Achterdeurtje is ongewenst

2016-02-20_184851000_F43BD_iOS

“Een bot is een programmaatje dat doet alsof het een mens is. Een softwarerobotje, een volautomatische opdracht die zelfstandig wordt uitgevoerd, die een netwerk kan afzoeken en informatie kan vergaren. Bots zijn overal, nemen langzaam het internet over, zoekmachines draaien op bots die overal informatie uit websites halen en bijeen brengen.”

Dit is geen tekst van Wikipedia, maar een passage uit de thriller ‘Bot’ van Charles den Tex. Bots worden veel toegepast in computerspellen om tegenspelers en medespelers toe te voegen aan het spel. Zoekmachines zoals Google en Bing gebruiken bots om webpagina’s te selecteren. Deze bots worden spiders genoemd en zoeken het web af. Zij analyseren, selecteren en tonen relevante webpagina’s. Chatbots, zoals Apple’s virtuele assistent Siri, worden ontwikkeld om op een menselijke manier te kunnen communiceren. Zo heeft Terre des Hommes het virtuele meisje Sweetie ontwikkeld om daders van webcamseks met kinderen te ontmaskeren. De bot in het boek van Den Tex heeft minder goede bedoelingen. De software moet diep binnendringen in de systemen van klanten om met de verkregen informatie klanten onlosmakelijk te binden.

Zakenman Willem Hartema laat een informatiesysteem bouwen om het maximale uit zijn klanten te halen. Het is geen systeem dat legaal in de markt verkrijgbaar is. Bas Pantier, een hyperintelligente computernerd, ontwikkelt de software exclusief voor de zakenman. Bas maakt deel uit van een groepje nerds die code schrijft en versleutelingen maakt. Zij opereren anoniem in de onderwereld van het internet. Via het netwerk tor (The Onion Router) kunnen zij online anoniem blijven en opereren in de spelonken van het internet die voor Google en browsers verborgen blijven. Hoewel Bas de grenzen van het ethisch toelaatbare overschrijdt, roept juist hij de sympathie op in de thriller van Den Tex.

Het avontuur van Bas Pantier is weliswaar fictie, maar bepaald niet onrealistisch afgaande op getuigenissen over de digitale onderwereld. Onderzoeker Jamie Bartlett dook zelf onder in het Dark Net en schreef daarover in zijn gelijknamige boek. Hij kocht drugs op het Dark Net en sprak met activisten, liefhebbers van kinderporno en computernerds. Hij maakt duidelijk waarom het anonieme Dark Net aantrekkelijk is voor wapen- en drugshandelaars en verspreiders van kinderporno. Hij laat de duistere kant van het Dark Net zien. Hij benadrukt ook de creatieve kant, zoals de toepassing voor bitcoins.  “Het Dark Net kweekt een adembenemende creativiteit. Het merendeel van de sites die ik heb bezocht was verbazingwekkend adaptief en innovatief”, schrijft Bartlett.

Niemand, behalve zakenman Willem Hartema, kan het informatiesysteem activeren. Nadat Willem dood wordt gevonden ontstaat een gevecht om de controle over het systeem. Ontwikkelaar Bas Pantier heeft geen toegang meer, want hij heeft geen achterdeurtje in het systeem gebouwd. Dit doet ons denken aan het conflict tussen Apple en de Amerikaanse overheid over het kraken van telefoons van terroristen. Als ontwikkelaars een achterdeurtje inbouwen kunnen veiligheidsdiensten de toegang opeisen en zullen ook criminelen en sjoemelende bedrijven jacht maken op toegang tot onze systemen. Een achterdeurtje op ons mobiel is daarom ongewenst.

Denken vanuit de burger

procession dansante d'Echternach 2006

In 1996 selecteerde een stuurgroep onder leiding van toenmalig staatssecretaris Jacob Kohnstamm vijftien pilotprojecten voor het programma Overheidsloket 2000. Hiermee werd het startsein gegeven voor een Elektronische Overheid met als centrale motto ‘Denken vanuit de burger’. Bij de veranderingen zou niet langer de eigen overheidsorganisatie centraal staan, maar de vraag van de burger. Er werd serieus werk gemaakt van modernisering van de overheidsdienstverlening. De e-overheid en de vorming van een front office stonden centraal.

Twintig jaar na de start van OL2000 wordt nog steeds gewerkt aan een betere dienstverlenende overheid. Afgelopen jaren zijn daarover veel plannen en rapporten verschenen (zie tijdlijn hieronder). Er zijn successen geboekt. Denk hierbij aan de vooraf ingevulde belastingaangifte, de bundeling van bedrijfsvoeringsfuncties binnen het Rijk en het BSN-nummer in de zorg. Het merendeel van de overheidsdiensten kan inmiddels digitaal worden afgenomen. Helaas ging er ook het nodige mis. Diverse projecten faalden vanwege een overmaat aan ambitie en onvoldoende sturing. Herhaaldelijk is daar onderzoek naar gedaan, met steeds dezelfde conclusies. Nog steeds is het onbekend hoeveel de overheid besteedt aan ICT. Laat staan hoeveel geld wordt verspild als gevolg van falende projecten.

Gebrek aan doorzettingsmacht en samenwerking breekt de overheid op bij grote veranderingen. Minister Plasterk schrijft deze maand dat het kabinet “doorgaat met het stapsgewijs ontwikkelen van het eID. Dat wordt een nieuwe standaard om burgers en bedrijven veilige en betrouwbare toegang te verlenen tot online dienstverlening van overheid en bedrijfsleven. Met pilots wordt het gebruik van zowel publieke als private inlogmiddelen beproefd.” Het gaat vooruit, maar nog steeds bijzonder traag met vallen en opstaan. Het heeft veel weg van de Processie van Echternach: drie stappen vooruit, gevolgd door twee stappen achteruit.

Burgers en ondernemers moeten in 2017 hun zaken veilig en makkelijk digitaal met de overheid kunnen afhandelen. Voormalig Rijks CIO Dion Kotteman benadrukt in dat verband dat de overheid moet denken vanuit de burger en niet vanuit eigen silo’s: “Daarbij hoort ook een discussie over taken en rolopvatting. We gaan naar standaardisatie, maar we komen van een situatie waar veel maatwerk was. Er is echt sprake van ‘work in progress’.”

