruik gesteld. Via de brug kunnen de knaagdiertjes veilig de drukke Benoordenhoutseweg oversteken. Een camera houdt het eenkhoornverkeer nauwlettend in de gaten. Pas na twee jaar werd de eerste eekhoorn op de brug gesignaleerd. Slechts twee eenkhoorntjes schijnen afgelopen jaar de brug te hebben gebruikt. De diertjes laten zich blijkbaar niet verleiden tot een oversteek via de eenkhoornbrug.

Eenzelfde soort verleiding past de overheid ook toe bij de uitrol van de digitale overheid snelweg. Met veel enthousiasme worden digitale bruggen aan burgers en bedrijven gepresenteerd, zoals overheid.nl, rijksoverheid.nl en mijnoverheid.nl. Daarna verwacht de overheid dat de bruggen massaal worden gebruikt. Maar helaas, niemand snapt het verschil tussen overheid.nl, rijksoverheid.nl en mijnoverheid.nl. Burgers en bedrijven gaan ook niet spontaan langs de digitale weg met de overheid communiceren.

Drie jaar geleden verkondigde minister Blok tijdens het iBestuur-congres dat het er vooral op aankomt om meer burgers te verleiden om de digitale overheid te gebruiken. Die burgers moeten vooral het vertrouwen hebben dat hun gegevens veilig zijn bij de overheid: “Als we dat goed doen – en dat kan – kunnen we ervoor zorgen dat mensen in 2017 massaal langs digitale weg met de overheid gaan communiceren. Niet omdat ze gedwongen worden, maar door verleiding.”

Eind vorig jaar maakte verleiding plaats voor dwang na inwerkingtreding van de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst. Deze wet digitaliseert het elektronische berichtenverkeer met de fiscus. Na een tweejarige gewenningsperiode worden alle burgers de digitale snelweg op gestuurd. De aangifte kan nu al worden gedaan en opgehaald onder MijnBelastingdienst. Boven de aangifte staat de vermelding van de aanslag inkomstenbelasting. Met één klik had je de pdf van de aanslag kunnen ophalen, maar de vermelding bevat geen hyperlink. Wie zijn belastingaanslag digitaal wil zien moet een MijnOverheid account activeren, in dat portaal opnieuw met DigiD inloggen, de meldingen wegklikken, de berichtenbox openen, het bericht van de aanslag openen en tenslotte in de bijlage van het bericht de pdf van de aanslag openen. Makkelijker kunnen ze het blijkbaar niet maken.

Correspondentie

Onderwerp Afzender Datum
definitieve aanslag inkomstenbelasting 2015 Niet met ons eens? Belastingdienst (per post) 06-05-2016
definitieve aanslag inkomstenbelasting 2015 Belastingdienst (digitaal) 04-05-2016
aangifte inkomstenbelasting 2015 Uzelf (digitaal) 15-03-2016

Het verplichte gebruik van de berichtenbox heeft het aantal gebruikers in een jaar tijd verdrievoudigd. Inmiddels hebben vijf miljoen Nederlanders een MijnOverheid account geopend. Minister Plasterk toont zich tevreden: “De overheid sluit aan bij een ontwikkeling die zich in een vlug tempo voltrekt. Zeker als het gaat om de relatie tussen overheid, burgers en bedrijven.” Nu moeten we alleen die Haagse eekhoorntjes nog dwingen hun brug te gaan gebruiken. De gemeente zou kunnen overwegen een paar vossen uit te zetten in het Haagse bos . Daardoor zouden de eekhoorns worden gedwongen over de weg naar het landgoed Clingendael te vluchten met de brug als veilige oversteekroute.

Nieuwe manieren van inloggen

idensys

In Estland zijn alle inwoners digitaal burger. Iedere burger heeft een ID-kaart met een chip die je met behulp van een scanner aan je computer kan koppelen. De kaart is naast persoonsbewijs ook een digitale handtekening, een ov-kaart, een verzekeringspas en identificatie voor internetbankieren en internetstemmen. Burgers in Estland kunnen met behulp van hun ID-kaart via internet inzien welke data over hen wordt opgeslagen, zoals hun elektronisch patiëntendossier, en wie hun gegevens heeft geraadpleegd.

In ons land is de Estse transparantie nog verre toekomstmuziek. Onze overheid is druk met de organisatie van studiereizen naar Estland, plannenmakerij over onze digitale infrastructuur en pilots met een nieuw systeem voor elektronische identificatie. Voorlopig moeten we het doen met een verouderd DigiD voor burgerzaken, eHerkenning voor zaken tussen bedrijven en overheid, bankpassen voor elektronisch bankieren, een rijkspas voor rijksambtenaren, een ov-kaart voor openbaar vervoer, een rijbewijs voor wegverkeer, een paspoort voor identificatie en talrijke onveilige inlogcodes, pincodes en wachtwoorden voor verzekeringen, webshops, sociale media en persoonlijke data in de cloud.

Als burger doe ik persoonlijk zelden zaken met de overheid. Een keer per jaar inloggen bij de Belastingdienst om mijn IB-aangifte te doen. Daar blijft het eigenlijk wel bij. Een overheidsdienst die ik zakelijk vrijwel dagelijks naar volle tevredenheid gebruik is TenderNed, het aanbestedingssysteem van de overheid. De website is gebruikersvriendelijk en overzichtelijk. Je kunt een persoonlijk profiel aanmaken, wordt geattendeerd op passende publicaties en kunt digitaal inschrijven op een aanbesteding. Sinds vorig jaar is inloggen via eHerkenning verplicht gesteld voor bedrijven die willen inschrijven. Voortaan krijg ik daarvoor ook een rekening, die ik braaf betaal.

