Nieuw Sociaal Contract presenteert zich als de nuchtere, pragmatische partij die vooral wil leren van het buitenland. In hun verkiezingsprogramma verwijzen ze naar Denemarken en Estland als voorbeelden van digitale overheden die goed werken. Dat klinkt verstandig. Maar achter deze realistische toon schuilen dezelfde maakbaarheidsillusies die we ook zagen bij de VVD en SP. Alleen wordt het hier verpakt in technocratische taal.
Het Deense portaal: mooi in theorie, onmogelijk in Nederland
NSC wil één centraal online overheidsportaal “naar Deens model”. Maar Denemarken is Nederland niet. Waar Denemarken 98 gemeenten en een sterke centrale overheid heeft, telt Nederland 342 gemeenten, 21 waterschappen, 12 provincies en meer dan 200 uitvoeringsorganisaties. Die hebben allemaal hun eigen systemen, regels en procedures.
Een simpel kopieer- en plakwerk van de Deense aanpak is daardoor technisch onhaalbaar. Ons staatsbestel is daarvoor veel te gefragmenteerd.
Het Estse voorbeeld: elegant daar, nachtmerrie hier
Ook het zogeheten once only-principe, burgers hoeven gegevens maar één keer aan te leveren, lijkt aantrekkelijk. Estland kan dit omdat het een digitale infrastructuur vanaf nul opbouwde na 1991, zonder oude systemen en met een kleine, homogene bevolking.
Nederland werkt met ICT-systemen die soms teruggaan tot de jaren zestig, verschillende definities van dezelfde data én strenge privacyregels die juist voorschrijven dat gegevens alleen per doel mogen worden gebruikt. Wat in Estland elegant is, wordt hier een technische nachtmerrie.
De belofte van leeftijdsverificatie zonder ID
Nog ingewikkelder wordt het met NSC’s idee van privacyvriendelijke leeftijdsverificatie zonder digitale identiteitskaart. Dat klinkt sympathiek, maar is technisch tegenstrijdig. Betrouwbare leeftijdsverificatie vereist altijd identiteitsgegevens. Zonder opslag geen zekerheid en dus geen werkend systeem. Dit is dezelfde wensdroom die we eerder al zagen bij de SP.
Een patroon van onderschatting
De parallellen met andere partijen zijn opvallend:
- De VVD belooft dat burgers eenvoudig kunnen uitrekenen wat meer werken oplevert
- NSC belooft een persoonlijke digitale kluis die burgers zelf beheren
Beide onderschatten hoe ingewikkeld het is om gebruiksvriendelijke ICT te bouwen bovenop complexe overheidsprocessen.
Waar de SP het internet wilde heruitvinden door gepersonaliseerde advertenties te verbieden, wil NSC de afhankelijkheid van Amerikaanse cloudproviders terugdringen. Beide ambities botsen met internationale technische en economische realiteit.
Wat wél kan: kleine stappen, geen grote sprongen
In plaats van grootse digitale revoluties zijn er wél realistische opties, die reeds succesvol in praktijk zijn gebracht:
- Verbeter de digitale vaardigheden van burgers via bibliotheken
- Moderniseer bestaande systemen stap voor stap in plaats van alles tegelijk te vervangen
- Zoek de oplossing in Europese samenwerking bij AI en cybersecurity in plaats van nationale soloprojecten
- Leer van Denemarken en Estland, maar besef dat hun successen voortkomen uit jarenlange incrementele verbeteringen en heel andere uitgangssituaties
Leren zonder blind kopiëren
De grootste illusie van NSC is dat je complexe digitale uitdagingen oplost door simpelweg te verwijzen naar successen elders, zonder te begrijpen waarom die daar wél werkten. Net als bij VVD en SP dreigt ook hier het gevaar van kostbare, jaren durende ICT-projecten die veel beloven maar weinig opleveren.
Echte vooruitgang komt niet van droombeelden, maar van kleine, haalbare stappen die passen bij de Nederlandse realiteit.