1996 Overheidsloket 2000
Het motto van Overheidsloket 2000 (OL2000), het eerste programma van wat destijds nog niet de Elektronische Overheid heette, was ‘Denken en werken vanuit de burger’. Het wilde daarmee uitdrukken dat je bij veranderingen niet moet uitgaan van je eigen organisatie, maar vanuit de burger. Met Overheidsloket 2000 geeft de overheid het signaal dat men serieus werk wil maken van de dienstverlening. Met name de e-overheid en de vorming van een front office staan centraal. Vijftien proefprojecten worden geselecteerd voor het OL2000.
2003 Programma Andere Overheid
Het accent ligt op verbetering van de bedrijfsvoering en de back office. Het concept van basisregistraties wordt geïntroduceerd. Men heeft een overheid voor ogen die niet naar de bekende weg vraagt, klantgericht is, zich niet voor de gek laat houden, weet waar ze het over heeft, haar zaken op orde heeft en niet meer uitgeeft dan nodig is. Andere Overheid werkt aan een krachtige overheid, die de samenleving centraal stelt én slagvaardig is. Het programma omvat de thema’s: Betere dienstverlening, Minder bureaucratie en Slagvaardige organisatie. Bij alle thema’s is een Andere werkwijze van belang, zoals samenwerken en luisteren naar burgers. Bij de uitvoering van de rijkstaken zal meer en beter gebruik worden gemaakt van ICT.
2004 Op weg naar de elektronische overheid
  In 2007 kan 65% van de publieke dienstverlening via internet verlopen, is er sprake van eenmalige gegevensverstrekking en meervoudig gebruik en is er een elektronisch identificatiesysteem voor de verificatie van burgers en bedrijven.
2005 Publieke dienstverlening, professionele gemeenten
  VNG commissie gemeentelijke dienstverlening/commissie Jorritsma stelt dat gemeenten in 2015 dé poort tot publieke dienstverlening zijn.
Oktober 2005 P-direkt contract ontbonden
  Overheid betaalt aan IBM  een afkoopsom van 20.8 miljoen.
18 april 2006 Verklaring ‘Betere dienstverlening, minder administratieve lasten met de elektronische overheid’
  Stimulans voor de e-overheid: 12 bouwstenen en het programma i-teams om gemeenten bij de implementatie te ondersteunen.
2006 Forum Standaardisatie
  Het kabinet stelt het College en Forum Standaardisatie in ter bevordering van interoperabiliteit en het gebruik van open standaarden.
september 2006 Tussen het kastje en de muur
  PvdA Kamerleden Martijn van Dam en Anja Timmer schrijven: ‘Tussen het kastje en de muur’. ‘Ambtenaren saboteren ICT voor honderden miljoenen euro’s en pleidooi voor een verbod op overbodige formulieren.’
Juni 2007 Artikel Trouw
  Jaarlijks zou vier à vijf miljard euro – net zoveel als de hele Betuwelijn heeft gekost- aan ICT projecten werd verspild. Jan Friso Groote, hoogleraar computertechnologie in Eindhoven, zegt via verschillende berekeningen steeds op eenzelfde jaarlijkse miljardenstrop uit te komen. Chris Verhoef verklaart dat het cijfer nog weleens hoger zouden kunnen liggen: ‘Vijf jaar geleden is voor het ministerie van Vrom onderzoek gedaan naar automatisering bij de overheid. Volgens dat onderzoek kwam maar liefst de helft van alle projecten nooit tot voltooiing.’
25 september 2007 Programma vernieuwing Rijksdienst
Een rijksdienst die beter beleid maakt, minder verkokerd is, efficiënter werkt en in omvang kleiner is.
29 november 2007 Lessen uit ICT-projecten bij de overheid A
  De Algemene Rekenkamer constateert dat de overheid heeft de neiging ICT-projecten te complex te maken. De politieke besluitvorming speelt hierbij een rol. Door te hoge ambitie of aanvullende wensen van minister of Tweede Kamer neemt het risico op het mislukken van ICT-projecten toe. Referentie naar artikel in Trouw uit 2007: ‘wij plaatsen bij deze cijfers enkele kanttekeningen’.
2007 en 2008 Gemeente heeft Antwoord© en “Overheid heeft Antwoord©
  Gezamenlijke publicaties van de Vereniging Directeuren Publieksdiensten, Divosa, VNG, en ICTU programma’s Overheid heeft Antwoord en Egem. Hierin wordt de visie van een gemeentelijke front office in 2015 in 5 groeifasen en bouwstenen verder uitgewerkt.
27 januari 2008 Arda Gerkers (SP Tweede Kamerlid) opent een meldpunt ICT-verspilling
  Van de aanbesteding tot de inhuur van te veel externen: op alle vlakken gaat het mis met ICT-projecten bij de overheid. SP-rapport ‘ICT bij de overheid: wondermiddel of hoofdpijndossier?’
Juni 2008 UWV stopt bouw ICT-systeem voor WIA
  UWV besluit niet verder te gaan met de ontwikkeling van het iCT-systeem voor de WIA, opvolger van de WAO. Door een te hoog ambitieniveau wordt het project te complex en technisch en financieel onbeheersbaar.
1 juli 2008 Lessen uit ICT-projecten bij de overheid B
  De Algemene Rekenkamer constateert dat ICT-projecten van de overheid vaak te ambitieus en te complex worden door de combinatie van politieke, organisatorische en technische factoren. Bij deze te complexe projecten is er geen balans tussen ambitie, beschikbare mensen, middelen en tijd.
2008 NUP: Nationale UitvoeringsProgramma
  Door de veelheid en onoverzichtelijkheid van alle initiatieven dreigen de ontwikkelingen te verzanden. De commissie Postma/Wallage doet voorstellen voor meer focus en prioritering. Dit resulteert in een lijst van 19 bouwstenen, met name gericht op realisatie van de e-overheid. Belangrijke bouwstenen van e-overheid voor een geïntegreerde dienstverlening zijn: basisregistraties, eenduidige nummers voor personen en bedrijven, middelen voor identificatie, authenticatie en machtiging en de gemeenschappelijke voorzieningen voor gegevensuitwisseling.
2009 Eindverslag ICT-werkgroep Tweede Kamer
ICT-werkgroep onder leiding van SP-Kamerlid Arda Gerkens  brengt rapport uit met wat er fout ging en doet aanbevelingen. Het rapport bevat een handreiking voor de behandeling van ICT-projecten.
1 januari 2010 P-Direkt is live
Gefaseerde aansluiting op P-Direkt vanaf 2007. Zeven ministeries zijn aangesloten zijn op het totale dienstverleningspakket van P-Direkt. Het ministerie van AZ, BZK (inclusief Hoge Colleges van Staat), Justitie, LNV en VROM stappen over. De medewerkers van deze ministeries komen formeel bij P-Direkt werken. Sociale Zaken en OCW sluiten later aan.
22 februari 2010 Gatewayreview over het Nationaal Uitvoeringsprogramma
‘Gateway-review’ onder leiding van Docter van Leeuwen zet het sein op rood. NUP is te complex, te eenzijdig gericht op techniek en ontbeert een visie en ondersteuning van implementatie.
25 – 27 mei 2010 World Congress on IT en ‘Declaration of Amsterdam’
Tijdens dit wereld congres dat iedere twee jaar wordt georganiseerd, komen uit meer dan tachtig landen ruim tweeduizend captains of industry, regeringsleiders en wetenschappers bijeen. De deelnemers bespreken op wereldniveau de uiteenlopende toepassingsmogelijkheden van informatie- en communicatietechnologie. In de Declaration of Amsterdam staat dat de ICT-sector zich in gaat zetten om de economische groei te stimuleren. Ook moet ICT een rol spelen bij grote sociale uitdagingen zoals klimaatverandering, gezondheid en kwaliteit van leven.
2010 Dienstverlening: samen doen
Overheidsbrede visie op dienstverlening met zes ambities voor dienstverlening in 2020 moet voldoen: de vraag van burgers, bedrijven en instellingen staat centraal, opereren als één overheid.