Vorige week kon ik opeens niet meer inloggen op TenderNed. Ik kwam in een installatieprogramma van Digidentity terecht met de melding: ‘We are currently experiencing an issue’. Ik belde de servicedesk van Digidentity die beaamde dat er een storing was die mogelijk reeds verholpen zou zijn. Ik kreeg het advies om nog een keer het installatieprogramma te proberen. Mijn protest dat ik mij alleen met aanbestedingen bezig wilde houden hielp niet. Digidentity was overgegaan op een nieuw platform en gebruikers moeten zelf migreren. Stap voor stap doorliep ik onder begeleiding de migratie. Ik vulde opnieuw mijn telefoonnummer in. Ook moest ik mijn bankrekeningnummer ingeven. “Waar is dat voor?” ”Daar gaan we later misschien iets mee doen.” was het weinig geruststellende antwoord. Nadat ik de migratie succesvol had voltooid vroeg ik of ik nu weer kon inloggen op TenderNed. “Nee dat kan niet, u moet nog koppelen met TenderNed en ik kan u daarbij niet helpen.”

Het inloggen via eHerkenning lukte inderdaad nog niet, maar de status in TenderNed vermeldde wel ‘gekoppeld’. Ik besloot de servicedesk van TenderNed te bellen. Nu bleek dat ik eerst moest ontkoppelen en daarna opnieuw koppelen. ‘Binnen enkele dagen wordt uw account gekoppeld’ was de boodschap nadat ik volgens instructies van de servicedesk de noodzakelijke stappen had doorlopen. Een vriendelijke dame van de servicedesk beloofde de koppeling direct te activeren. Via twitter vroeg ik mij af waar het probleem lag: bij Digidentity of bij TenderNed? “Er is een technische storing bij Digidentity. Heb zojuist met hun contact gehad hierover.” meldde de TenderNed webcare. “Er is geen storing bij Digidentity. TenderNed moet het account herkoppelen. Migratie toonde dat TenderNed implementatie niet zoals geadviseerd is.” antwoordde de Digidentity webcare.

Mijn ervaring toont aan dat nog altijd de techniek en niet de gebruiker centraal staat in de dienstverlening. Er wordt nu hard gewerkt aan een nieuw Nederlandse systeem voor elektronische identitificatie: Idensys. ‘Op dit moment testen verschillende organisaties of Idensys goed werkt. Medio 2016 worden de uitkomsten van de pilots door het kabinet besproken. De uitkomsten worden gebruikt voor de verdere ontwikkeling van Idensys.’ lees ik op de website van Idensys. We hebben nog een lange weg te gaan en mij bekruipt het bange gevoel dat het nog ingewikkelder wordt en de oude systemen en de verkokerde dienstverlening in tact blijven. Mocht het inderdaad die kant uitgaan, dan kunnen we altijd nog het e-burgerschap in Estland aanvragen.

Kies standaard technologie voor betere dienstverlening

maatwerk

Een maatpak staat voor chique, persoonlijk en keuzevrijheid. Maatwerksoftware daarentegen staat voor risicovol, kinderziektes en inflexibel. Software die standaard in de markt verkrijgbaar is ga je niet zelf ontwikkelen. Dan kies je uiteraard voor bewezen technologie. Dat lijkt logisch, maar toch kiest onze overheid veelvuldig doelbewust voor maatwerksoftware.

Zo wees de overheid het aanbod van een operationeel standaard online marktplein voor Europese aanbestedingen resoluut van de hand. Het aangeboden softwarepakket had zich in andere Europese landen bewezen voor ondersteuning van het Europese aanbestedingsproces. Het werd beschouwd als de kwalitatief beste, meest complete en goedkoopste oplossing. Juristen adviseerden echter de aanbieding ongeldig te verklaren, omdat gunning op juridische gronden niet toegestaan zou zijn. Regelgeving schrijft namelijk voor dat een dienstenaanbesteding een vast percentage levering (van standaardsoftware) niet mag overschrijden.  Het systeem werd daarom uiteindelijk van scratch in maatwerk ontwikkeld. De ontwikkeling liep vertraging op. Door geldgebrek konden de ambities niet volledig worden gerealiseerd. Bedrijven die inschrijven op overheidsaanbestedingen worden nu geconfronteerd met meerdere aanbestedingssites die in veel gevallen voor opvraag van stukken naar elkaar doorverwijzen.

Uitkeringsinstantie UWV deed uitgebreid onderzoek naar standaardoplossingen voor de uitvoering van de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. De aanschaf en invoering van een standaardpakket werd echter afgewezen omdat dit een tijdige oplevering van het systeem in de weg zou staan. UWV koos voor maatwerk omdat daardoor een tijdrovende Europese aanbesteding voor de aanschaf van een standaardoplossing kon worden voorkomen, terwijl het maatwerk kon worden ondergebracht in een bestaand raamcontract. De ontwikkeling van het nieuwe systeem verliep uiterst moeizaam. Door een te hoog ambitieniveau werd het project te complex en zowel technisch als financieel onbeheersbaar. De bouw van het nieuwe WIA-systeem werd na een paar jaar stopgezet. Tientallen miljoenen werden afgeschreven op het project. Minister Donner benadrukte dat uitkeringsgerechtigden en werkgevers geen hinder zouden mogen ondervinden van het besluit het project te beëindigen.

Zelfmaakzaamheid heeft geleid tot een wildgroei van legacy-systemen. Het zijn de transactiesystemen die veelal als maatwerk in de jaren tachtig en negentig zijn ontwikkeld, aanvullende maatwerkontwikkelingen en verouderde licenties. De systemen zijn gebouwd rondom bureaucratische processen en moeilijk aanpasbaar aan veranderende regelgeving en specifieke behoeften van klanten. Vervuilde data en beveiligingslekken vormen een steeds groter risico.  Intussen rijzen de kosten voor instandhouding van de legacy de pan uit. Grote bedrijven, financiële instellingen en overheden kampen allemaal met een legacy-probleem. Zo heeft de Amerikaanse federale overheid berekend dat 75 procent van het automatiseringsbudget opgaat aan het operationeel houden van hun legacy-systemen. Door het verdwijnen van de kennis van systemen en programmeertalen vreest de federale overheid voor een grotere crisis dan de millenniumbug.

Modernisering van het verouderde IT-landschap op basis van standaard technologie is noodzakelijk voor de continuïteit van iedere organisatie. Dit kan door een brug te slaan tussen de oude transactiesystemen en de klanten die persoonlijke dienstverlening verwachten via meerdere kanalen. De overheid kan daarbij een voorbeeld nemen aan de banken die hun klanten centraal zetten in de dienstverlening. Op basis van standaard technologie zijn die banken in staat integrale en persoonlijke dienstverlening op maat te bieden.

Aanbestedingsregels knellen niet

zakendoen

Waarin verschilt de ICT-inkoop in het bedrijfsleven van die bij de overheid? Bedrijven hebben intensief contact met potentiële leveranciers tijdens de selectiefase en kiezen vervolgens de beste leverancier of het beste product. De overheid vermijdt ieder contact met leveranciers en kiest in een openbare aanbesteding voor de best scorende offerte.

Zes jaar geleden werd mijn mening gevraagd over de problemen bij overheidsopdrachten. “Aanbestedingen zijn bureaucratisch en onnodig duur.” zei ik destijds. De openbare aanbestedingen waren ooit bedoeld voor meer transparantie, maar worden in toenemende mate gejuridificeerd. Niet de inhoud, maar het proces staat centraal. De overheid verbiedt overleg tijdens de aanbesteding. Leveranciers moeten daardoor de vraag zelf zien te interpreteren.

In die situatie is afgelopen jaren weinig verbetering gekomen, getuige ook een brandbrief van de brancheorganisatie over een recente aanbesteding: ‘De aanbesteding betreft een tamelijk onoverzichtelijke opdracht met op onderdelen vage vergezichten en prestatieverplichtingen met een groot open einde karakter. Daarmee tart de organisatie de professionaliteit van de ICT-markt. Bedenkelijk vinden wij ook dat de organisatie in de concept overeenkomst op voorhand verlangt dat de leverancier aan wie de opdracht wordt gegund, moet toezeggen volledig op de hoogte te zijn van de organisatie. Van een rijksoverheid die kennelijk zelf nauwelijks weet welke kant de organisatie de komende jaren opgaat, mag in redelijkheid verwacht worden dat zij niet verlangt dat de leverancier aan wie de opdracht wordt gegund dat wel weet.’

Afgelopen jaren hebben overheid en leveranciers zich creatief georganiseerd rond de aanbestedingen. ICT-bedrijven hebben daarvoor offertefabrieken ingericht. Na het winnen van de opdracht wordt de uitvoering weer overgedragen aan een ander onderdeel van de organisatie. De overheid kan vervolgens moeilijk bijsturen of overstappen naar een andere leverancier. In toenemende mate spant de huisleverancier een kort geding aan na een voorgenomen gunning voor andere leverancier. Zelfs bij verlies van de rechtszaak kan de leverancier daardoor extra omzet bijschrijven als gevolg van uitgestelde gunning. Inkopers binnen de overheid zoeken eveneens de randen op van de aanbestedingsregels. Zo worden aanbestedingen georganiseerd via brokers die onder overheidscontract staan. Via die route kan een opdracht onderhands worden gegund. Een opkomend fenomeen is leveranciersselectie door loting. Dit is toegestaan binnen de aanbestedingsregels, mits dit vooraf is aangekondigd. De overheid voorkomt daardoor verlies van rechtszaken, want een beroep tegen een lottoapparaat is kansloos.

De verhouding tussen overheid en leveranciers rond aanbestedingen moet worden genormaliseerd. Dit kan worden gerealiseerd op basis van de volgende verbeteracties:

  1. Zorgdragen voor goede band tussen overheid en leveranciers
  2. Onnodige bureaucratie vermijden
  3. Ruimte bieden voor pilots en innovaties
  4. Pre-competitieve marktdialoog organiseren
  5. Vraag vooraf (laten) toetsen op beschikbare aanbod in de markt
  6. Functioneel aanbesteden en streven naar win/win relatie
  7. Ruimte bieden voor interactie tijdens de aanbesteding
  8. (Betaalde) Proof of Concept inlassen
  9. Onafhankelijke bindende beroepsinstantie instellen
  10. Wendbaarheid en exit clausule inbouwen in contracten

Zakendoen zonder contact en overleg is onmogelijk. Het zijn niet de  aanbestedingsregels zelf die knellen, maar de wijze waarop deze worden toegepast.

Overbodige Onpersoonlijke Internetpagina

ooi-27770

Tien jaar geleden stemde de ministerraad in met de invoering van de Persoonlijke Internet Pagina (PIP): een web portaal met gepersonaliseerde overheidsinformatie. Daarmee zou de belofte voor digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven worden ingelost. De ICT uitvoeringsorganisatie berekende destijds dat de overheid met de PIP tot 2012 een bedrag van 870 miljoen euro aan kosten zou besparen. Wat is er van deze ambities terecht gekomen?

Een proef met de gepersonaliseerde pagina ging in 2006 van start. De personalisatie zou plaatsvinden op basis van locatie, thema’s en eigen voorkeuren. Via de internetpagina zou gepersonaliseerd nieuws worden gebracht. Er zou een agendafunctie komen voor het maken van afspraken met overheidsinstanties en het weergeven van deadlines. De grootste uitdaging bij de ontwikkeling van de PIP zou het samenbrengen van overheidsdiensten in één website zijn. “We brengen zoveel mogelijk diensten samen.” vertelde programmamanager Zeef destijds “Dat maakt het lekker complex.”

In 2008 ging een eerste versie van de internetpagina, MijnOverheid gedoopt, live voor een beperkt aantal gebruikers. Het jaar daarop volgde de uitrol, maar de animo voor afname van de dienst bleef beperkt. Ik meldde mij in 2009 aan. Na twee jaar als gebruiker geregistreerd te hebben gestaan had ik nog altijd geen bericht of zaak van de overheid ontvangen. Ik kon slechts zien hoe ik in de basisadministratie was geregistreerd. Verder bevatte de website verwijzingen naar overheidsdiensten, waarna dan weer opnieuw met DigiD ingelogd moest worden. Teleurgesteld schreef ik mij uit. Een maand later ging MijnOverheid op zwart na de DigiNotar kraak. Afgelopen vijf jaar heb ik MijnOverheid niet gemist, maar ik meldde mij toch weer aan in het kader van de Belastingdienst campagne ‘Vaarwel Blauwe Envelop’. Natuurlijk was ik ook benieuwd welke diensten inmiddels in de site waren toegevoegd.