14-2-2011 Uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst
Streven naar een “kleinere overheid” en een ombuiging van 6,14 miljard euro in 2015 en 6,56 miljard euro structureel. Het realiseren van deze ambitie vraagt om een compacte overheid. Dit raakt alle overheidslagen: rijk, provincies, gemeenten en waterschappen.
2-3-2011 WRR Rapport iOverheid
De alomtegenwoordige inzet van informatie- en communicatietechnologie (ict) door de overheid heeft ervoor gezorgd dat deze niet langer meer als een eOverheid, gericht op dienstverlening en gebruikmakend van techniek, kan worden gekarakteriseerd. In de dagelijkse praktijk is veeleer een iOverheid ontstaan, gekenmerkt door informatiestromen en -netwerken en gericht op niet alleen dienstverlening, maar ook controle en zorg. Deze iOverheid brengt vergaande veranderingen in de relatie tussen burgers en overheden met zich mee. Een iAutoriteit moet ervoor zorgen dat misrepresentaties van burgers in de backoffice en overige systemen daadwerkelijk worden gecorrigeerd. Stel een permanente commissie voor de iOverheid in die jaarlijks aan het parlement rapporteert over de ‘staat van informatie’.
Juni 2011 Waterschappen verbreken banden met Logica
Het ict-debacle bij de waterschappen staat niet op zichzelf. Ook bij uitkeringsorganisatie UWV zijn de kosten uit de hand gelopen. Een groot automatiseringsproject van Capgemini zou in 2004 maximaal 40 miljoen gaan kosten.
2 september 2011 DigiNotar Hack
Minister Donner zegt vertrouwen op in DigiNotar en kondigt maatregelen aan om de betrouwbaarheid van de overheidswebsites te waarborgen.
15-11-2011 I-strategie Rijk
Verbrokkelde ICT-infrastructuur van de rijksdienst meer een eenheid laten worden, en daarmee de kosten te drukken. Het aantal datacenters wordt teruggebracht, er wordt één ICT beveiligingsfunctie voor de rijksdienst ingericht en worden voorstellen ontwikkeld om de ontwikkeling en het gebruik van software te harmoniseren.
1-12-2011 VVD Kamerlid Brigitte van der Burg vraagt minister Donner om ‘Deltaplan ICT’
Drie belangrijke elementen voor een Deltaplan: simpelere regelgeving om de haalbaarheid van automatisering te verbeteren, een andere manier van selecteren en afrekenen met leveranciers dan het gebruikelijke uurtje-factuurtje, en opschoning van de databases van de overheid.
December 2011 Nederland Open in Verbinding gestopt
Het programmabureau Nederland Open in Verbinding heeft haar werkzaamheden eind 2011 beëindigd. De medewerkers zijn inmiddels werkzaam op andere projecten, zowel binnen als buiten ICTU.
1 Januari 2012 Oprichting Nationaal Cyber Security Centrum
Het NCSC bestaat uit een samenwerking van publieke en private organisaties die zich richt op een integrale aanpak van cyber security. Binnen het NCSC wordt tactische en operationele kennis en expertise uit de publieke en private sectoren bij elkaar gebracht. Op deze manier komt er meer inzicht in ontwikkelingen, dreigingen & trends en kan er meer ondersteuning worden gegeven bij incidentafhandeling en crisisbesluitvorming op het gebied van digitale veiligheid.
26 Januari 2012 Convenant Verbetering samenwerking tussen de rijksoverheid en het ICT-bedrijfsleven
Het programma Samenwerking Rijk en ICT-bedrijfsleven bestaat uit de volgende onderdelen: verbeteren van de samenwerking, Publiek-Private Samenwerking, Kwaliteit van ICT-projecten, Goed Aanbesteden en Talentbehoud en –ontwikkeling.
5 juli 2012 Opdracht parlementair onderzoek ICT-projecten bij de rijksoverheid
Het doel van het parlementaire onderzoek naar ICT-projecten bij de overheid is tweeledig: 1 Het in kaart brengen van de misgelopen maatschappelijke effecten (ten behoeve van de gebruiker) (inclusief maatschappelijke en financiële kosten) door het niet op orde hebben van informatieprocessen en -stromen van de overheid door middel van ICT(-projecten). 2 Duidelijk maken wat de prioritaire stappen zijn die een optimale inrichting van de informatieprocessen en -stromen van de overheid door middel van ICT(-projecten) teweeg kunnen brengen.
17 Januari 2013 Aleksandr Dolmatov pleegt zelfmoord in detentiecentrum
Door diverse organisaties in de vreemdelingenketen worden fouten gemaakt in deze zaak. Abusievelijk werd in het computersysteem INDiGO ingevoerd dat Dolmatov “verwijderbaar” (uitzetbaar uit Nederland) was. Volgens de Inspectie had de mensenrechtenactivist niet in vreemdelingenbewaring gezet mogen worden en kreeg hij niet de juiste rechtsbijstand.
22-5-2013 Hervormingsagenda Rijksdienst
De agenda beoogt: goede dienstverlening voor burgers, bedrijven en instellingen; grotere slagvaardigheid en vermindering van overbodige bureaucratie en vermindering kosten voor personeel en materieel van de rijksdienst.
23-5-2013 Programma Digitaal 2017
Bedrijven en burgers kunnen uiterlijk in 2017 zaken die ze met de overheid doen digitaal afhandelen. De digitale overheid is betrouwbaar, veilig en betaalbaar.
2013 Doorbraakprojecten met ICT
Disruptieve technologie vraagt om het doorbreken van belemmeringen. Het project Massaal Digitaal geeft een impuls aan de ontwikkeling van de digitale overheid en maakt  deel uit van het programma ‘doorbraakprojecten met ict’: Zorg & ICT, Onderwijs & ICT, Big Data, Open Data, Energie & ICT, MKB Inoveert, Ondernemingsdossier en Informatieplatformen.
1 mei 2014 De overheid verliest 4 à 5 miljard per jaar aan falende ICT-projecten
Falende ICT-projecten worden niet bijgehouden en daarom kun je ook niet precies weten hoeveel er aan wordt uitgegeven. We (nrc factcheck) beoordelen de uitspraak daarom als niet te checken.
15 oktober 2014 Naar grip op ICT – Parlementair onderzoek naar ICT-projecten bij de overheid
De tijdelijke commissie ICT-projecten bij de overheid onder leiding van Ton Elias biedt haar eindrapport aan Kamervoorzitter Van Miltenburg. Jaarlijks zou één tot vijf miljard euro aan ICT projecten werd verspild. Pleidooi voor oprichting van een tijdelijke ICT-autoriteit: het BIT (Bureau ICT-toetsing).
12 mei 2015 Digitale Agenda 2020
De VNG formuleert de ambitie voor de komende jaren onder het motto ‘wat samen kan ook samen doen’: Open en transparant in de participatiesamenleving, Werken als 1 efficiënte overheid, Massaal digitaal en maatwerk lokaal.
5 oktober 2015 Topsectoren: Meer innovatie, extra inzet op ICT
Om ICT en innovatie op verschillende terreinen verder aan te jagen wordt een consortium opgericht van bedrijven, kennisinstellingen en overheden dat zich richt op de toepassing van big data -de verzamelnaam voor grote hoeveelheid digitale informatie- op het gebied van energie, zorg, veiligheid en smart industry. Tevens wil het consortium meer ICT-specialisten opleiden op het gebied van cyber security en big data. Hierbij wordt samengewerkt met hogescholen en universiteiten.
9 Februari 2016 Start van pilots voor eID stelsel
Het kabinet gaat door met het stapsgewijs ontwikkelen van het eID Stelsel. Dat wordt een nieuwe standaard om burgers en bedrijven veilige en betrouwbare toegang te verlenen tot online dienstverlening van overheid en bedrijfsleven. Met pilots wordt het gebruik van zowel publieke als private inlogmiddelen beproefd.