Kort na mijn aanmelding ontving ik de volgende mail: ‘Er is een nieuw bericht in uw Berichtenbox op MijnOverheid. Ga naar MijnOverheid om dit te lezen.’ De mail in de Berichtenbox met onderwerp ‘Welkom bij MijnOverheid’ luidt: ‘Geachte heer, mevrouw, Bedankt voor het activeren van uw MijnOverheid account.’ Onpersoonlijker kan bijna niet. Verder bevat de Berichtenbox een uitnodiging voor het doen van aangifte IH 2014, alsmede een bericht met de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2014. Ik heb geen lopende zaken, maar in de lijst van aangesloten organisaties (allemaal gemeenten) staat mijn gemeente dan ook niet vermeld. De persoonsgegevens bevat meerdere mutaties, waaronder driemaal mijn huidige adres met respectievelijk de omschrijvingen: ambtshalve, infrastructurele wijziging en technische wijziging i.v.m. BAG. Van de uitleg van deze omschrijving word ik niet veel wijzer: ‘Omschrijving van degene die uw adreswijziging heeft doorgegeven.  Meestal bent u dat zelf. Dan staat hier ingeschrevene.’ Daarnaast bevat MijnOverheid verwijzingen naar onder meer de Belastingdienst, UWV, SVB, DUO, Donorregister, Mijnpensioenoverzicht. Daarna moet je nog steeds opnieuw met DigiD inloggen.

Nu ik mij eenmaal heb aangemeld kan ik mij, sinds de inwerkingtreding van de wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst, niet meer afmelden bij MijnOverheid. Ook kan ik niet kiezen voor de optie om alsnog een blauwe envelop te ontvangen, want die optie is nu afgeschermd. Waarom worden de aanslagen trouwens niet gewoon in MijnBelastingdienst opgenomen samen met de aangiftes, zoals UWV dat ook doet met betaalspecificaties en jaaropgaaf? Dan staan ze handig bij elkaar en hoeft niet nog een extra keer te worden ingelogd bij MijnOverheid.

Van de ambities uit 2006 is weinig terechtgekomen, maar toch wordt ons MijnOverheid met een Berichtenbox opgedrongen. Het zou handig zijn als je op één pagina jouw gegevens te zien krijgt van alleen de overheidsdiensten waar je een relatie mee hebt. Voor mij zijn dat bijvoorbeeld: Belastingdienst, Mijnpensioen en Donorregister. Voor mijn dochter: DUO, Toeslagen en Belastingdienst. Personalisatie op basis van locatie en eigen voorkeuren en gepersonaliseerd nieuws zou ook fijn zijn. Uiteraard moet je ook transacties met de overheid kunnen doen via meerdere kanalen. Waarom wordt er geen killerapp gebouwd, zoals elektronisch stemmen voor bijv. een referendum? Daardoor neemt de opkomst toe en worden de kosten voor het optuigen van de stembureaus beperkt.

Digitale kanalen moeten persoonlijk, relevant en waardevol zijn. MijnOverheid voldoet aan geen van die criteria. Het is vooralsnog een Overbodige Onpersoonlijke Internetpagina.

 

Denken vanuit de burger

procession dansante d'Echternach 2006

In 1996 selecteerde een stuurgroep onder leiding van toenmalig staatssecretaris Jacob Kohnstamm vijftien pilotprojecten voor het programma Overheidsloket 2000. Hiermee werd het startsein gegeven voor een Elektronische Overheid met als centrale motto ‘Denken vanuit de burger’. Bij de veranderingen zou niet langer de eigen overheidsorganisatie centraal staan, maar de vraag van de burger. Er werd serieus werk gemaakt van modernisering van de overheidsdienstverlening. De e-overheid en de vorming van een front office stonden centraal.

Twintig jaar na de start van OL2000 wordt nog steeds gewerkt aan een betere dienstverlenende overheid. Afgelopen jaren zijn daarover veel plannen en rapporten verschenen (zie tijdlijn hieronder). Er zijn successen geboekt. Denk hierbij aan de vooraf ingevulde belastingaangifte, de bundeling van bedrijfsvoeringsfuncties binnen het Rijk en het BSN-nummer in de zorg. Het merendeel van de overheidsdiensten kan inmiddels digitaal worden afgenomen. Helaas ging er ook het nodige mis. Diverse projecten faalden vanwege een overmaat aan ambitie en onvoldoende sturing. Herhaaldelijk is daar onderzoek naar gedaan, met steeds dezelfde conclusies. Nog steeds is het onbekend hoeveel de overheid besteedt aan ICT. Laat staan hoeveel geld wordt verspild als gevolg van falende projecten.

Gebrek aan doorzettingsmacht en samenwerking breekt de overheid op bij grote veranderingen. Minister Plasterk schrijft deze maand dat het kabinet “doorgaat met het stapsgewijs ontwikkelen van het eID. Dat wordt een nieuwe standaard om burgers en bedrijven veilige en betrouwbare toegang te verlenen tot online dienstverlening van overheid en bedrijfsleven. Met pilots wordt het gebruik van zowel publieke als private inlogmiddelen beproefd.” Het gaat vooruit, maar nog steeds bijzonder traag met vallen en opstaan. Het heeft veel weg van de Processie van Echternach: drie stappen vooruit, gevolgd door twee stappen achteruit.

Burgers en ondernemers moeten in 2017 hun zaken veilig en makkelijk digitaal met de overheid kunnen afhandelen. Voormalig Rijks CIO Dion Kotteman benadrukt in dat verband dat de overheid moet denken vanuit de burger en niet vanuit eigen silo’s: “Daarbij hoort ook een discussie over taken en rolopvatting. We gaan naar standaardisatie, maar we komen van een situatie waar veel maatwerk was. Er is echt sprake van ‘work in progress’.”