iOverheid kent geen grenzen

ioverheid_figuur

Het iBestuur congres had dit jaar het ambitieuze thema ‘iOntwerp voor een slimmer Nederland’. Minister Plasterk opende het congres. Voordat hij het spiekbriefje uit zijn zak toverde om de digitale wapenfeiten van de overheid op te sommen moest hem nog iets van het hart. Was het nou EE-Overheid of IE-Overheid? Of misschien in het Engels AAI-Overheid? Verwarrend is dat wel. Waar komt die ‘i’ eigenlijk vandaan?

Vijf jaar geleden schreef de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)  het rapport ‘iOverheid’. De Raad verlegt daarin de blik van de applicaties die de overheid ontwikkelt naar de informatiestromen. Die informatiestromen banen zich een weg binnen en tussen de verschillende overheden, over de grenzen van de beleidsterreinen heen en over de grenzen van publieke en private organisaties. Dat is de wereld van de informatie-overheid, die vergaande veranderingen in de relatie tussen overheden en burgers met zich meebrengen. Daardoor nemen ook de kwetsbaarheden toe, zowel voor de burgers als voor de overheid zelf.

“Op gebieden als veiligheid en zorg worden systemen ingezet en gekoppeld om de toekomst in kaart te brengen en daarop alvast te anticiperen. Zo moet de Verwijsindex Risicojongeren ‘een nieuw Maasmeisje’ voorkomen, dienen Europese migratiedatabanken te garanderen dat zich geen nieuwe illegalen in Nederland vestigen en zijn opsporingsdatabanken en grensoverschrijdend uitgewisselde passagiers- en bankgegevens er om de wereld te vrijwaren van een nieuwe terroristische aanslag.” schrijft Raad in haar rapport. “Wie er van overtuigd is dat de inzet van technologie alleen maar van invloed is op vooropgestelde doelen als het verhogen van efficiëntie en het verbeteren van de veiligheid, heeft weinig oog voor, minder wenselijke, bijeffecten.” Omdat initiatieven ad hoc worden genomen ontbreekt regie en is de ontwikkeling van de ‘iOverheid’ onbegrensd.

De onderzoekers van de WRR wijzen op de gevaren, die onschuldige burgers diep kunnen raken. Als voorbeeld wordt de zaak-Kowsoleea genoemd. Als onschuldige burger werd Ron Kowsoleea dertien jaar lang verward met een gevaarlijke drugscrimineel, nadat hij het slachtoffer was geworden van identiteitsfraude. Zijn gegevens waren overal opgeslagen en die bleken moeilijk te corrigeren. Daardoor kreeg hij ten onterechte een strafblad. Hij werd hij geregistreerd als ongewenst vreemdeling en ondervond problemen met reizen vanaf Schiphol. Voor het oog van zijn kinderen werd hij met veel machtsvertoon gearresteerd. De Nationale Ombudsman oordeelde vernietigend over het onvermogen van de overheid om de gegevens te corrigeren.

Het onbeperkt vasthouden en koppelen van informatie heeft zijn schaduwkanten. Burgers kunnen zich daardoor moeilijk aan hun eigen verleden onttrekken. Aglaia Bouma gebruikt dit thema in haar roman ‘Niets te verbergen’. Hoofdpersoon van het boek is prostituee Maud. Zij probeert te overleven in een Nederland van de nabije toekomst waarbij alle persoonlijke gegevens zijn opgeslagen in een zogenaamd ‘Elektronisch Burgerdossier’. Maud heeft daar geen problemen mee. Zij heeft immers niets te verbergen en dus ook niets te vrezen. Zij doet achteloos afstand van haar privacy in ruil voor meer gemak en veiligheid. Maud belandt uiteindelijk in een nachtmerrie waarin de registraties zich tegen haar keren. Een wereld van ongebreidelde informatievergaring maakt uiteindelijk van iedereen een verdachte.

De WRR adviseerde het kabinet een ‘iAutoriteit’ in te stellen. Deze organisatie met vergaande bevoegdheden zou burgers, die verstrikt zijn geraakt in de digitale informatiehuishouding van de overheid, bij moeten staan. Daarnaast zou een ‘Permanente Commissie voor de iOverheid’ het parlement jaarlijks moeten rapporteren en adviseren over de ontwikkeling van de ‘vernetwerkte overheid’. Tegelijk zou een iPlatform burgers inzicht moeten verschaffen over de informatie die de overheid over hen verzamelt, wie daar toegang toe krijgen en waarvoor. Het WRR-rapport werd alom geprezen. Raadslid Corien Prins werd in 2011, vanwege haar bijdrage aan het rapport, onderscheiden met de ICT Personality Award. De iAutoriteit, de Permanente Commissie voor de iOverheid en het iPlatform kwamen er niet. Ondertussen blijft de wereld van verbonden systemen en informatieprocessen groeien. Het WRR-rapport ligt nu te verstoffen in een bureaula. Wat bleef is de ‘i’ in iOverheid. Het is de erfenis van een gedegen visie op een digitaliserende overheid.

2015 herzien

De statistieken hulpaapjes van WordPress.com hebben voor 2015 een jaarlijks rapport voorbereid.

Hier is een fragment:

In de concertzaal in het Sydney Opera House passen 2.700 mensen. Deze blog werd in 2015 ongeveer 11.000 keer bekeken. Als je blog een concert zou zijn in het Sydney Opera House, zou het ongeveer 4 uitverkochte optredens nodig hebben voordat zoveel mensen het zouden zien.

Klik hier om het complete rapport te bekijken.

Overheidsproject is als een mammoettanker

Knock Nevis - World's Biggest Super Tanker (7)

NRC Handelsblad schreef (28/11) over de problemen met UWV-website werk.nl. Uit onderzoek van de krant blijkt dat de website voor uitkeringen nog steeds heel kwetsbaar is. Als een onwillige hostingleverancier de veroorzaker is van de problemen dan is de oplossing simpel: vervang die leverancier. De situatie is helaas veel complexer. De problemen zijn, zoals bij vrijwel alle ICT-ontwikkelingen die vast lopen, terug te voeren op een ondeugdelijke voorbereiding.

Het kabinet voerde in 2011 een forse bezuinig door op de uitvoering van de sociale zekerheid. Het uitvoeringsbudget van UWV werd met 450 miljoen euro verminderd voor de periode 2012-2015. Daardoor moest de organisatie van UWV grondig op de schop en de dienstverlening aan werkzoekenden worden herzien. Het aantal vestigingen van UWV Werkbedrijf werd fors teruggebracht. Duizenden arbeidsplaatsen bij UWV kwamen te vervallen. Werkzoekenden zouden voortaan te maken krijgen met een digitaal portaal in plaats van persoonlijk contact. UWV moest onder tijdsdruk reorganiseren, de dienstverlening aanpassen en nieuwe ICT-systemen ontwikkelen. De organisatie werd geconfronteerd met een onmogelijke opdracht en een onrealistische deadlines.

Het was de bedoeling om met toepassing van ICT de overheidsadministratie te moderniseren en zo betere dienstverlening te kunnen bieden. Daar kwam uiteindelijk weinig van terecht. De dienstverlening werd niet ontwikkeld vanuit het perspectief van werkzoekenden, maar dat van UWV zelf in relatie tot de plichten die een WW ’er heeft om de uitkering te kunnen behouden. De ontwikkeling van een website waarin werkzoekenden vacatures moeten zoeken, solliciteren en een uitkering aanvragen bleek complexer dan verwacht. Onder hoge tijdsdruk werd de website door een groot aantal externe consultants ontwikkeld. In het systeemontwikkelingsproject werd noodgedwongen op tijd gestuurd. Daardoor was er onvoldoende sturing op kwaliteit. Terwijl nog volop werd doorontwikkeld moest de hostingleverancier de website met dagelijks 180.000 gebruikers in de lucht houden.

Werkzoekenden wordt nu een slecht werkende website opgedrongen. Zij zijn verplicht op een omslachtige wijze hun CV in te vullen om vervolgens onbruikbare vacatures voorgeschoteld te krijgen. Sinds 2013 wordt de website geplaagd door storingen. Minister Asscher beloofde deze in 2015 te hebben opgelost, maar het einde van de problemen is nog niet in zicht. Als werkzoekenden blijven klagen en de problemen aanhouden dan wordt het tijd voor een herbezinning op dienstverlening en techniek. Op basis daarvan kun je besluiten bij te sturen of desnoods te stoppen en opnieuw te beginnen. Als de voorbereiding ondeugdelijk is geweest dan is stoppen meestal onvermijdelijk. Maar stoppen betekent gezichtsverlies en dat moet koste wat kost worden voorkomen.