1996 Overheidsloket 2000
Het motto van Overheidsloket 2000 (OL2000), het eerste programma van wat destijds nog niet de Elektronische Overheid heette, was ‘Denken en werken vanuit de burger’. Het wilde daarmee uitdrukken dat je bij veranderingen niet moet uitgaan van je eigen organisatie, maar vanuit de burger. Met Overheidsloket 2000 geeft de overheid het signaal dat men serieus werk wil maken van de dienstverlening. Met name de e-overheid en de vorming van een front office staan centraal. Vijftien proefprojecten worden geselecteerd voor het OL2000.
2003 Programma Andere Overheid
Het accent ligt op verbetering van de bedrijfsvoering en de back office. Het concept van basisregistraties wordt geïntroduceerd. Men heeft een overheid voor ogen die niet naar de bekende weg vraagt, klantgericht is, zich niet voor de gek laat houden, weet waar ze het over heeft, haar zaken op orde heeft en niet meer uitgeeft dan nodig is. Andere Overheid werkt aan een krachtige overheid, die de samenleving centraal stelt én slagvaardig is. Het programma omvat de thema’s: Betere dienstverlening, Minder bureaucratie en Slagvaardige organisatie. Bij alle thema’s is een Andere werkwijze van belang, zoals samenwerken en luisteren naar burgers. Bij de uitvoering van de rijkstaken zal meer en beter gebruik worden gemaakt van ICT.
2004 Op weg naar de elektronische overheid
  In 2007 kan 65% van de publieke dienstverlening via internet verlopen, is er sprake van eenmalige gegevensverstrekking en meervoudig gebruik en is er een elektronisch identificatiesysteem voor de verificatie van burgers en bedrijven.
2005 Publieke dienstverlening, professionele gemeenten
  VNG commissie gemeentelijke dienstverlening/commissie Jorritsma stelt dat gemeenten in 2015 dé poort tot publieke dienstverlening zijn.
Oktober 2005 P-direkt contract ontbonden
  Overheid betaalt aan IBM  een afkoopsom van 20.8 miljoen.
18 april 2006 Verklaring ‘Betere dienstverlening, minder administratieve lasten met de elektronische overheid’
  Stimulans voor de e-overheid: 12 bouwstenen en het programma i-teams om gemeenten bij de implementatie te ondersteunen.
2006 Forum Standaardisatie
  Het kabinet stelt het College en Forum Standaardisatie in ter bevordering van interoperabiliteit en het gebruik van open standaarden.
september 2006 Tussen het kastje en de muur
  PvdA Kamerleden Martijn van Dam en Anja Timmer schrijven: ‘Tussen het kastje en de muur’. ‘Ambtenaren saboteren ICT voor honderden miljoenen euro’s en pleidooi voor een verbod op overbodige formulieren.’
Juni 2007 Artikel Trouw
  Jaarlijks zou vier à vijf miljard euro – net zoveel als de hele Betuwelijn heeft gekost- aan ICT projecten werd verspild. Jan Friso Groote, hoogleraar computertechnologie in Eindhoven, zegt via verschillende berekeningen steeds op eenzelfde jaarlijkse miljardenstrop uit te komen. Chris Verhoef verklaart dat het cijfer nog weleens hoger zouden kunnen liggen: ‘Vijf jaar geleden is voor het ministerie van Vrom onderzoek gedaan naar automatisering bij de overheid. Volgens dat onderzoek kwam maar liefst de helft van alle projecten nooit tot voltooiing.’
25 september 2007 Programma vernieuwing Rijksdienst
Een rijksdienst die beter beleid maakt, minder verkokerd is, efficiënter werkt en in omvang kleiner is.
29 november 2007 Lessen uit ICT-projecten bij de overheid A
  De Algemene Rekenkamer constateert dat de overheid heeft de neiging ICT-projecten te complex te maken. De politieke besluitvorming speelt hierbij een rol. Door te hoge ambitie of aanvullende wensen van minister of Tweede Kamer neemt het risico op het mislukken van ICT-projecten toe. Referentie naar artikel in Trouw uit 2007: ‘wij plaatsen bij deze cijfers enkele kanttekeningen’.
2007 en 2008 Gemeente heeft Antwoord© en “Overheid heeft Antwoord©
  Gezamenlijke publicaties van de Vereniging Directeuren Publieksdiensten, Divosa, VNG, en ICTU programma’s Overheid heeft Antwoord en Egem. Hierin wordt de visie van een gemeentelijke front office in 2015 in 5 groeifasen en bouwstenen verder uitgewerkt.
27 januari 2008 Arda Gerkers (SP Tweede Kamerlid) opent een meldpunt ICT-verspilling
  Van de aanbesteding tot de inhuur van te veel externen: op alle vlakken gaat het mis met ICT-projecten bij de overheid. SP-rapport ‘ICT bij de overheid: wondermiddel of hoofdpijndossier?’
Juni 2008 UWV stopt bouw ICT-systeem voor WIA
  UWV besluit niet verder te gaan met de ontwikkeling van het iCT-systeem voor de WIA, opvolger van de WAO. Door een te hoog ambitieniveau wordt het project te complex en technisch en financieel onbeheersbaar.
1 juli 2008 Lessen uit ICT-projecten bij de overheid B
  De Algemene Rekenkamer constateert dat ICT-projecten van de overheid vaak te ambitieus en te complex worden door de combinatie van politieke, organisatorische en technische factoren. Bij deze te complexe projecten is er geen balans tussen ambitie, beschikbare mensen, middelen en tijd.
2008 NUP: Nationale UitvoeringsProgramma
  Door de veelheid en onoverzichtelijkheid van alle initiatieven dreigen de ontwikkelingen te verzanden. De commissie Postma/Wallage doet voorstellen voor meer focus en prioritering. Dit resulteert in een lijst van 19 bouwstenen, met name gericht op realisatie van de e-overheid. Belangrijke bouwstenen van e-overheid voor een geïntegreerde dienstverlening zijn: basisregistraties, eenduidige nummers voor personen en bedrijven, middelen voor identificatie, authenticatie en machtiging en de gemeenschappelijke voorzieningen voor gegevensuitwisseling.
2009 Eindverslag ICT-werkgroep Tweede Kamer
ICT-werkgroep onder leiding van SP-Kamerlid Arda Gerkens  brengt rapport uit met wat er fout ging en doet aanbevelingen. Het rapport bevat een handreiking voor de behandeling van ICT-projecten.
1 januari 2010 P-Direkt is live
Gefaseerde aansluiting op P-Direkt vanaf 2007. Zeven ministeries zijn aangesloten zijn op het totale dienstverleningspakket van P-Direkt. Het ministerie van AZ, BZK (inclusief Hoge Colleges van Staat), Justitie, LNV en VROM stappen over. De medewerkers van deze ministeries komen formeel bij P-Direkt werken. Sociale Zaken en OCW sluiten later aan.
22 februari 2010 Gatewayreview over het Nationaal Uitvoeringsprogramma
‘Gateway-review’ onder leiding van Docter van Leeuwen zet het sein op rood. NUP is te complex, te eenzijdig gericht op techniek en ontbeert een visie en ondersteuning van implementatie.
25 – 27 mei 2010 World Congress on IT en ‘Declaration of Amsterdam’
Tijdens dit wereld congres dat iedere twee jaar wordt georganiseerd, komen uit meer dan tachtig landen ruim tweeduizend captains of industry, regeringsleiders en wetenschappers bijeen. De deelnemers bespreken op wereldniveau de uiteenlopende toepassingsmogelijkheden van informatie- en communicatietechnologie. In de Declaration of Amsterdam staat dat de ICT-sector zich in gaat zetten om de economische groei te stimuleren. Ook moet ICT een rol spelen bij grote sociale uitdagingen zoals klimaatverandering, gezondheid en kwaliteit van leven.
2010 Dienstverlening: samen doen
Overheidsbrede visie op dienstverlening met zes ambities voor dienstverlening in 2020 moet voldoen: de vraag van burgers, bedrijven en instellingen staat centraal, opereren als één overheid.
14-2-2011 Uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst
Streven naar een “kleinere overheid” en een ombuiging van 6,14 miljard euro in 2015 en 6,56 miljard euro structureel. Het realiseren van deze ambitie vraagt om een compacte overheid. Dit raakt alle overheidslagen: rijk, provincies, gemeenten en waterschappen.
2-3-2011 WRR Rapport iOverheid
De alomtegenwoordige inzet van informatie- en communicatietechnologie (ict) door de overheid heeft ervoor gezorgd dat deze niet langer meer als een eOverheid, gericht op dienstverlening en gebruikmakend van techniek, kan worden gekarakteriseerd. In de dagelijkse praktijk is veeleer een iOverheid ontstaan, gekenmerkt door informatiestromen en -netwerken en gericht op niet alleen dienstverlening, maar ook controle en zorg. Deze iOverheid brengt vergaande veranderingen in de relatie tussen burgers en overheden met zich mee. Een iAutoriteit moet ervoor zorgen dat misrepresentaties van burgers in de backoffice en overige systemen daadwerkelijk worden gecorrigeerd. Stel een permanente commissie voor de iOverheid in die jaarlijks aan het parlement rapporteert over de ‘staat van informatie’.
Juni 2011 Waterschappen verbreken banden met Logica
Het ict-debacle bij de waterschappen staat niet op zichzelf. Ook bij uitkeringsorganisatie UWV zijn de kosten uit de hand gelopen. Een groot automatiseringsproject van Capgemini zou in 2004 maximaal 40 miljoen gaan kosten.
2 september 2011 DigiNotar Hack
Minister Donner zegt vertrouwen op in DigiNotar en kondigt maatregelen aan om de betrouwbaarheid van de overheidswebsites te waarborgen.
15-11-2011 I-strategie Rijk
Verbrokkelde ICT-infrastructuur van de rijksdienst meer een eenheid laten worden, en daarmee de kosten te drukken. Het aantal datacenters wordt teruggebracht, er wordt één ICT beveiligingsfunctie voor de rijksdienst ingericht en worden voorstellen ontwikkeld om de ontwikkeling en het gebruik van software te harmoniseren.
1-12-2011 VVD Kamerlid Brigitte van der Burg vraagt minister Donner om ‘Deltaplan ICT’
Drie belangrijke elementen voor een Deltaplan: simpelere regelgeving om de haalbaarheid van automatisering te verbeteren, een andere manier van selecteren en afrekenen met leveranciers dan het gebruikelijke uurtje-factuurtje, en opschoning van de databases van de overheid.
December 2011 Nederland Open in Verbinding gestopt
Het programmabureau Nederland Open in Verbinding heeft haar werkzaamheden eind 2011 beëindigd. De medewerkers zijn inmiddels werkzaam op andere projecten, zowel binnen als buiten ICTU.
1 Januari 2012 Oprichting Nationaal Cyber Security Centrum
Het NCSC bestaat uit een samenwerking van publieke en private organisaties die zich richt op een integrale aanpak van cyber security. Binnen het NCSC wordt tactische en operationele kennis en expertise uit de publieke en private sectoren bij elkaar gebracht. Op deze manier komt er meer inzicht in ontwikkelingen, dreigingen & trends en kan er meer ondersteuning worden gegeven bij incidentafhandeling en crisisbesluitvorming op het gebied van digitale veiligheid.
26 Januari 2012 Convenant Verbetering samenwerking tussen de rijksoverheid en het ICT-bedrijfsleven
Het programma Samenwerking Rijk en ICT-bedrijfsleven bestaat uit de volgende onderdelen: verbeteren van de samenwerking, Publiek-Private Samenwerking, Kwaliteit van ICT-projecten, Goed Aanbesteden en Talentbehoud en –ontwikkeling.
5 juli 2012 Opdracht parlementair onderzoek ICT-projecten bij de rijksoverheid
Het doel van het parlementaire onderzoek naar ICT-projecten bij de overheid is tweeledig: 1 Het in kaart brengen van de misgelopen maatschappelijke effecten (ten behoeve van de gebruiker) (inclusief maatschappelijke en financiële kosten) door het niet op orde hebben van informatieprocessen en -stromen van de overheid door middel van ICT(-projecten). 2 Duidelijk maken wat de prioritaire stappen zijn die een optimale inrichting van de informatieprocessen en -stromen van de overheid door middel van ICT(-projecten) teweeg kunnen brengen.
17 Januari 2013 Aleksandr Dolmatov pleegt zelfmoord in detentiecentrum
Door diverse organisaties in de vreemdelingenketen worden fouten gemaakt in deze zaak. Abusievelijk werd in het computersysteem INDiGO ingevoerd dat Dolmatov “verwijderbaar” (uitzetbaar uit Nederland) was. Volgens de Inspectie had de mensenrechtenactivist niet in vreemdelingenbewaring gezet mogen worden en kreeg hij niet de juiste rechtsbijstand.
22-5-2013 Hervormingsagenda Rijksdienst
De agenda beoogt: goede dienstverlening voor burgers, bedrijven en instellingen; grotere slagvaardigheid en vermindering van overbodige bureaucratie en vermindering kosten voor personeel en materieel van de rijksdienst.
23-5-2013 Programma Digitaal 2017
Bedrijven en burgers kunnen uiterlijk in 2017 zaken die ze met de overheid doen digitaal afhandelen. De digitale overheid is betrouwbaar, veilig en betaalbaar.
2013 Doorbraakprojecten met ICT
Disruptieve technologie vraagt om het doorbreken van belemmeringen. Het project Massaal Digitaal geeft een impuls aan de ontwikkeling van de digitale overheid en maakt  deel uit van het programma ‘doorbraakprojecten met ict’: Zorg & ICT, Onderwijs & ICT, Big Data, Open Data, Energie & ICT, MKB Inoveert, Ondernemingsdossier en Informatieplatformen.
1 mei 2014 De overheid verliest 4 à 5 miljard per jaar aan falende ICT-projecten
Falende ICT-projecten worden niet bijgehouden en daarom kun je ook niet precies weten hoeveel er aan wordt uitgegeven. We (nrc factcheck) beoordelen de uitspraak daarom als niet te checken.
15 oktober 2014 Naar grip op ICT – Parlementair onderzoek naar ICT-projecten bij de overheid
De tijdelijke commissie ICT-projecten bij de overheid onder leiding van Ton Elias biedt haar eindrapport aan Kamervoorzitter Van Miltenburg. Jaarlijks zou één tot vijf miljard euro aan ICT projecten werd verspild. Pleidooi voor oprichting van een tijdelijke ICT-autoriteit: het BIT (Bureau ICT-toetsing).
12 mei 2015 Digitale Agenda 2020
De VNG formuleert de ambitie voor de komende jaren onder het motto ‘wat samen kan ook samen doen’: Open en transparant in de participatiesamenleving, Werken als 1 efficiënte overheid, Massaal digitaal en maatwerk lokaal.
5 oktober 2015 Topsectoren: Meer innovatie, extra inzet op ICT
Om ICT en innovatie op verschillende terreinen verder aan te jagen wordt een consortium opgericht van bedrijven, kennisinstellingen en overheden dat zich richt op de toepassing van big data -de verzamelnaam voor grote hoeveelheid digitale informatie- op het gebied van energie, zorg, veiligheid en smart industry. Tevens wil het consortium meer ICT-specialisten opleiden op het gebied van cyber security en big data. Hierbij wordt samengewerkt met hogescholen en universiteiten.
9 Februari 2016 Start van pilots voor eID stelsel
Het kabinet gaat door met het stapsgewijs ontwikkelen van het eID Stelsel. Dat wordt een nieuwe standaard om burgers en bedrijven veilige en betrouwbare toegang te verlenen tot online dienstverlening van overheid en bedrijfsleven. Met pilots wordt het gebruik van zowel publieke als private inlogmiddelen beproefd.