Bij overheidsprojecten gaat het vaak mis bij de overdracht van beleid naar uitvoering en van uitvoering naar het publiek. Deze problemen kunnen worden voorkomen door de disciplines in een vroegtijdig stadium bij elkaar te brengen. Maar bovenal zal de wendbaarheid van de overheid vergroot moet worden. Een overheidsproject is als een mammoettanker op de automatische piloot. Als de veilige haven niet bestaat, dan eindigt de reis als de wal het schip keert.

Openbare aanbesteding is perverse prikkel

vendor lockin

Als consument willen we keuzevrijheid. We blijven product en leverancier trouw zolang we tevreden zijn. Die loyaliteit stopt als onze verwachtingen niet meer worden waargemaakt of als er betere alternatieven op de markt komen. Dan hebben we er weinig moeite mee over te stappen naar een andere leverancier. Dat zou de overheid bij falende ICT ook kunnen doen. Het tegenovergestelde lijkt nu het geval.

Het begint al bij de aanschaf van ICT door de overheid. Dat verloopt via een onnatuurlijk bureaucratisch proces. Persoonlijk contact tussen leveranciers en overheid is uitgesloten. Voorwaarden en een programma van eisen worden via internet gepubliceerd. De klantvraag is vaak onduidelijk en sluit onvoldoende aan bij het standaard aanbod in de markt. Inschrijvers moeten dan zelf de vraag achter de vraag proberen te interpreteren en deze vertalen in een aanbod. In de aanbieding moeten inschrijvers vervolgens alle voorwaarden accepteren om niet te worden uitgesloten. Een rekenkundig model bepaalt de score van iedere geldige aanbieding. Daarna valt de keuze niet primair op het beste product, maar op de leverancier met de hoogst scorende offerte.

In de competitieve ICT-markt moeten aanbieders op het randje lopen om de hoogste score te halen. De lacunes in het bestek worden dan benut in het voordeel van de aanbieder. Aan de hand van een rekenkundig model en analyse van de concurrentie wordt slim geschoven met kosten, scope en risico’s om de score te maximaliseren. De interpretatie van de vraag wordt vervolgens vervat in randvoorwaarden in de aanbieding. De kunst is dit op zodanige wijze te verpakken dat de aanbieding niet wordt uitgesloten. Is de opdracht eenmaal gegund, dan kan de relatie niet makkelijk worden verbroken als de verwachtingen niet kunnen worden waargemaakt. De leverancier kan ook wijzen op de lacunes in de uitvraag en de randvoorwaarden in de offerte. ‘U wilde een auto met een stuur, maar waar staat dat de auto inclusief motor geleverd moet worden?’ Voor het oplossen van dergelijke problemen moet de overheid dan meestal met extra budget bij dezelfde leverancier aankloppen. Het resultaat is dan uiteindelijk een lagere kwaliteit en een hogere prijs.

Aanbieders moeten bij openbare aanbestedingen op het randje lopen, inkopers doen dat ook. Vaak staat de keuze vooraf al vast. Die moet alleen nog op een slimme wijze in de uitvraag worden vervat. Meer dan eens wordt de technologie in de uitvraag voorgeschreven. Een grote uitvoeringsorganisatie vermeldde recentelijk in een marktconsultatie: onze organisatie hanteert een ‘Microsoft tenzij’ beleid. ‘Betekent dit dat u Java gebaseerde oplossingen uitsluit?’ probeerde ik nog in de schriftelijke vragenronde. Java staat niet in lijn met het beleid van onze organisatie, was het antwoord. In plaats van een opgelegde leverancierskeuze zou deze organisatie, in lijn met het overheidsbeleid, natuurlijk beter de aandacht kunnen richten op een goede integratie op basis van open standaarden. Daardoor wordt ook de leveranciersafhankelijkheid verkleind. In een aanbesteding worden andere leveranciers dan ook niet bij voorbaat uitgesloten.

Een nieuwe aanbesteding volgt automatisch als de contractduur is afgelopen. Leveranciers die naar tevredenheid hebben geleverd worden niet beloond met een mogelijkheid tot verlenging, zoals wij met ons telecomabonnement kunnen doen. Leveranciers die hebben gefaald worden ook niet uitgesloten. Zij worden opnieuw toegelaten bij een nieuwe aanbesteding en maken daarin zelfs een goede kans omdat zij de klant goed hebben leren kennen en geen transitiekosten hebben. Niet de commerciële aanbieding, maar de geleverde prestaties zou de doorslag moeten geven bij de keuze of  het afscheid van een leverancier. Het Deense model ‘fast to failure’, dat voorziet in sturing op kwaliteit en snel kunnen stoppen, laat zien hoe dit kan.

Gemeentesoftwaremarkt werkt niet

Fotolia_65168363_©-Rawpixel-Fotolia.com_-595x560

Elke gemeente heeft dezelfde basisdiensten en -producten. Die worden in toenemende mate digitaal geleverd. Het ligt voor de hand daarvoor gezamenlijk aan één basisvoorziening te werken. Maar in plaats daarvan vragen 393 gemeenten individueel om maatwerk en klagen zij  over hun softwareleverancier. Gemeenschappelijke voorzieningen zijn noodzakelijk om de digitale dienstverlening op orde te brengen en kosten te beheersen.

NRC Handelsblad publiceerde 17 oktober j.l. het artikel ‘Gegijzeld door de softwareboer’ over het onderzoek dat de krant samen met Reporter Radio uitgevoerde naar de markt van Nederlandse gemeentesoftware. Uit het onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de gemeenten ontevreden is over hun leverancier. Veel gemeenten vinden dat de twee bedrijven die de gemeentemarkt domineren hun monopoliepositie misbruiken door hoge prijzen te vragen en andere bedrijven uit te sluiten. Gemeenten maken daarbij de denkfout Nederlandse gemeentesoftware te beschouwen als een markt van standaardsoftware. In de praktijk wordt gemeentespecifiek maatwerk gevraagd en geleverd. Landelijke wijzigingen, versies van gemeentestandaarden, afzonderlijke wensen en oplopende beheerkosten worden daardoor rechtstreeks aan gemeenten doorberekend.