iOverheid kent geen grenzen

ioverheid_figuur

Het iBestuur congres had dit jaar het ambitieuze thema ‘iOntwerp voor een slimmer Nederland’. Minister Plasterk opende het congres. Voordat hij het spiekbriefje uit zijn zak toverde om de digitale wapenfeiten van de overheid op te sommen moest hem nog iets van het hart. Was het nou EE-Overheid of IE-Overheid? Of misschien in het Engels AAI-Overheid? Verwarrend is dat wel. Waar komt die ‘i’ eigenlijk vandaan?

Vijf jaar geleden schreef de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)  het rapport ‘iOverheid’. De Raad verlegt daarin de blik van de applicaties die de overheid ontwikkelt naar de informatiestromen. Die informatiestromen banen zich een weg binnen en tussen de verschillende overheden, over de grenzen van de beleidsterreinen heen en over de grenzen van publieke en private organisaties. Dat is de wereld van de informatie-overheid, die vergaande veranderingen in de relatie tussen overheden en burgers met zich meebrengen. Daardoor nemen ook de kwetsbaarheden toe, zowel voor de burgers als voor de overheid zelf.

“Op gebieden als veiligheid en zorg worden systemen ingezet en gekoppeld om de toekomst in kaart te brengen en daarop alvast te anticiperen. Zo moet de Verwijsindex Risicojongeren ‘een nieuw Maasmeisje’ voorkomen, dienen Europese migratiedatabanken te garanderen dat zich geen nieuwe illegalen in Nederland vestigen en zijn opsporingsdatabanken en grensoverschrijdend uitgewisselde passagiers- en bankgegevens er om de wereld te vrijwaren van een nieuwe terroristische aanslag.” schrijft Raad in haar rapport. “Wie er van overtuigd is dat de inzet van technologie alleen maar van invloed is op vooropgestelde doelen als het verhogen van efficiëntie en het verbeteren van de veiligheid, heeft weinig oog voor, minder wenselijke, bijeffecten.” Omdat initiatieven ad hoc worden genomen ontbreekt regie en is de ontwikkeling van de ‘iOverheid’ onbegrensd.

De onderzoekers van de WRR wijzen op de gevaren, die onschuldige burgers diep kunnen raken. Als voorbeeld wordt de zaak-Kowsoleea genoemd. Als onschuldige burger werd Ron Kowsoleea dertien jaar lang verward met een gevaarlijke drugscrimineel, nadat hij het slachtoffer was geworden van identiteitsfraude. Zijn gegevens waren overal opgeslagen en die bleken moeilijk te corrigeren. Daardoor kreeg hij ten onterechte een strafblad. Hij werd hij geregistreerd als ongewenst vreemdeling en ondervond problemen met reizen vanaf Schiphol. Voor het oog van zijn kinderen werd hij met veel machtsvertoon gearresteerd. De Nationale Ombudsman oordeelde vernietigend over het onvermogen van de overheid om de gegevens te corrigeren.

Het onbeperkt vasthouden en koppelen van informatie heeft zijn schaduwkanten. Burgers kunnen zich daardoor moeilijk aan hun eigen verleden onttrekken. Aglaia Bouma gebruikt dit thema in haar roman ‘Niets te verbergen’. Hoofdpersoon van het boek is prostituee Maud. Zij probeert te overleven in een Nederland van de nabije toekomst waarbij alle persoonlijke gegevens zijn opgeslagen in een zogenaamd ‘Elektronisch Burgerdossier’. Maud heeft daar geen problemen mee. Zij heeft immers niets te verbergen en dus ook niets te vrezen. Zij doet achteloos afstand van haar privacy in ruil voor meer gemak en veiligheid. Maud belandt uiteindelijk in een nachtmerrie waarin de registraties zich tegen haar keren. Een wereld van ongebreidelde informatievergaring maakt uiteindelijk van iedereen een verdachte.

De WRR adviseerde het kabinet een ‘iAutoriteit’ in te stellen. Deze organisatie met vergaande bevoegdheden zou burgers, die verstrikt zijn geraakt in de digitale informatiehuishouding van de overheid, bij moeten staan. Daarnaast zou een ‘Permanente Commissie voor de iOverheid’ het parlement jaarlijks moeten rapporteren en adviseren over de ontwikkeling van de ‘vernetwerkte overheid’. Tegelijk zou een iPlatform burgers inzicht moeten verschaffen over de informatie die de overheid over hen verzamelt, wie daar toegang toe krijgen en waarvoor. Het WRR-rapport werd alom geprezen. Raadslid Corien Prins werd in 2011, vanwege haar bijdrage aan het rapport, onderscheiden met de ICT Personality Award. De iAutoriteit, de Permanente Commissie voor de iOverheid en het iPlatform kwamen er niet. Ondertussen blijft de wereld van verbonden systemen en informatieprocessen groeien. Het WRR-rapport ligt nu te verstoffen in een bureaula. Wat bleef is de ‘i’ in iOverheid. Het is de erfenis van een gedegen visie op een digitaliserende overheid.

Disruptieve overheid

disruptie

In de digitale economie is de klant bepalend. Bedrijven en instellingen die hun klanten het best begrijpen en daar snel op inspelen zijn de winnaars. Het denken vanuit de klant leidt tot disruptieve bedrijfsmodellen. Bekende voorbeelden daarvan zijn:

  • Über: het grootste taxibedrijf ter wereld dat geen taxi’s bezit
  • Airbnb: de grootste vakantiehuisvestingaanbieder dat geen vastgoed bezit
  • WhatsApp en WeChat: grote telecomaanbieders die geen infrastructuur hebben
  • Alibaba: de kapitaalkrachtigste verkoper die geen inventaris heeft
  • Facebook: het populairste mediaplatform dat zelf geen content maakt
  • SocietyOne: de snelst groeiende bank die geen geld heeft
  • Netflix: het grootste filmhuis dat geen bioscoop bezit
  • Apple en Google: de grootste softwareleveranciers die zelf geen apps ontwikkelen

Het belangrijkste kenmerk van deze bedrijven is dat ze volledig datagedreven zijn. Het zijn de gebruikers die de waarde toevoegen in het netwerk, bijvoorbeeld door content, goederen of huis te delen. De bedrijven werken als een platform met data als belangrijkste kapitaal. Op basis van data wordt steeds verfijnder gepersonaliseerde dienstverlening geboden.

Gevestigde bedrijven, zoals banken, taxibedrijven, hotelketens, warenhuizen, dreigen te worden ingehaald door disruptieve nieuwkomers. Digitale transformatie is essentieel om te kunnen overleven in de digitale economie. De sleutel van het succes ligt bij het centraal stellen van de klant. Die wil goede service en zijn zaken snel via zijn mobiel kunnen afhandelen. Annet Aris, docent digitale strategie aan de Franse businessschool Insead, noemt in het FD de volgende drie factoren waarop bedrijven en instellingen worden beoordeeld: transparantie, efficiency en keuzevrijheid. In het FD zijn negen sectoren gescoord op een zogenaamde disruptiemeter.

Het is niet verrassend dat de overheid slecht scoort op alle drie de factoren. Dit oordeel wordt bevestigd FD-lezers. De reacties zijn unaniem negatief over de overheidsdiensten: Ze hebben niet het gevoel dat de overheid luistert, of weet wat de burger wil. ‘We betalen ons suf en de service is slecht’, schrijft een ontevreden lezer. Maar ach, wat verwachten we ook van een monopolist, stelt een ander. ‘De overheid is een grote eenheidsworst.’

Mensen verwachten van de overheid een dienstverlening die vergelijkbaar is met die van commerciële dienstverleners. Die verwachting kan de overheid niet waarmaken. Digitale transformatie vereist ontkokering van de organisatie, samenwerking en gerichte investering. Op die punten laat de overheid het afweten. De interne organisatie wordt vooralsnog niet gewijzigd en het geld ontbreekt om een toekomstvaste digitale infrastructuur te implementeren. De technologische ontwikkelingen gaan snel, in een tempo dat de overheid nu niet kan bijhouden.

De overheid wacht nu de zware taak zichzelf te transformeren tot een netwerkoverheid in de netwerksamenleving. Grenzen tussen publieke en private organisaties zullen verdergaand vervagen. Met een grote verzameling registraties zit onze overheid op goud. Overheidsorganisaties zoals RDW, KNMI, CBS, RIVM en Kadaster beheren en ontsluiten de data. Dit blijft een kerntaak van de overheid. Data van KNMI en RDW wordt nu al gebruikt voor hoogwaardige dienstverlening door derden. Die lijn kan de overheid doortrekken door de dienstverlening die nu nog door de overheid wordt uitgevoerd over te laten aan private dienstverleners. Daardoor ontstaat meer  marktwerking. Voor klanten  biedt dat het perspectief van een verbetering van transparantie, efficiency en keuzevrijheid.