Doordat gemeenten zichzelf allemaal uniek vinden en onvoldoende bereid zijn gemeenschappelijke oplossingen te delen, zitten ze nu opgezadeld met verouderde maatwerksoftware tegen veel te hoge kosten. Maar ze stappen ook niet over naar een andere leverancier, omdat ze daar geen verbeteringen van verwachten. Gemeenten ervaren een beperkte keuzevrijheid. Nieuwe leveranciers maken, mede door de complexe en op gemeenten geënte gedistribueerde referentiearchitectuur, weinig kans de gemeentemarkt te betreden. Een direct gevolg van het gebrek aan marktwerking is de huidige staat van de gemeentelijke IT. Die  is gebrekkig, verouderd, onsamenhangend en inflexibel. Burgers worden daardoor geconfronteerd met gefragmenteerde digitale dienstverlening. Niet de burger, maar de gemeente staat nog steeds centraal in de dienstverlening.

Hoe regel je dat alle dienstverlening daadwerkelijk via het digitale kanaal is af te handelen en dat er meteen efficiënter wordt gewerkt? De Nederlandse overheid wil dat nog voor 2017 geregeld hebben en heeft daarvoor nog veel werk te verzetten. Daarbij kan de overheid lering trekken uit ervaringen die banken hebben opgedaan bij digitalisering van hun dienstverlening. Evenals de overheid, leunen banken zwaar op hun verouderde systemen die tientallen jaren geleden zijn gebouwd om een specifieke administratie bij te houden. Net zoals bij de banken hoeft dit voor de overheid geen belemmering te zijn om digitaal te gaan. Banken spelen in op de trend om via meerdere kanalen op consistente wijze te communiceren en stellen de klantbeleving centraal. In één oogopslag krijgt de klant al zijn rekeningen, creditcard- en hypotheekgegevens te zien. In dezelfde applicatie kunnen klanten alle bankzaken doen zonder zich voor elk product afzonderlijk te hoeven aanmelden. Banken hebben daarvoor digitale klantprocessen ontworpen onafhankelijk van hun organisatiesilo’s. De klantprocessen zijn geïmplementeerd in een basisvoorziening die tevens de onderliggende transactiesystemen aan elkaar knoopt.

Een vergelijking met de doelstelling van het Digiprogramma ‘acteren als één Overheid’ dringt zich op. Een basisvoorziening voor digitale dienstverlening hoort daarom thuis in de generieke digitale infrastructuur van de overheid. Die voorziening borgt de aansluitingen met generieke bouwstenen, zoals identificatie en basisregistraties. Een gemeentelijke basisvoorziening moet hergebruik van generieke processen bevorderen en ruimte bieden voor verbijzondering op gemeenteniveau. De realisatie van deze basisvoorziening vereist een radicaal andere benadering. De blik, die bij traditionele IT-ontwikkeling naar binnen is gericht, moet worden verlegd naar de buitenwereld: zoals die door inwoners van een gemeente wordt beleefd. Achter de schermen worden de gegevens, die uit verschillende systemen in één keer in een proces moeten samenkomen, slim met elkaar verbonden. Stukken maatwerk kunnen vervolgens successievelijk worden vervangen door standaard softwarecomponenten. Marktwerking en  softwarekwaliteit worden daardoor verbeterd.

Gemeenten kunnen, als zij op één basisvoorziening aansluiten en hun inkoopkracht bundelen, gelijktijdig dienstverlening verbeteren, meegroeien met technologische ontwikkelingen en kosten verlagen.

De overheid altijd binnen handbereik

large_clout_illustration_2-01De alomtegenwoordige smartphone is niet zomaar een extra communicatiekanaal voor lokale overheden. Het apparaat kan een contextgevoelig mobiel loket zijn, maar het kan ook de rolverdeling tussen gemeenten en burgers helpen veranderen. Hét gereedschap voor het in de praktijk brengen van die visie zit al in onze broekzak: de smartphone, met al zijn apps, camera en locatiebepaling. Het slimme mobiel, dat tegenwoordig vaker dan de PC wordt gebruikt voor internettoegang, kan de traditionele dienstverlening van de overheid makkelijker en persoonlijker maken. Maar het is ook een prima middel om de participatie van burgers mee te bevorderen.

Het mobiele overheidsloket
Het voordeel van smartpones en tablets is dat je meteen de context mee kunt nemen en dus kunt laten zien wat er gaande is in de omgeving van de burger. Hierbij kan worden gedacht aan simpele zaken als een kaart waarop alle actuele vergunningen staan weergegeven, alle meldingen over de openbare ruimte inclusief gladheidswaarschuwingen, een alert als waarschuwing op wegen waar wel of niet gestrooid is. Meldingen over geplande wegwerkzaamheden en reisadvies zijn mogelijk, evenals het maken van een afspraak bij de gemeente of de aanvraag van een vergunning.

Stimuleren van innovatieve diensten
Het mobiele device is ook het vehikel voor nieuwe diensten, die je desgewenst kunt laten ontwikkelen door burgers en het MKB. De overheid hoeft dus bij de overgang naar mobiel niet meer zelf te ontwikkelen. Het enige wat ze moeten doen is de gegevens die ze al verzameld hebben op zodanige wijze vrijgeven dat ze te hergebruiken zijn in de dienstverlening. De samenleving kan immers alleen zijn nieuwe taak vervullen als mensen beschikken over de juiste informatie.

De burger als prosument
Nog een stapje verder in die ontwikkeling is dat de burger ook zelf gegevens gaat leveren waarmee de overheid weer verder kan, bijvoorbeeld door integratie met social media. Op die manier hoeft de overheid bijvoorbeeld minder inspecties te doen dus je bevordert de participatie binnen de samenleving. In de VS gaat het al een stapje verder. Daar plannen particuliere bedrijven het wegonderhoud in, op basis van actuele informatie die is verzameld door burgers. Die burger is tóch al onderweg. Zo kun je langzamerhand toe naar een compactere overheid die efficiënter werkt.

Samenleven met sociale media
De ingangen naar Twitter- en Facebook-‘knoppen’ zijn doorgaans prominent aanwezig op een smartphone, dus het is zaak daar rekening mee te houden. Niet alleen door de smartphone-applicatie handig te integreren met die sociale media, maar ook door ‘aan de achterkant’ wat te doen met de informatie die daaruit voortkomt. Burgers praten online over de overheid, zowel positief als negatief. Dus de afdeling communicatie zal moeten peilen en interpreteren en vervolgens moeten beslissen of en hoe te reageren.

Grenzeloze overheid
Burgers willen één mobiele ingang voor de overheid die in het hele land gebruikt kan worden, zonder telkens per gemeente of regio te hoeven wisselen van app. Als je onderweg bent, dan verandert de applicatie dus mee met je locatie. Zo wordt het voor burgers geen wirwar van applicaties. En de overheid profiteert door middel van hergebruik van diensten en ontwikkelingen die elders al zijn gedaan. Het is onontkoombaar dat de dienstverlening van gemeenten op die manier gaat veranderen. De nieuwe generatie communiceert op een andere manier en vooral via mobiele devices. En de organisatie binnen de lokale overheid moet mee veranderen met de komst van die technologie. Zo komt de overheid altijd binnen handbereik.

Apocalyps of ondergang van internet

Aplocalyps 61

Hackers, die het netwerk van de Amerikaanse overheidsdiensten wisten te kraken, blijken de gegevens van minstens 21,5 miljoen mensen te hebben gestolen. In Duitsland moeten mogelijk 20.000 computers worden vervangen na een cyberaanval op het Duitse parlement. Afgelopen maanden werden ook Sony en het Franse tv-station TV5 geteisterd door cyberaanvallen. Deze maand werd Hacking Team, een Italiaans bedrijf dat hack-software ontwikkelt voor onder meer overheden, zelf gehackt. Het hacken van complete bedrijfsnetwerken is kinderspel en de pakkans is minder dan 0,001 procent. Dit brengt bij mij een visioen naar boven van het doemscenario, waarvan ik hoop dat het nooit werkelijkheid zal worden.

Triomfantelijk macht
Wij genieten van onze vrijheid, de grootst mogelijke vrijheid. Er zijn geen grenzen meer. Het internet maakt het mogelijk dat wij op ieder moment, vanaf iedere plek, met ieder communicatiemiddel direct kunnen communiceren. Wij kunnen videoverbindingen leggen met mensen over de hele wereld en met elkaar spreken alsof we bij elkaar in de huiskamer zitten. Bedrijven en overheden verplaatsen hun rekencentra naar de Cloud. Daardoor kunnen zij flexibel inspelen op een veranderende behoefte en kosten verlagen. Dingen en installaties worden automatisch herkend en aangestuurd via het web. Technologie zorgt voor innovatie.

Aardse kracht
Met de groei van het internet neemt ook de kwetsbaarheid van het web toe. Er ontstaan spanningen over het beheer van de Cloud. Bedrijven leiden schade door storingen en onrechtmatig gebruik van data. Overheden maken onderling afspraken en proberen de gaten te dichten in hun regelgeving. Criminelen hebben vrij spel op het internet. Zij leggen vitale netwerken plat en verschaffen zich toegang tot vitale bedrijfsgegevens. Bedrijven en overheden worden daarmee onder druk gezet. Bankrekeningen van particulieren worden geplunderd. Opsporingsdiensten speuren op het web naar de daders. Deze slaan terug met aanvallen op banken en overheid. Het is oorlog op het internet. De daders zijn moeilijk te traceren. Iedere poging tot opsporing en verdediging lokt weer een nieuwe onverwachte aanval uit.

Armoede
Overheid en bedrijven verscherpen de verdedigingslinies tegen de cyberaanvallen. Het aantal aanvallen op het web stijgt dramatisch. Banken kunnen gedupeerde rekeninghouders niet meer vergoeden. Bedrijven die zich niet kunnen wapenen gaan failliet. De pakkans voor criminele groeperingen daalt. De sterkste bedrijven profiteren van het omvallen van hun concurrenten en gaan een verbond aan met criminele groeperingen. De werkeloosheid stijgt sterk. En de beurzen kelderen.

Slachtoffers
De overheid staat machteloos. Het bevolkingsregister wordt gestolen. De identiteit van burgers ligt op straat. Criminelen voeren hun aanvallen uit in naam van onschuldige burgers. Energiecentrales worden aangevallen. Er wordt ingebroken in besturingssystemen van de waterkeringen. De infrastructuur raakt ontwricht. Een deel van het land loopt onder water. Mensen komen om van de kou en verdrinken.

Gerechtigheid
De samenleving keert zich af van de technologische vooruitgang. In ogen van velen heeft deze alleen maar tegenspoed, dood en verderf gebracht. Het verzet groeit tegen het alsmaar groter en almachtiger internet. Sommige bedrijven en burgers keren zich helemaal af van internet. Actiegroepen roepen op het web te ontmantelen en de mensen te beschermen tegen de gevaren ervan.

Aardbeving
Het internet is lange tijd met veel inspanning in de lucht gehouden. Met het opraken van de IPv4 adressen is het web met technische lapmiddelen overeind gehouden. Door een aardbeving in de Middellandse Zee breekt een vitale internetkabel. De één na de andere internetvoorziening valt uit. Als een kaartenhuis stort het wereldwijde web in elkaar. Voor de tweede keer spat de internetzeepbel uiteen. Deze keer is het definitief.

Stilte
Het alomvattende internet wordt niet opnieuw opgebouwd. De budgetten daarvoor zijn niet beschikbaar en het draagvlak ontbreekt. Bedrijven zien het internet ook niet langer als een volwaardig bedrijfsnetwerk. Er worden nog wel specifieke private netwerken opgebouwd. Maar de vrijheid van een wereldwijd omvattend netwerk is definitief voorbij.